Samenvatting Scheikunde havo 4 (havo 3) - Heel havo 4 + klein stukje havo 3 leerstof
2 views 0 purchase
Module
Scheikunde
Level
HAVO
Deze leerzame samenvatting gaat ervoor zorgen dat jij een voldoende haalt voor Scheikunde! Het is een samenvatting van heel havo 4 Scheikunde, hoe fijn is dat? Het is in makkelijk Nederlands omschreven zodat het voor jou gemakkelijker wordt om dit te begrijpen! Ook bevat deze samenvatting veel plaa...
Halogenen:
De halogenen zijn de atoomsoorten uit groep 17, deze reageren makkelijk.
Edelgassen:
De edelgassen zijn de atoomsoorten uit groep 18, deze reageren nergens mee.
Atoomnummer:
Het atoomnummer is gelijk aan het aantal protonen.
Het atoomnummer staat boven de atoomsoort →
Massagetal:
Het massagetal is het aantal protonen en neutronen samen. Zij bepalen dus de massa
van het atoom.
Lading:
Elke atoomsoort heeft zijn eigen bepaalde lading. Dit wordt bepaald door de protonen
en elektronen. Neutronen hebben geen lading en helpt hier dus niet mee.
Protonen 1+
Elektronen 1-
Neutronen 0, dus neutraal.
Elektronenschillen:
K-schil = eerste (kleine) schil met maximaal 2 elektronen.
L-schil = tweede schil met maximaal 8 elektronen.
M-schil = derde schil met maximaal 18 elektronen.
Atomaire massa-eenheid u:
1 u = 1,66 x 10-27 kg
, 2
Isotopen:
Isotopen zijn atomen met hetzelfde aantal protonen, maar met een ander aantal
neutronen.
Voorbeeld:
Zuurstof heeft 8 protonen en 8 elektronen. Als die 8 protonen er niet waren geweest
was het geen zuurstof geweest en als die 8 elektronen er niet waren geweest was het
atoom niet neutraal geweest.
Dit geldt niet voor het aantal neutronen, dit kan namelijk per atoom verschillen. De
meeste zuurstofatomen hebben 8 neutronen, maar een klein aantal hebben er negen en
een nog kleiner aantal hebben er 10.
Om deze reden bestaan er van de meeste elementen meerdere isotopen.
Positieve ionen:
Positieve ionen zijn de deeltjes die minder elektronen dan protonen bevatten.
Negatieve ionen:
Negatieve ionen zijn de deeltjes die meer elektronen dan protonen bevatten.
➔ De bovenstaande positieve en negatieve ionen moet ik weten voor SE 2!
Zoals je ziet komen sommige atoomsoorten vaker voor, maar dan met een verschillende
lading bijvoorbeeld Fe2+ en Fe3+. Om het verschil tussen deze twee ionen duidelijk te
maken, gebruiken we romeinse cijfers: ijzer(II) en ijzer (III).
, 3
3 Havo leerstof
Bladzijde 3 t/m 7
Stoffen kunnen in drie fasen voorkomen:
➔ vast
➔ vloeibaar
➔ gasvorming
Als een stof overgaat van de ene fase naar de andere
fase noemen we dit een faseovergang.
← In totaal zijn er zes overgangen:
Stoffen kunnen we onderverdelen in zuivere stoffen en mengsels.
Zuivere stoffen:
Zuivere stoffen zijn stoffen die uit één soort moleculen bestaat.
Mengsels:
Mengsels bestaan uit meerdere soorten molecuulsoorten.
Zuivere stoffen hebben als eigenschap dat ze een smelt- en kookpunt hebben. Dat wil
zeggen dat ze tijdens een faseovergang niet van temperatuur veranderen.
Water kookt bijvoorbeeld bij 100 C. Op deze temperatuur verandert het water van
vloeistof naar gas.
Tijdens deze overgang blijft de temperatuur
constant, en verandert dus niet.
, 4
Mengsels hebben daarentegen een smelt- en kooktraject. Doordat een mengsel uit
meerdere stoffen bestaat blijft de temperatuur niet constant tijdens de faseovergang.
Een mengsel van alcohol en water begint te koken als de temperatuur het kookpunt van
alcohol bereikt (78 C) en de faseovergang duurt net zolang totdat het kookpunt van
water is bereikt (100 C).
Je kunt mengsels onderverdelen in
oplossingen, suspensies en emulsies:
Oplossing:
Een oplossing krijg je als je een vloeistof
(oplosmiddel) mengt met een stof die oplost in
deze vloeistof. Het resultaat hiervan is een helder mengsel.
Suspensie:
Een suspensie krijg je als je een vloeistof mengt met een vast stof die niet oplost in deze
vloeistof. Het resultaat hiervan is een troebel mengsel.
Emulsie:
Een emulsie krijg je als je twee vloeistoffen met elkaar mengt die normaal gesproken
niet zouden mengen met elkaar. Voor een emulsie is er dan ook een emulgator nodig om
deze wel te laten mengen met elkaar.
Scheidingsmethodes:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cheyennevannimwegen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for £12.85. You're not tied to anything after your purchase.