Week 1
Natuurlijke selectie (H21)
Origin of species:
*Formaliteit door verwantschap
*Variatie door verschillen in adapties
Evolutie: een verandering in de genetische samenstelling van een
populatie in de loop van de tijd
Mechanismes die leiden tot evolutie:
Natuurlijke selectie
Genetic drift
Gene flow (migratie)
Mutaties
Seksuele selectie/ kunstmatige selectie
Natuurlijke selectie: Het idee dat wanneer individuen strijden om
ruimte en hulpbronnen, selectie die gedurende vele generaties
optreedt, degenen uitkiest die het best zijn aangepast om in hun
omgeving te leven.
Darwin theorie 4 uitgangspunten:
Variatie: in bijna elke eigenschap
Overproductie: er worden meer individuelen geboren dan in
staat zijn te overleven
Differentiële overleving: verschil in overlevingsvermogen en
reproduceren (fitness)→selectie
Erfelijkheid: gunstige eigenschappen worden doorgegeven aan
nakomelingen
Specifieke eigenschappen die de overleving en reproductie van een
organisme ondersteunen, zullen door natuurlijke selectie in de
volgende generatie overvloediger worden. Individuen worden beter
aangepast (aan die specifieke omgeving!)
Fitnesscomponenten: overlevingskans en aantal nakomelingen
Viability: overleving van jong individu tot volwassen
fecundity: aantal geproduceerde nakomelingen
De absolute fitness is viability × fecunditeit.
1
,Week 2
Seksuele selectie (H21)
Deel 1
Voorwaarde seksuele selectie
Individuele variatie
Genetisch bepaald
Beste eigenschappen -> meer nakomelingen/ meer genen
Kostbare eicellen en goedkoop zaad
Mannen: zorgen voor zoveel mogelijk bevruchtingen
Vrouwen: kieskeurig, wil beste man hebben “female choice”
Deel 2
Mannen zorgen voor zoveel mogelijk bevruchtingen:
Vechten met andere mannen > intraseksuele selectie
Zorgen dat vrouwtjes jou aantrekkelijk vinden > intersekusele
selectie
Ornamenten: aantrekkelijkheid en kwaliteit
Uiterlijke kenmerken vergroten de kans op voortplanten door:
Aantrekkelijk bij het andere geslacht (inter)
Imponeren rivalen van hetzelfde geslacht (intra)
Selectie op felle kleuren en lichaamsversieringen
Seksueel dimorfisme:
Mannen kleurrijker
Mannen hebben ornamenten
Mannen zijn groot
Mannen hebben wapens
Zorgen voor zoveel mogelijk bevruchtingen:
Zorgen dat vrouwtjes jou aantrekkelijk vinden (inter) >
ornamenten
Vechten met andere mannen (intra) > grootte, wapens
Seksuele selectie na/tijdens de paring:
Spermacompetitie
Meer sperma
Sneller sperma
Shemische samenstellig: vernietigen ander sperma en
blokkeren toekomstig sperma
Sperma op gunstige plek krijgen
Deel 3
2
,Female choice:
Interseksuele selectie > selectie tussen de geslachten
Good genes hypotheses
Handicap hypothesis
Sexy son hypothesis
Good genes hypotheses
Uitbundigheid ornament is eerlijk signaal voor kwaliteit
Long call of zang kost veel energie
Voor dominantie/ good territorium veel kracht en energie nodig
Voor felle kleur is gezondheid nodig
>> door een uitbundig mannetje te kiezen, worden sterke genen
doorgegeven aan het nageslacht
Handicap Hypothese
Ondanks onrustige ornamenten alsnog kunnen overleven
Sexy son hypothese
Correlatie tussen vrouwelijk voorkeur en mannelijke ‘extreme’
eigenschap
Dochters erven voorkeur
Zonen erven ‘extreme eigenschap, die andere vrouwtjes
aantrekkelijk vinden > meer nakomelingen
Per generatie wordt eigenschap extremer
Ornament zegt bij sexy son niks over kwaliteit mannetje
Fitness vrouwtje wordt wel verhoogd doordat ze aantrekkelijke
zonen heeft
Sensory bias zorgt ervoor dat de vrouwtjes hem aantrekkelijk vinden
> hij valt op
Totdat de nadelen niet meer opwegen tegen de voordelen (steeds
langere staart bij vis bijv)
Imprinting: vrouwtje kiest mannetje zoals haar vader
Deel 4
3
, Monogaam: mannetje met vrouwtjes (vogels)
Polygaam:
Polygynie: mannetje met meerdere vrouwtjes (zoogdieren)
Polyandrie: vrouwtje met meerdere mannetjes
Promiscue: allés en iedereen met elkaar
Polygynie vooral bij zoogdieren: geringe bijdrage groot brengen
jongen:
Jongen groeien in buik moeder
Vrouwtje zoogt
Zorg jongen zal relatief weinig bijdragen > beter meerdere vrouwtjes
bevruchten > polygynie
Monogamie vooral bij vogels: grote bijdrage grootbrengen jongen:
Nest bouwen, uitbroeden eieren, voeden jongen
Zorg jongen kan fitness verhogen > monogamie
Monogamie > voor elk mannetje is een vrouwtje, geen competitie
Polygynie > niet genoeg vrouwen voor elk mannetje, wel competitie
Als vrouwtje met meerdere mannen paart -> spermacompetitie
Testisgrootte:
Vaak paren en langdurig paren > meer sperma overdracht > grotere
kans op bevruchting > selectie op grote testis
Uiterlijk dimorfie > duidt op polygynie (mannetje met meerdere
vrouwtjes)
Spermacompetitie > duidt op meerdere partners voor vrouwen
(polyandrie)
Externe fertilisatie > zekerheid bevruchting groot (vader zorg hoog)
Interne fertilisatie > onzeker of hij eicel bevrucht (vooral moeder
zorg hoog)
Mate guarding: zekerheid van partner (zorgen dat ze niet met
andere paren) > certainty of paternity
Sex role reversal:
Mannen beperkende factor > competitie tussen vrouwen
Vrouwen: groter, gekleurder, ornamenten
Polyandrie
Mannelijke broedzorg
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daphnehoutackers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for £4.26. You're not tied to anything after your purchase.