TAB 3.3 Kinderverpleegkundige zorg op maat - DEEL Van De Broek
Samenvatting gebaseerd op de cursus en de ppt. Er staat veel tekst in de samenvatting. Enkel de ppt is niet duidelijk genoeg voor mij. + schema's om de stof duidelijker te maken.
Een normale zwangerschapsduur bedraagt 280 dagen of 40 weken, te tellen vanaf de eerste dag van de laatste
maandstonden (± 9 maanden en 7 dagen).
- Prematuur = minder dan 37 weken
- Serotien (overdragen) = meer dan of gelijk aan 42 weken
Neonataal = eerste 28 dagen na de geboorte.
Bij de overgang van intra-uterien naar extra-uterien leven, dienen er allerlei aanpassingen te gebeuren ter hoogte van
de verschillende orgaansystemen. Sommige aanpassingen moeten acuut en zeer snel correct gebeuren, andere
orgaansystemen zijn fabriekjes die wat trager op gang mogen komen, zonder dat dit veel problemen veroorzaakt (bv
ademhaling versus lever).
2. Ademhaling
2.1. Groei en ontwikkeling van de long (prenataal)
De ontwikkeling van de long kan onverdeeld worden in 4 perioden:
- Embryonale periode
- Pseudo-glandulaire periode
- Canaliculaire periode
- Terminal sac periode
Volgorde niet vanbuiten kennen ® grote lijnen kennen
,2.1.1. Embryonale periode (3 – 6 weken)
- 24 dagen ® primitieve long verschijnt als ventrale knop uit de voordarm
Uit de voordarm ontstaan ook het maagdarmstelsel. Veel congenitale afwijkingen die zowel het
ademhalingsstelsel als het maagdarmstelsel aantasten.
Bv slokdarm atresie (slokdarm blind eindigt en volgende stuk ligt verderop) bijna altijd fistel naar de luchtwegen.
- 6 weken ® segmentale bronchi worden gevormd, bedekt met columnair epitheel
- 16 weken ® ontwikkeling van de respiratoire bronchiolen bedekt met kubisch epitheel (type II cellen)
2.1.3. Canaliculaire periode (17 – 24 weken)
Ontwikkeling tot primitieve pulmonaire acinus met verwijding lumina, hoofdzakelijk nog bekleed met kubische type II
cellen (niet geschikt voor gasuitwisseling).
Proliferatie van de microcirculatie, capillairen komen dichter tegen luchtwegepitheel en op die plaatsen begint het
epitheel zich af te platten tot type I cellen.
2.1.4. Terminal sac periode (24 – 40 weken) = interessante periode
- 24 weken ® respiratoire acinus ontwikkelt tot sacculi met type I cellen
- 25 – 26 weken ® contact van respiratoir epitheel met capillair netwerk vanuit a. pulmonalis, sacculi kunnen
voor gasuitwisseling zorgen.
- 24 – 29 weken ® begin van surfactantproductie*
*longblaasjes zijn bollen die telkens opgeblazen moeten worden = vermoeiend. Een long waar weinig surfactant
aanwezig is, is zoals een ballon opblazen voor de eerste keer. Surfactant is een oppervlaktespanning
verlagende stof ® zorgt ervoor dat er veel minder ademarbeid moet verricht worden om bij de inademing de
longblaasjes op te blazen. Essentieel om in leven te blijven.
- 32 – 36 weken ® toename van surfactantproductie
- 34 – 36 weken ® ontstaan van mature alveolen
- 40 weken (long is nog niet helemaal volgroeid )® toename van het aantal en de grootte van de alveolen,
waarschijnlijk is de toename volledig tussen 18 maanden en 4 jaar daarom dat a terme baby’s soms ook
ademhalingsondersteuning nodig hebben.
,2.1.5. Kort overzicht
Longen ontwikkelen uit de voordarm, er vormen zich 2 bronchi. Bronchi vertakken tot kleinere luchtwegen en uiteindelijk
in zakjes die later alveolen worden. Long moet tijdens geen zwangerschap geen bloed krijgen (alleen maar om te
ontwikkelen als orgaan) en voor de ontwikkeling van de capillairen. Deze gaan dan uiteindelijk vanaf min of meer 24
weken contact gaan vormen met de zakjes (later alveolen).
Vanaf dan is er gasuitwisseling mogelijk ® vanaf dan is een reanimatie bespreekbaar.
Meisjes zijn rijper dan jongens op dezelfde zwangerschapsduur, zwarten altijd meer dan blanke baby’s.
2.2. Ademhalingsstart (postnataal)
Voor de geboorte gebeurt de gasuitwisseling via de placenta, de longen zijn voor de geboorte niet lucht houdend maar
gevuld met water (te vergelijken met natte sponzen), er zijn wel al ademhalingsbewegingen.
Van het éne moment op het andere moet de pasgeborene zelf beginnen ademen.
Het op gang komen van de ademhaling is multifactorieel bepaald.
- Negatieve druk
o De borstkas wordt samengedrukt tijdens de passage doorheen het baringskanaal.
o Bij de geboorte zet de borstkas terug uit, hierdoor ontstaat een negatieve druk en wordt er lucht
aangezogen (minder bij sectio).
- Verandering bloedgaswaarden
o Daling van PaO2, stijging van PaCO2 (belangrijkste stimulus) en daling van pH stimuleert de
chemoreceptoren ter hoogte van de hersenen en prikkelt zo het ademhalingscentrum.
- Afkoeling
o Bevorderende factor voor de ademhalingsstart.
!Het in de longen aanwezige vocht wordt de eerste minuten geresorbeerd in de bloedvaten en in het lymfestelsel. Dit
gaat vlotter wanneer het kind krachtig huilt (eventueel aspiratie en stimulatie).
- Bij een geboorte in hoofdligging wordt al een deel van het vocht door de neus en de mond geëvacueerd
- Bij een stuitligging echter moet er meer vocht geresorbeerd worden (meer ademhalingsproblemen)
2.3. Beoordeling van de ademhaling
- Ademhalingsfrequentie
o Normaal 40-60/minuut.
o Periodische ademhaling waarbij er een onregelmatig adempatroon bestaat met korte apnoes van 5 tot
10 seconden zonder cyanose of bradycardie, is in de eerste levensweken niet abnormaal. Indien de
adempauze langer duurt dan 20 seconden, dan is dit niet meer normaal.
- Symmetrisch op- en afgaan van de borstkas geeft goede informatie over de ademhaling.
- Luidruchtige ademhaling
o Normaal een geluidloze ademhaling.
o Een luidruchtige ademhaling kan wijzen op slijmen, maar ook op een vernauwing ergens in de
luchtwegen.
- Huilen: geeft ons ook belangrijke informatie;
o Weent het kind goed door?
o Blijft de kleur van het kind goed?
o Is er een stridor hoorbaar (moeilijke piepende ademhaling, meestal ten gevolge van laryngomalacie)?
STEUNENDE EN KREUNENDE ADEMHALING = alarmsignaal en wijst op zuurstoftekort
, Een pasgeborene kreunt soms kort na de geboorte omwille van aanpassingsproblemen, maar dit kreunen moet
progressief verminderen en stoppen. Indien een kind enkele uren (max. 6) na de geboorte nog kreunt, dient het
overgebracht te worden naar een meer gespecialiseerde afdeling.
3. Bloedsomloop
3.1. Foetale circulatie (prenataal)
Voor de geboorte is er een foetale circulatie waarbij de longen een zeer kleine rol spelen. De vaatweerstand ter hoogte
van de longen is groot en het longdebiet is zeer klein, bloed wordt via andere kanalen geshunteerd. Er is
bloedvoorziening van de long als orgaan maar niet voor gasuitwisseling; de gasuitwisseling gebeurt via de placenta.
Bij de foetus is de bloedflow doorheen de longen laag omwille van:
- De hoge vaatweerstand in het longvaatbed
- De open ductus arteriosus (bloed neemt de gemakkelijkste weg)
- De lage vaatweerstand in de algemene circulatie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lenavd001. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for £5.98. You're not tied to anything after your purchase.