MOTORISCH LEREN
HOOFDSTUK 1: CONTROLE VAN BEWEGING
MOTORISCHE CONTROLE EN MOTORISCH LEREN: DEFINIËREN EN
DOMEINBEPALING
Motorische controle
Processen die een rol spelen om te komen tot actie
Hierbij spelen neuronale processen, fysieke en gedragsmatige kenmerken een
rol.
Hoe een beweging op stand komt op “dit” moment.
Motorisch leren
Bij motorisch leren wordt er getoond op welke manier intrinsieke en externe
factoren een invloed hebben op eerder vernoemde processen.
Verwijst naar veranderingen in het proces van motorische controle die
optreden in verloop van tijd.
Ook wanneer men volwassen is kan men in bepaalde omstandigheden een
nieuwe motorische vaardigheid leren
MOTORISCH GEDRAG EN MOTORISCHE CONTROLE
MOTORISCH GEDRAG
Motorisch gedrag
Dit gedrag komt tot stand door het uitoefenen van spierkrachten die inwerken
op de ledenmaten of andere lichaamsdelen.
Gedrag dat voorkomt uit spieractiviteit
Niet bewegen telt ook als motorisch gedrag want bijvoorbeeld je hoofd recht
op houden
Een voorwaarde is dat actieve spiercontractie aan de basis ligt
Het motorisch gedrag is meestal complex en niet willekeurig (met een doel voor
ogen).
Doelgerichte bewegingen en is complex en flexibel
Het past zich aan verschillende omgevingsomstandigheden aan
De term omvat alle bewegingen gedurende een bepaalde tijdsperiode
,Doelgerichte motorische actie
“iets” dat kan gedaan worden om een doel te bereiken
De motorische actie is de oplossing voor een probleem dat gesteld wordt door
een motorische taak
Een motorische taak kan uit verschillende deeltaken bestaan bv. een tas thee
zetten.
Elementaire acties
Een doelgerichte motorische actie die niet kan worden op gedeeld in
componenten is een elementaire actie.
Het zijn bouwstenen waaruit complexe acties kunnen opgebouwd worden
Bij het uitvoeren van een motorische actie kan in verschillende omstandigheden
dezelfde actie worden uitgevoerd, maar hiervoor zijn verschillende
bewegingspatronen en spieractivatiepatronen vereist. => Het principe van motorische
fit
Dit houdt in dat doelgerichte bewegingen dus adaptief zijn.
Motorisch gedrag moet dus aangepast zijn aan de omstandigheden
Motorische equivalentie
Het fenomeen motorische fit en het optreden van adaptief gedrag geeft
aanleiding tot ME
Twee bewegingen of spieractivatiepatronen zijn equivalent wanneer ze tot
hetzelfde resultaat leiden ook al zijn ze verschillend op andere domeinen.
VRIJWILLIGE EN DOELGERICHTE BEWEGINGEN
Vrijwillig (motorisch) gedrag
Het word uitgevoerd met de bewuste intentie om een doel te bereiken.
Onvrijwillig (motorisch) gedrag
Hierbij is er geen bewuste intentie.
Het verwijst naar reflexmatige bewegingen. Bv pupilreflex
Reflexpatronen zijn niet adaptief maar stereotiep
CONTROLE VAN VRIJWILLIGE EN DOELGERISCHTE BEWEGINGEN
Hoe komt doelgericht motorisch gedrag tot stand?
Zintuigelijke waarneming is essentieel voor het uitvoeren van bewegingen.
=> Sensomotorische principe
, Sensomotorisch principe
Het zich kunnen aanpassen aan andere of nieuwe omstandigheden is een
essentieel kenmerk van een doelgerichte beweging.
Het is ook gerelateerd aan de volharding in geval van falen.
M.a.w. doelgericht motorisch gedrag is sensomotorisch gedrag.
Perceptie
Verwijst naar de integratie van verschillende waarnemingen tot betekenisvolle
informatie.
Noodzakelijk om onze bewegingen aan te passen aan de verschillende
omstandigheden.
Hierbij worden twee standpunten geformuleerd:
Perifere benadering (“closed loop”)
Bewegingen worden gecontroleerd op basis van feedback dmv proprioceptie,
vestibulaire, visuele en auditieve informatie.
Centrale benadering (“open loop”)
Bewegingen worden vooraf geprogrammeerd, waarbij feedback niet
noodzakelijk wordt gezien.
HOE KOMT BEWGING TOT STAND? EEN HISTORISCHE VISIE
1900
Stimulus-respons theorie van Pavlov
Ziet gedrag als reflexmatig
Een stimulus lokt een respons uit.
Als reactie op de sterke rol van het centrale zenuwstelsel => Dynamische systeem
theorie (1980-1990)
Legt nadruk op verscheidenheid van factoren zowel intrinsiek els extrinsiek.
De theorie is niet in staat op bewegingscontrole te koppelen aan
neurologische processen.
Theorie van centrale patroon generatoren (CPG)
CPG’s zijn functionele eenheden van neuronen gelokaliseerd in het centrale
zenuwstelsel.
Ze zijn verantwoordelijk voor cyclische bewegingen zoals lopen of wandelen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Sarah2424. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for £5.04. You're not tied to anything after your purchase.