RHINOLOGIE
1. ALLERGIE EN ALLERGISCHE RHINITIS
1. WAT IS RHINITIS ?
Rhinitis = ontsteking (inflammatie) vd mucosa vd neusholte met 1 of meer van volgende symptomen :
• Neusverstopping
• Rhinorrhee
• Niezen
• Jeuk
=> zonder symptomen spreekt men dus niet v rhinitis, de neus is eigenlijk constant geïnfecteerd
=> ≠ infectie van de slijmvliezen
2. ALLERGIE
Allergie = afwijkende reactie vh afweersysteem op meestal ongevaarlijke allergenen
2.1 toename van allergie, astma en auto-immuniteit
Sinds WOII
• Aantal infecties ↓
• Allergie, astma , auto-immuniteit, diabetes ↑
VERKLARING : HYGIÊNE THEORIE :
Allergie is ziekte v ‘propere mensen’.
Kinderen uit propere omgeving hebben meer allergie
Terwijl kinderen uit ‘vuilere’ omgeving minder allergie hebben : ze worden van jong blootgesteld aan infecties,
grotere families, boerderijen, minder antibiotica, meer parasitaire infecties.
=> door meer in contact te komen met allergenen, wordt het immuunsysteem van jongs af aan getraind en worden
deze allergenen als niet schadelijk gezien door het immuunsysteem.
=> bij kinderen die vroeg in het leven niet in contact komen met deze allergenen, bestaat de kans dat het
immuunsysteem gaat overreageren wanneer het met deze allergenen in contact komt later in het leven , wat allergie
veroorzaakt => gebrek aan training vh immuunsysteem, geeft meer allergie
Beschermend tegen allergie :
Crèche en grote gezinnen
Landbouwersgezin : Blootstelling aan boerderijstof, contact met dieren, drinken verse, rauwe koemelk
Worminfecties, parasieten
2.3 Natuurlijk verloop van allergie : allergische mars
• Geboorte : kind wordt NIET ALLERGISCHE geboren
• In begin leeftijd : lichaam komt in contact met nieuwe dingen, immuunsysteem wordt getraind
• Vanaf 6-7j : opstoot van ontstaan astma en rhinitis
=> training in begin v leven is belangrijk = preventie
2.4 mechanisme van allergie
SNELLE RESPONS : binnen 15min
eerste exposie aan allergeen → antigen activatie van Thcel -→ isotype switching Bcel naar IGE → IGE op mastcellen
en basofielen → vrijstelling histamines, prostaglandines → niezen, neusloop, dyspneu, piepende ademhaling
LATE RESPONS : na 5-6u
na enige tijd treedt het adaptief immuunsysteem in gang → T-cel reageert op allergeen → vrijstelling cytokines →
aantrekken van IL, eosinofielen → neusverstopping, hyperactiviteit
hyperactiviteit = reageert op niet specifieke prikkels bv.verkoudheid
verkoudheid = neus reageert dr hyperactiviteit op koude lucht door de onderliggende ontsteking
Geneeskunde 3E bach : NKO : rhinologie 2
,3. ALLERGISCHE RHINITIS
3.1 PREVALENTIE
Meest prevalente aandoening : België : 1/3 heeft allergische rhinitis
80% vd pt met astma hebben rhinitis
20% vd pt met rhinitis heeft astma
Pt met allergische rhinitis, heeft 3X hogere kans om astma te ontwikkelen
=> Treshhold vr ontwikkeling v neusklachten is lager dan treshold voor ontwikkeling v longklachten
Neus geeft snel symptomen : niezen, jeuk
Longen worden ook al blootgesteld aan allergische stoffen, longen begint al licht te ontsteken, bij grote
allergiestof blootstelling, kan long pathologie erbij komen.
3.2 interactie tussen neus en longen
MECHANISME 1 : MONDADEMHALING
Als je niet dr neus kan ademen → adem je dr mond → minder filter v stoffen : Luchtverwarming & Bevochtiging
↓Opsluiting van deeltjes/irriterende stoffen ↓→ longen geprikkeld
MECHANISME 2 : ASPIRATIE VAN SINONASALE SECRETIES
Snot uit de neus → vloeit nr longen → longen worden geprikkeld
MECHANISME 3 : NASOBRONCHIALE REFLEX
mechanisme, chemische en thermische prikkeling van het neusslijmvlies → bronchoconstrictie tot gevolg
echter wanneer de prikkel sterk was volgde bronchodilatatie.
MECHANISME 4 : SYSTEMISCHE LINK TSS BOVENSTE EN ONDERSTE LUCHTWEGEN (belangrijkste)
Biopt in neus en longen :
Als je in neus allergeen aanbrengt , zie je na 24U eosinofielen in longen en in bloed zie je IL5 stijgen
Prikkel in neus aanbrengen → stijging van IL5 in bloed → trekt eosinofielen aan nr neus en longen → ontsteking
Als je in rechter long allergeen aanbrengt, in ander long en neus zal je reactie zien.
=> Neus en longen reageren altijd samen
3.3 diagnose
ANAMNESE : navragen van :
• Familiale en persoonlijke anamnese • Sociale anamnese
• Symptomen • Co-morbiditeit
• Tijdstip en ernst v klachten • Medicatie
• Uitlokkende factoren
WANNEER SYMPTOMEN ?
• Voorjaar : feb – april : bomen
• Zomer : mei – juli : grassen
• Gans jaar : mijten
, DIAGNOSTIEK V ALLERGIE
• Huidpriktesten (max 20) :
o druppel op huid → prikje erdoor → bubbel ontstaat bij allergie
o vaak is huidpriktest positief maar heeft pt toch geen klachten !!
o dus pos huidpriktest is niet altijd allergie : rhinitis = pos huidtest + symptomen
o pt mag geen anti-histaminicum nemen, anders test mogelijk vals negatief !! altijd pos (histamine)
en neg (water) controle doen !!
• bloedprikken (6 igE prikken)
o voordeel : niet moeilijk, toegankelijk
o nadeel : je vindt veel meer dan dat pt heeft
o dus controleer gericht obv anamnese
• ISAC chip
o Multi assay van meer dan 100 allergenen
o SLECHT
DIAGNOSTIEK V NEUSDOORGANKELIJKHEID
• Neusdoorgankelijkheid meten
o Spiegeltest
o Rhinomanometrie
o Acoustic rhinometrie
o Nasal inspiratory peak flow
o Klinisch beeld !!!!! open mond ademhaling
3.4 Classificatie !!!!
SYMPTOMEN ZIJN AFHANKELIJK VAN TYPE ALLERGISCHE PT
1. sneezers en runners 2. blockers
• Niezen • NIET niezen
• Neusloop : waterig , anterieur en posterieur • Neusloop : dikke mucus, vooral posterieur
• Verstopte neus : soms • Verstopte neus : ernstig
• Verkoudheid • rhinorrhea
• Conjunctivitis • GEEN jeuk
• Jeuk • Symptomen constant dag en nacht, erger snachts
• Symptomen erger gedurende de dag
ALLERGIE INDELEN OP DUUR EN ERNST
Geneeskunde 3E bach : NKO : rhinologie 4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Studentjegeneeskunde. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for £8.99. You're not tied to anything after your purchase.