Samenvatting Eventmarketing
H1,H2,Artikel: wat is projectmanagement?, H3,2 + 3 artikelen, H3,H5,H8,H9, ,H6,H7
H1
Inleiding: het event als strategisch marketinginstrument
1.1 Inleiding: het event als strategisch marketinginstrument
Strategie = een weloverwogen plan om een bepaald doel te bereiken.
VB: Red Bull is om marketingtechnische redenen actief in de Air Races, die deel uitmaken van hun
uitgekiende strategie om het merk een sportief en avontuurlijk imago te geven.
1.2 De opkomst van het event als strategisch marketinginstrument
Waar komt de toenemende populariteit van events vandaag?
Verandering in gedrag van de doelgroepen (ongrijpbaar)
Onderscheidend en effectief om bepaalde boodschappen tussen de oren van het publiek te
krijgen.
Dankzij hun interactieve karakter een bindmiddel
1.3 Eventmarketing
= het vakgebied dat events als live communicatiemiddelen inzet.
Wordt toegepast binnen:
Relatiemarketing: opbouwen, behouden en verdiepen van relaties met diverse partijen.
Marketingcommunicatie: het aan de man brengen van producten en diensten door
beïnvloeding van kennis houding en gedrag van de bezoeker.
Branding:
- External branding: het beïnvloeden, creëren of veranderen van waardevolle associaties die
een bezoeker bij een merk heeft
- Internal branding: het beïnvloeden, creëren of veranderen van waardevolle associaties bij de
medewerker om de medewerkersbetrokkenheid te vergroten en de klantbeleving te
optimaliseren
Citymarketing: het verlopen van een gemeente of regio aan (potentiële) bewoners,
bezoekers/ toeristen en organisaties.
1.4 Het event als strategisch marketinginstrument
Een strategisch ingezet event =
Een geplande, unieke bijeenkomst of reeks bijeenkomsten voor een of meer (genodigde)
doelgroepen waar mensen fysiek en/of virtueel samenkomen.
Op een uitnodiging van en geïnitieerd door een bedrijf, de overheid of een non-
profitorganisatie.
De opdrachtgever wil emotionele meerwaarde realiseren
, Door middel van beleving, ter ondersteuning van een vooraf geformuleerde
(communicatieve) doelstelling die dienst te worden gerealiseerd bij een of meer afgebakende
doelgroepen.
1.5 Beleving
Bezoeker van het event staat continu bloot aan zintuigelijke indrukken.
Deze indrukken leiden tot een emotie.
Daardoor beleeft de bezoeker het event als aangenaam of juist verschrikkelijk.
Na afloop maakt hij (onbewust) de rekening op. Het event is dan een ervaring geworden.
Doordat events zintuigelijke ervaringen zijn, staat de bezoeker extra open voor eventuele
boodschappen die tijdens het event worden gecommuniceerd.
Bij de beleving van een event spelen tal van factoren een rol:
- De stemming van de toeschouwer
- Zijn interesses
- Eerder ondergane ervaringen
- Sociale omgeving en achtergrond
1.6 Touchpoints
Contactmomenten tussen de afzender van het event en de bezoeker, zoals communicatie-uitingen
en (in)directe contacten tussen bezoekers en vertegenwoordigers van de organisatie.
1.7 Bedrijfsevents en publieksevents
Bedrijfsevents:
- Business-to-business events : (VB) vakbeurzen, events voor klantrelaties, jubilea, congressen
- Business-to-consumerevents : (VB) (brandevents) LEGO World, VOLVO Ocean Race en
publieksbeurzen (woonbeurs)
- Business-to-employee-events : (VB) personeelsfeesten, teambuildingsdagen, speciale events
naar aanleiding van een fusie voor personeelsleden van beide betrokken bedrijven en
uitstapjes naar een groot sportevent met het hele personeel.
Publieksevents:
- Esthetisch doel: (VB) kunst- en cultuurevents
- Ideëel doel (educatief/ maatschappelijk): (VB) demonstratie
- Amusement: (VB) kermis / dance-event
- Handel: (VB) (jaar)markt of een beurs
,1.8 Vervaging van de grenzen tussen bedrijfsevents en publieksevents.
1.9 Het belang van sturing bij events.
Plan-Do-Check-Act-cyclus :
Plan- idee om een of meerdere doelstellingen te realiseren met een event
Do – daadwerkelijk organisatie event
Check - organisator gaat na of de
doelstellingen zijn behaald
Act – terugkoppelen resultaten
effectmeting/ evaluatie naar
strategie
(aanleiding om wel of niet nogmaals
een event te organiseren)
1.10 Het EVENTS- model
= Als instrument om systematisch te kijken
naar de strategische inzet van events.
De planfase (Kern,links) = de as stelt Eventmarketing voor en de vier weken staan elk voor een
deelgebied van de marketing waar Eventmarketing als instrument wordt ingezet (relatiemarketing,
marketingcommunicatie, branding & citymarketing).
De do-face (het ovaal) = de pre-, de direct- en de postexposurefase. De touchpoints worden verdeeld
door de stippen in het ovaal.
Checkface (rechts) = de effectmeting na afloop van het event wordt gesimboliseerd door de grote pijl
rechts. De kleine pijltjes in het ovaal laten zien dat effectmetingen ook al tijdens het event
plaatsvinden.
De actfase (de pijl onder in het figuur) = stelt de terugkoppeling voor van de resultaten van de
effectmeting.
H2
Trends en ontwikkelingen: de consument op zoek naar geluk.
2.1 Beleveniseconomie
= belevenis staat centraal.
Geïntroduceerd door economen Pine en Gilmore (1999-2000)
Consumenten oriëntatie
-> het criterium dat bepaalt of de consument al dan niet tot aankoop overgaat:
1. Agrarische economie: winnen van grondstoffen (commodities) uit de natuurlijke omgeving.
Consumentengevoeligheid hangt samen met de beschikbaarheid van deze grondstoffen.
2. Industriële economie: concentreert de aanbieder zich op het produceren van goederen.
Focus verschuift naar de kostenfactor. Prijs speelt een vooraanstaande rol in het
beslissingsproces van de consument.
3. Diensteneconomie: verschuift het economisch aanbod van de producten maken naar
diensten leveren. Kwaliteit is nu het onderscheidende aankoopcriterium.
4. Beleveniseconomie: Consument wil emotioneel geraakt worden en de
consumentengevoeligheid verschuift van kwaliteit naar authenticiteit perceptie van
belevenissen.
5. Transformatie-economie: de aanbieder gaat de uitdaging aan on transformaties of duurzame
veranderingen in het leven van de consument te bewerkstellingen.
Consumentengevoeligheid wordt niet benoemd.
Economische stadium Focus van aanbieder Focus van consument
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller thaliya1704. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for £5.16. You're not tied to anything after your purchase.