100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting financieel management £5.90   Add to cart

Summary

Samenvatting financieel management

 65 views  4 purchases
  • Module
  • Institution

Samenvatting lessen financieel management

Last document update: 10 months ago

Preview 6 out of 84  pages

  • December 23, 2023
  • January 5, 2024
  • 84
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
FINANCIEEL MANAGEMENT: THEORIE &
CASES
INLEIDING

EXAMEN

 Schriftelijk examen 70%
o MPC 70%: 35 meerkeuzevragen
o Open vragen 30%
 Individuele opdrachten 30%

H1: DOELSTELLINGEN/ FUNCTIES VAN HET FINANCIEEL BELEID

MAXIMALISEREN AANDEELHOUDERSWAARDE

Taken CFO




 Maximaliseren van de aandeelhouderswaarde door
o Investeringsbeslissing: juiste investeringen te doen
 Dit kan door netto-contante waarde = kosten-baten analyse
 Kosten-baten zijn uitgesmeerd doorheen de tijd, dus niet zomaar op KT bekijken
 Voorbeelden:
 Nieuwe machines kopen?
 Een buitenlands filiaal openen?
 Een overname van een ander bedrijf?
o Financieringsbeslissing: hoe financiert een bedrijf zich?
 Vermogensstructuur optimaliseren -> optimale mix EV en VV om waarde aandelen te
maximaliseren
 Bedrijven met veel schulden hebben weinig EV en veel VV = veel interest
o Dividendbeleid: alternatieve manieren om cash aan aandeelhouders uit te keren
 Robuust beleid: winsten bijna volledig uitkeren
 Gross vs value bedrijven
 Groeibedrijven: jonge bedrijven die in ontwikkelingsfase zitten die vooral
hun eigen winsten herinvesteren-> aandelen die hoge koerswinst hebben
 Waardebedrijven: betalen wel dividend uit omdat ze stabiel zijn



1

,DOELSTELLINGEN (ESG)
 Vanuit maatschappij druk op corporate goals om ook naar de gevolgen op de maatschappij te kijken
 Kredietwaardigheid bedrijven aanvullen met sociale doelstellingen, uitstootnormen, …
o ESG: Environment social governance
 Belangrijk voor duurzame beleggingen
 ESG scores gepubliceerd naast klassieke kredietratings
 Duurzaamheid of sustainability maar: risico op “greenwashing”
 Environment: bedrijven (zeker de vervuilende) in toenemende mate afgerekend op
hun milieubeleid door overheden, pensioenfondsen, internaliseren externaliteiten.
 Social: gelijke behandeling man/vrouw, binnenlandse/buitenlandse werknemer,
inclusie, …
 Governance: Diversiteit (geslacht, afkomst etc.) in raad van bestuur of aan top van
bedrijven (CEO/CFO)

WAARDERING

Wat bepaalt marktwaarde en intrinsieke waarde van de aandelen en obligaties van het bedrijf vs. de
boekwaarde?
 marktwaarde ≠ boekwaarde (balans) ≠ intrinsieke (faire) waarde
 Een bedrijf kan over-of ondergewaardeerd zijn (intrinsieke waarde vs marktwaarde)
o Ondergewaardeerd: marktwaarde < intrinsieke waarde
o Overgewaardeerd: marktwaarde > intrinsieke waarde
o Toepassingen
 Belegger wilt investeren in ondergewaardeerde waarde: marktwaarde < intrinsieke
waarde
 Investeringsbank moet een correcte uitgifteprijs bepalen voor de aandelen van een
privaat bedrijf dat naar de beurs wil trekken

VERBAND TUSSEN RISICO EN RENDEMENT VAN EEN INVESTERING

Risicomanagement: risicomijdende beleggers willen risico spreiden door portefeuilles of gebruik van derivaten

 Sommige investeringen (aandelen, obligaties, vastgoed, een overname, een machine etc. ) hebben een
hoger rendement dan andere door hun hoger risico
o Enkel “onvermijdbaar” risico wordt beloond
 Risicomanagement = risico spreiden door portefeuilles of derivaten
o Institutionele beleggers: Pensioenfondsen, verzekeringsmaatschappijen
o Enkel onvermijdbaar risico is hoger rendement

RENTE OP SPAARGELD

 Tijdswaarde van geld: geld kan geïnvesteerd worden in een project en reële groei realiseren
 Als je niet zelf investeert wil je compensatie = opportuniteitskost van kapitaal
 Investeringsopbrengst meestal hoger (lager) bij economische expansies (recessies), dus ook
tijdswaarde (rente) = cycliciteit van interest
 Banken maken winst door kleine deposito’s (zichtrekeningen) samen te voegen tot grote leningen
voor huishoudens (hypotheken) en bedrijven (debetrente > creditrente)

2

,  Rente is de opportuniteitskost van kapitaal

H4: ENKELVOUDIGE EN SAMENGESTELDE INTERESTBEREKENING

TOEKOMSTIGE EN CONTANTE WAARDE VAN GELD


TOEKOMSTIGE (FINALE) WAARDE



Veronderstel dat je €1000 voor 1 jaar spaart tegen 5%.
 Wat is de waarde binnen een jaar?
o Interest = 1000 x 0,05 = 50
o Toekomstige waarde = 1000 x (1 + 0,05) = 1050
 Als je het geld vervolgens voor een jaar herbelegt, wat is dan de waarde na twee jaar?
o TW= 1000 x (1,05) x (1,05) = 1000 x (1,05)² = 1102,50

Voorbeeld
 Bij de geboorte van zijn jongste kleindochter schenkt opa haar een initieel kapitaal van € 30.000, dat
wordt belegd aan een cumulatieve jaarlijkse interest van 7%.
o Over welk bedrag zal ze kunnen beschikken wanneer ze 21 jaar wordt?
 FW = 30.000*(1,07)21 = €124.217
o Wat indien u slechts € 20.000 kunt schenken ?
 FW = 20.000*(1,07)21 = € 82.800


HUIDIGE OF CONTANTE WAARDE


 FV = eindwaarde/ toekomstige waarde
 C0 = beginwaarde/ huidige waarde
 r = interestvoet
 T = aantal beleggingsperioden
 (1+r)T = interest- of verdisconteringsfactor

Voorbeeld
 Opa wenst dat zijn kleinzoon, die nu 10 jaar is, op zijn 21ste verjaardag over eenzelfde kapitaal
beschikt als zijn kleindochter, namelijk € 124.217.
o Welk bedrag moet vandaag worden belegd als de interestvoet 7% is?
 C0 = 124.217/(1,07)11 =59.624,16
o Wat indien de kleinzoon reeds 15 jaar zou zijn?
 C0 = 124.217/(1,07)6 = 83.225,39

RENTE


HERBELEGGEN VAN RENTE BINNEN HET JAAR


m is aantal deelperiodes per jaar
Voorbeeld
€100 deposito en 8% jaarinterest (boek: “stated” interest rate)
 Toekomstige waarde bij halfjaarlijkse interestverrekening

3

, o
 Toekomstige waarde bij interestverrekening per kwartaal


o

De interest is in principe een rendement op jaarbasis. De intrestfactor wordt groter als je sneller herbelegt
(rente op rente berekent).


HERBELEGGEN VAN RENTE OP MEERDERE JAREN


T is aantal jaren
Voorbeeld
100 deposito en 8% jaarinterest (T=3 jaar)
 Toekomstige waarde bij halfjaarlijkse interestverrekening


o
 Toekomstige waarde bij interestverrekening per kwartaal


o


CONTINU HERBELEGGEN VAN RENTE (CONTINUOUS COMPOUNDING)
Toekomstige waarde bij continue interestverrekening

 Neem m oneindig

Voorbeeld
€100 deposito en 8% jaarinterest
 Toekomstige waarde bij continue interestverrekening
o FV1 = (100)*(2,71828)^0,08 x 1 = 108,33 (1 jaar)
o FV3 = (100)*(2,71828)^0,08 x 3 = 127,12 (3 jaar)
 Maximale eindwaarde


EAR: STATED AND EFFECTIVE ANNUAL RATE
Stated and effective annual rate (EAR)
 Zonder tussentijdse compounding : twee rentevoeten hetzelfde.
 Compounding binnen het jaar: rentevoeten =/=.
 Belang voor spaarders is de effectieve rente op jaarbasis (wat het daadwerkelijk opbrengt)

 EAR= 1+ ( ) r m
m
−1
o r = de jaarrente is door de bank vermeld (stated),
o m = aantal keer tussentijdse compounding binnen het jaar
o EAR = effectieve rente op jaarbasis




4

,H6: NETTO CONTANTE WAARDE (NCW) VAN INVESTERINGSPROJECTEN

TESLA

 Een marktstudie van de toekomstige vraag naar Teslawagens voorziet een grote stijging in de
komende 3 jaar. Om aan die stijging te kunnen voldoen, moet het bedrijf nieuwe robots voor de
assemblagelijn aanschaffen. Moet Elon Musk deze robots kopen of niet?
o Wegen de toekomstige opbrengsten van deze investering op tegen de investeringskosten nu?
 Enkel dan zal de aandeelhouderswaarde stijgen
o Vereenvoudigende veronderstelling: toekomstige CF ofwel bekend (Musk heeft glazen bol) of
onzekerheid-risico van de toekomstige CF kan Musk niks schelen (hij is risico ’neutraal’)

FORMULE

C1 C2 CT+ A
NCW =−I + + +…+
1+r ( 1+ r )2 (1+ r )T
 I = Initiële investerings
 Ct = Cash flow op het einde van jaar t
 r = Huidige rente (op jaarbasis)
 T = Duurtijd van het investeringsproject
 A = Restwaarde na depreciatie

NCW=0 impliceert dat investeerders indifferent zijn tussen A en B → levert hetzelfde op
 Formule bestaat uit 2 delen: eerste deel heeft betrekking op de investering en tweede deel op sparen
→ als beide evenveel opbrengen, wordt NCW 0!
o NCW < 0, dus minder interessant om te investeren en wel interessant om te sparen
o NCW > 0, dus wel interessant om te investeren en niet interessant om te sparen

Voorbeeld
 C0=$10,000,000 (aankoopkost nieuwe robots)
 Verwachte cash flows per jaar (voor komende 3 jaar)=$400,000
 We houden geen rekening met depreciatie of restwaarde
 Musk moet twee alternatieven vergelijken:
o A) Houd $10,000,000 op spaarrekening komende 3 jaar (r=7%)
 $10,000,000(1.07)(1.07)(1.07)=$12,250,000
o B) Breid de assemblagelijn uit en koop de robots
 $400,000(1.07)(1.07)+$400,000(1.07)+$400,000=$1,286,000
 A>B: Musk kan zijn geld beter op de bank houden.
 Stel NCW = 0 -> Musk is indifferent tussen sparen of investeren -> finale waarde beide strategieën is
gelijk
o Eindwaarde spaarrekening vergelijken met eindwaarde investering in machines
CF 1 CF 2 CF 3
o I= + +
1+r (1+r ) (1+ r)3
2

o I (1+r )3=CF 1(1+r )2+CF 2( 1+ r)+CF 3

Investeerders
 Risico-avers
o Vrouwen zijn risico-averser dan mannen
o Oudere mensen zijn risico-averser dan jongere mensen


5

, o Rol van culturele factoren
 verdisconteringsvoet moet aangepast worden voor het risico van de cash flows.

H9: RENDEMENTEN IN FINANCIËLE MARKTEN

Rendement bestaat uit twee componenten
 Kapitaalwinst/ -verlies
o Verandering in de prijs
 Inkomen uit het asset
o Aandelen (stocks)
S t +1−St ¿t +1
 R S= +
St St
o Obligaties (bonds)
B t+1 −B t C
 R B= +
Bt Bt
 Obligatielening = lening door bedrijf of overheid
 Als je die koopt, stel jij een bepaald bedrag ter beschikking van
bedrijf/overheid en je krijgt daarvoor interesten
 Rentebetalingen zijn inkomsten voor jou (coupons)
o Vastgoed
H t+ 1−H t Rent t+ 1
 RH= +
Ht Ht
o Bitcoin/ crypto: onderliggende CF kan niet vastgelegd worden. Wat is de intrinsieke waarde?

Voorbeeld
 Het aandeel was 25$ op het eind van vorig kwartaal. Op het eind van dit kwartaal is het gestegen tot
30$. Bovendien is er een kwartaaldividend betaald: 5$. Wat is het kwartaalrendement op deze
investering?



o Of in percentages: 20% kapitaalwinst en 20% dividendrendement
o Dit wordt soms ook het netto-rendement genoemd (je trekt immers de investeringskost van
25$ eraf).
 Het bruto-rendement bedraagt:

o
 Rendement moet gekaderd worden in tijd

DE TIJDSHORIZON VAN RENDEMENTEN

 Rendementen worden altijd gemeten over een bepaald tijdsinterval (dag, week, maand, kwartaal, jaar,
…)
 Er is een verband tussen rendementen van verschillende horizons
 Voorbeeld: rendement over 10 jaar in termen van jaarlijkse rendementen
o T-jaar “holding period” rendement (HPR) is het rendement dat men verkrijgt wanneer men
een aandeel, obligatie etc. koopt en gedurende T jaren vasthoudt (dus herbelegt zoals bij
spaarrekening): dit T-jaarsrendement is gerelateerd aan de jaarrendementen via:
o HPR T =( 1+ R 1) × ( 1+ R 2 ) × .. x ( 1+ RT )
o Vergelijkbaar met samengestelde interestberekening

6

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MarieVincke. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for £5.90. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy revision notes and other study material for 14 years now

Start selling
£5.90  4x  sold
  • (0)
  Add to cart