Medische Vakken Periode 3 Samenvatting. Alle samenvattingen van periode 3 in één document incl. lescodes. Het bevat informatie over de neuroanatomie, ontstekingsreacties en gewrichtsaandoeningen, metabole botziekten, syndesmologie (bovenste en onderste extremiteiten), MRI neuroanatomie en patholo...
Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken
Medische Vakken
All documents for this subject (38)
Seller
Follow
LerenmetIsabel
Content preview
03-002 Neuroanatomie
Week 1
Hoofdstuk 1: Grove opbouw zenuwstelsel
Grove opbouw van zenuwstelsel, ventraal en midsagittaal aanzicht van de hersenen
Het zenuwstelsel op te delen in 2 soorten.
1. Centraal zenuwstelsel: Hersenen en Medulla Spinalis (Ruggenmerg)
2. Perifeer zenuwstelsel: Nervi cranialis (Craniale zenuwen) en Nervi spinales (Spinale zenuwen)
De hersenen zijn op te delen in 3 onderdelen.
1. Cerebrum (grote hersenen)
2. Cerebellum (Kleine hersenen)
3. Hersenstam
Het cerebellum is betrokken bij de coördinatie/plannen van fijne motoriek en balans. In de hersenstam
bevinden zenuwknopen van craniale zenuwen en spelen een rol bij bewustzijn en het reguleren in het
autonome zenuwstelsel.
Hoofdstuk 2: Schedel, meningen, cerebrospinaal vloeistof en bloedvoorziening
De functie van de schedel is het beschermen van de hersenen tegen klappen en stoten.
Meningen → Vliezen en cerebrospinaal vloeistof voor additionele bescherming. De 3 vliezen zijn.
1. Dura mater
Bestaat uit een dubbele laag vliezen dat op specifieke plaatsen naar binnen vouwt. Door deze
vouwingen is de schedelruimte in drie compartimenten verdeeld.
2. Arachnoid
Een membraan dat direct onder het dura mater ligt. Dunne uitlopers aan het arachnoid lopen
van het arachnoid naar de hersenen en hebben een spinnenwebachtig voorkomen die aan het
pia mater verbinden. Tussen het dura mater en het arachnoid loopt cerebraal vloeistof.
3. Pia mater
Staat in direct contact met de arachnoid. De subarachnoide ruimte is een ruimte tussen het
arachnoid en de pia mater. Het volgt de contouren van de hersenen.
Ventrikelsysteem en cerebrospinaal vloeistof
De hersenen bevat vier met cerebrospinaal vloeistof
gevulde holtes die met elkaar in contact staan. Deze
ventrikels zijn referentiepunten voor de radioloog.
Je moet de volgende anatomie herkennen.
1. Laterale ventrikel
2. Aquaductus cerebri
3. Vierde ventrikel
4. Derde ventrikel
De cerebrospinale vloeistof bestaat voornamelijk uit
glucose, signaalstoffen, afvalstoffen en immuuncellen. De
functie van de vloeistof is vooral schokdemping, maar ook
afvalstoffen afvoeren. Gezond vloeistof is helder.
,Arteriële bloedcirculatie
Cerebrale bloedvoorziening
De hersenen gebruiken veel zuurstof. Dit gebeurt via 2 routes.
1. Het vertebrobasilaire systeem
2. Het carotis interna systeem
Cirkel van Willis → De 2 systemen komen samen in de
cirkel van Willis. Niet iedereen heeft deze cirkel, maar
het is wel ideaal om te hebben voor optimale
voorziening van bloedtoevoer. De systemen zijn in die
cirkel met elkaar verbonden door de communiceren
arteriën wat resulteert in een arteriële cirkel. Met opmerkingen [WI1]: Arteria commmunicas anterior
en posterior verbind t de drie vaten en zorgt ervoor dat de
cirkel rond is
A. commmunicas anterior en posterior verbindt de drie
vaten en zorgt ervoor dat de cirkel rond is
De a. cerebri anterior, posterior en media zijn de drie
hoofd arteriën die het cerebrum van bloed voorzien.
Wanneer er sprake is van een blokkade van een arterie
kan dit invloed hebben op het gedrag van de patiënt.
Dat gedrag is specifiek door de locatie van de blokkade.
Elk hersendeel heeft zijn eigen functie, dus wanneer
daar geen bloed meer naar toe stroomt valt die functie
uit. Bijvoorbeeld als er een bloedprop in de a. cerebri
anterior zit kan de motoriek en gevoel uitvallen van de
patiënt.
Neurologische symptomen bij blokkades arterie
a cerebri anterior
o Halfzijdig krachtverlies en sensibiliteit in been en/of arm
o Verandering gedrag
a cerebri posterior
o Visuele stoornissen
o Heteronieme hemianopsie → Verlies van 1 gezichtsveld in beide ogen
o Homonieme hemianopsie → Verlies van 1 gezichtsveld in 1 oog
a cerebri media
o Halfzijdig krachtverlies en sensibiliteit in been en/of arm
o Aphasie
o Centrale facialis parese
Veneuze bloedcirculatie
Tussen de dura mater liggen grote veneuze kanalen, de durale sinussen. De durale sinussen draineren
bloed en cerebrospinaal vloeistof. De belangrijkste veneuze sinussen en venen zijn.
o Sinus sagittalis inferior
o Sinus sagittalis superior
o Sinus transversus
, o Sinus rectus
o Vene jugularis interna
Granulationes arachnoideae → Uitstulpingen van het arachnoid in de sinussen. Deze uitstulpingen vind
je in de sinus sagittalis superior, bij de neus en de cauda equina. De granulationes arachnoidea
draineren de cerebrospinaal vloeistof in de sinussen, waardoor het vocht terugkomt in de
bloedsomloop.
, 03-003 Ontstekingsreacties en gewrichtsaandoeningen
Week 1
Afweersysteem
Alles wat lichaamsvreemd is wordt aangevallen door het afweersysteem. Het kan dan gaan over
bacteriën, virussen, parasieten, schimmels, kankercellen, donororgaan, etc. Dit zijn de antigenen, het
lichaam reageert hierop.
Witte bloedcellen, ookwel leukocyten, vallen die antigenen aan. Daarbij wordt het geïsoleerd,
geïnactiveerd en verwijderd.
Het afweersysteem kan worden verdeeld in 2 groepen.
1. Aspecifiek
Alle lichaamsvreemde stoffen. Het weert af doormiddel van de huid, speeksel en maagzuur.
Daarnaast zijn er cellen die dit werk doen, De facocyterende cellen, macrofagen en
neutrofielen.
2. Specifiek
Er is een specifieke cel voor die indringer. Er is dus 1 type antigeen. Daar zijn 2 soorten van: de
celgemedieerde immuniteit (T-cel) en de humorale immuniteit (B-cel).
Stel er is een snee in de huid, de barrière is doorbroken. Er kunnen bacteriën naar binnen. Het lichaam
zal meer histamine en bradykinine aanmaken zodat er meer zuurstof naar de ontstekingsplek kan
worden vervoerd. Er vindt dan op de plek van de ontsteking functio laesae plaats.
Functio laesae → De ontsteking zorgt ervoor dat de plek waar hij zit niet meer goed kan functioneren.
Daarbij zijn er een aantal symptomen.
o Rubor (roodheid)
o Calor (warmte)
o Dolor (pijn)
o Tumor (zwelling)
De permeabiliteit neemt toe zodat er makkelijker stoffen kunnen worden afgevoerd naar de ontsteking.
Daarbij wordt het compliment systeem geactiveerd. Dat zijn de alarmbellen voor het lichaam om
antistoffen te gaan zoeken voor de bacterie die het lichaam is binnengedrongen. De macrofagen binden
zich aan de bacterie en vernietigen ze. Het lichaam zorgt dat er koorts opkomt. De macrofaag gaat via
de bloedbaan opzoek naar een passende T-cel die de rest van de bacteriecellen kan aanvallen en
opruimen. Dit doet hij door het eiwit van de bacterie op zijn celmembraan te presenteren. Een enkele
T-cel kan niet zo veel, daarom gaat hij zich delen in 4 types.
1. Cytotoxische T-cellen
Breken de bacteriecellen af en ruimen ze op.
2. T-helper cellen
Helpen met het verder zoeken naar nog meer T-cellen. Daarnaast activeren ze de B-cellen. Dit
zijn de antilichamen die ervoor zorgen dat de bacteriecellen sneller worden uitgeroeid. B-
cellen maken ook memory-cellen aan.
3. Memory T-cellen
Zorgt dat de T-cellen worden “opgeslagen” in het lichaam. Zodat er bij de volgende infectie
sneller gereageerd kan worden.
4. Supressor T-cellen
Remt de ontsteking
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LerenmetIsabel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for £5.99. You're not tied to anything after your purchase.