Handige samenvatting voor de opleiding Vastgoedkunde (voorheen Vastgoed & Makelaardij) aan de Hogeschool Rotterdam. Combinatie van de sheets van het werk- en hoorcollege met aantekeningen van de module bedrijfseconomie 2 (VEMBEC41). Module gaat over: balans/exploitatie/liquiditeitsbegroting, besli...
Samenvatting Bedrijfseconomie 2
Periode 4 – Vastgoedkunde Hogeschool Rotterdam
General notes
Het tentamen vindt plaats in de tentamenweek (ma 10 juni 2024 om 14.00) en telt voor 75%
mee. De groepsopdracht telt voor 25% en wordt afgetoetst gedurende het vak (ingeleverd
uiterlijk vrijdag 17 mei 2024 18:00).
De lessen week 1, 5 en 6 bevatten stof voor het tentamen, week 2, 3 en 4 zijn voor de
groepsopdracht.
8 multiple choice en 4 meerkeuze vragen (2 beslissingscalculaties, 1 cash management en 1
balans/exploitatie/liquiditeitsbegroting)
Les 1 Planning & Besturing
Op tentamen kan je ook de balans, exploitatie- en liquiditeitsbegroting verwachten
Investeringsplan: Welke middelen (activa) ga je aanwenden die nodig zijn voor de onderneming (je
bezit)?
Financieringsplan: Welke financiële middelen (passiva) heb je nodig om de activa te financieren?
Vormen samen de balans; Bedrag Investeringsplan = Bedrag Financieringsplan
Investeringsplan Financieringsplan
Voorbeeld openingsbelans
Marco begint per 1 januari 2023 een eigen onderneming. Hij gaat bouwmaterialen verkopen gemaakt
van duurzaam materiaal. Verwerk de volgende acties en stel de beginbalans op;
Marco koopt op 1 januari 2023 een kantoorpand voor € 175.000. Dit pand is voor € 150.000
gefinancierd met een hypothecaire lening tegen 4% rente, lineair achteraf af te lossen in 120
kwartalen (=30 jaar). Het resterende deel betaalt hij met zijn spaargeld.
Marco koopt op dezelfde datum voor € 10.000 aan inventaris (meubilair, computers etc.) te
betalen met eigen spaargeld.
Marco had op 31 december 2022 € 50.000 aan spaargeld.
Marco koopt ook een bestelbusje t.w.v. € 20.000. Deze is gekocht met een lening tegen 10%
rente, lineair achteraf af te lossen in 20 kwartalen (=5 jaar).
Aangezien Marco direct wil beginnen met handelen koopt hij ook voor € 50.000 aan
bouwmaterialen (voorraad) in. Hierop zit een leverancierskrediet van 2 maanden.
Bedrijfseconomie 2, 2e leerjaar Vastgoedkunde – Hogeschool Rotterdam
Mw. N. de Langen (1034684) Pagina 1 28-05-2024
, Exploitatie- en Liquiditeitsbegroting
Opbrengsten: Het bedrag waar je recht op hebt op basis van de goederen/diensten die je verkocht
en geleverd hebt aan klanten.
Kosten: De waarde van alles wat je opgeofferd hebt om opbrengsten te genereren. Oftewel datgene
wat je verbruikt en aan een bepaalde periode toerekent met betrekking tot de opbrengsten van die
periode.
Inkomsten (ontvangsten): Alle bedragen die je daadwerkelijk contant of via een bankrekening binnen
hebt gekregen.
Uitgaven: Alle bedragen die je daadwerkelijk contant of via een bankrekening betaald hebt.
Opbrengst mag je berekenen als je het verzonden hebt. Inkomst mag je berekenen als er betaald is.
In AfschRijvingen zit de R van Resultatenrekening = kosten (waardevermindering)
DUS AFSCHRIJVINGEN ZET JE OP DE RESULTATENREKENING (EXPLOITATIEBEGROTING)
In AfLossingen zit de L van Liquiditeitsbegroting = uitgave (bv aflossingen)
DUS AFLOSSINGEN ZET JE OP DE LIQUIDITEITSBEGROTING
De andere kosten zijn vaak ook uitgaven! Denk aan rente, salariskosten, exploitatiekosten etc.
Opzet exploitatiebegroting Opzet Liquiditeitsbegroting
Voorbeeld
Een boekhandel krijgt op 11 april een bestelling binnen om 50 boeken voor in totaal € 1.000 te
leveren. Op 14 april levert de boekhandel de boeken en zend een factuur mee met het verzoek aan
de klant om uiterlijk 14 mei te betalen. De klant betaalt uiteindelijk op 8 mei. Wanneer is het een
opbrengst en wanneer een inkomst ?
- Inkomst is op 8 mei
- Opbrengst is op 14 april
Voorbeeld
VGK Airlines is een luchtvaartmaatschappij die haar bestemmingen uit wil breiden. Ze koopt daartoe
een nieuw vliegtuig. Dit vliegtuig wordt gekocht en geleverd op 1 oktober 2022 en wordt ook direct in
gebruik genomen. De volgende gegevens zijn bekend:
- Aanschafprijs vliegtuig EUR 9.000.000
- Restwaarde van het vliegtuig EUR 3.000.000
- Levensduur van het vliegtuig 20 jaar
Vraag: wat zijn in oktober nu de kosten en wat zijn de uitgaven?
- Uitgaven: EUR 9.000.000 > dat gaat daadwerkelijk van je rekening af
- Kosten: wat kost dit vliegtuig mij per maand aan waarde opoffering?
1. Bepaal de waardevermindering per maand
2. Waarde nu (= EUR 9.000.000) -/- de restwaarde (= EUR 3.000.000) / de levensduur (=
240 maanden of 20x12) = EUR 25.000
3. Mijn vliegtuig wordt dus elke maand EUR 25.000 minder waard = mijn
waardeopoffering = kosten afschrijving
Bedrijfseconomie 2, 2e leerjaar Vastgoedkunde – Hogeschool Rotterdam
Mw. N. de Langen (1034684) Pagina 2 28-05-2024
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 1034684. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for £6.33. You're not tied to anything after your purchase.