Dit document is een volledige samenvatting van het vak 'observatie in ziekenhuis'. Zelf een 16 gehaald hiermee! De volgende hoofdstukken zijn samengevat: bio-en weefselbank, ziekenhuisapotheek, bloedafname + glycemie, longfunctie evaluatie, forensische autopsie, reanimatie en de verschillende hoofd...
LES 1: BIO- EN WEEFSELBANK
WAT IS ER BELANGRIJK VAN DIT HOOFDSTUK?
1. Verschil weefsel- en biobank
2. Traceerbaarheid, ethisch comité en GDPR (= algemene verordening gegevensbescherming)
3. Opting in en opting out
4. Materiaal is van de patiënt, data is van de onderzoeker
5. Staal van onderzoeker naar onderzoeker mag NIET en moet altijd in overleg met biobank (informed
consent moet juist zijn + passen binnen de scope) + staal buitenland moet ook altijd via biobank
6. ALLES registreren (tot aan de vernietiging van het staal)
THERAPEUTISCHE BANK VERSUS BIOBANK
THERAPEUTISCHE BANK= WEEFSELBANK
Weefsels en cellen worden bewaard om uit te geven later voor therapeutische doeleinden. Een voorbeeld:
cornea wordt getransporteerd naar mensen die het nodig hebben (vb: corneale blindheid). Bij overleden
mensen wordt er naar orgadon gekeken. Dit is het register waar je je kan inschrijven of je donor bent of niet.
Als je donor bent en je overlijd, wordt je cornea weggehaald.
Wat wordt er onder andere verzameld in een weefselbank?
- Botten en pezen
- Huid (bij brandwonden)
- Trommelvlies en gehoorbeentjes
Prelevatie= het wegnemen van weefsels en cellen en dit wordt gedaan door een prelevateur.
1. Orgaandonatie: meestal levensreddend
2. Weefsel/cel donatie: meestal verbeteren van levenskwaliteit. UITZONDERING: stamceltransplantatie
(of bij transporteren van cornea om blindheid te verbeteren → minder depressie → kan ook als
levensreddend gezien worden)
3. Autologe transplantatie: transplantatie van jezelf naar jezelf → levende donoren, zoals stamcellen zijn
meestal autoloog
4. Allogene transplantatie: transplantatie van jezelf naar andere (donor en acceptor zijn dus twee
verschillende personen) → slechtere prognose dan autoloog
Oude mensen die een nieuwe heup moeten krijgen, kunnen oude heup doneren (enkel kraakbeen is aangetast
en heup kop zelf is dus nog bruikbaar). Vliesjes en bloed worden eruit gehaald en een mooie heup kop blijft
over= bron voor weefseldonatie → er zitten geen cellen meer in (enkel kalkachtig skelet wordt overgehouden),
waardoor er geen afweerreactie optreedt.
1
,BIOBANK
Biologisch materiaal wordt bewaard voor research (echt uitsluitend gebruikt voor research). Er is wetgeving
zodat niet alle onderzoekers iets kunnen doen zonder dat het materiaal traceerbaar is en zonder dat de patiënt
invloed heeft. Een belangrijke vraag: is het materiaal van de patiënt, dokter of onderzoeker? MATERIAAL IS
VAN DE PATIENT en moet dus invloed kunnen hebben op het onderzoek dat op het materiaal gebeurd (vandaar
wetgeving nodig). DATA IS DAN WEER VAN DE ONDERZOEKER ZELF.
BELANGRIJK VERSCHIL!
1. Opting in: personen moeten actief hun toestemming geven voordat biologisch materiaal en hun
gegevens worden opgenomen in de biobank → je bent pas donor als je zelf expliciet toestemming
geeft
2. Opting out: Biologisch materiaal en gegevens worden automatisch opgenomen in de biobank, tenzij
de persoon expliciet zegt niet te willen deelnemen → je bent automatisch donor
Een patiënt heeft met een onderzoek meegedaan en er is weefsel verzameld tijdens dat onderzoek van 10.000
mensen. Een onderzoeker zou dit graag willen gebruiken, moet die aan alle 10.000 mensen toestemming
vragen? Nee, hij moet een protocol schrijven waarin duidelijk staat wat hij wilt onderzoeken. Ethisch comité
beslist of dit voor algemeen belang is en geeft eventueel toestemming → patiënten zelf moeten dus niet
geïnformeerd worden, maar moet dus wel langs ethische comité gaan.
Wat wordt er onder andere verzameld in een biobank? Zowel materiaal als geassocieerde gegevens
- Bevroren weefselbiopten
- FFPE ingebedde biopten
- Cellijnen
- Geïsoleerde derivaten
- Lichaamsvocht: traanvocht, cerebrospinaal vocht, speeksel
- Stamcellen, tumorcellen, DNA → stamcellen bijna niet voor research gebruikt, maar wel voor validatie
- Sperma, eicellen
- Spierweefsel, leverweefsel, longweefsel
- Tanden, haar, huid, nagels, netvlies, bot
Aspion (toestel dat we in UZA gezien hebben)= cryogene opslag dus van -150 tot -80 (want is vloeibaar stikstof)
IDENTIFICATIE BIOMERKERS (BM) IN B IOBANKEN
1. Populatiebank: materiaal en gegevens verzamelen van een specifieke populatie → voor het creëren
van een representatieve steekproef van de bevolking
2. Epidemiologische bank: materiaal en gegevens verzamelen van mensen die bij een epidemiologische
studie betrokken zijn (dus naar verspreiding van ziekten binnen een populatie)
3. Tumorbank: materiaal en gegevens van tumoren verzamelen → voor onderzoek naar oorzaak,
diagnose, behandeling en preventie van kanker
2
,UA BORN BUNGE INSTIT UUT= ONDERZOEKSINSTITUUT
Hersenbiobank sinds 1933 Ziektedomeinen
- Hersenen - Neuromusculatoire aandoeningen
- Spier- zenuw- en huidbiopten - Prionziekten
- Cerebrospinaal vocht - Neurodegeneratieve aandoeningen
- Bloed, plasma, serum
- Humaan en dierlijk
UZA BIOBANK
1 registratie systeem dat gesubsidieerd wordt door de overheid.
PRINCIPE
- Vlaams/Belgische interuniversitaire samenwerking
- Lokale opslag stalen
- Publicatie in catalogus
WAT SLAAN WE OP?
- Stalen
- Geassocieerde gegevens
o Toestemming patiënt (consent)
o Demografische gegevens
o Klinische gegevens
PATIENTENTOESTEMMING
- Presumed consent (veronderstelde toestemming) → gaat er vanuit dat toestemming gegeven wordt
o Residuair materiaal
▪ Materiaal dat is afgenomen voor diagnosestelling
▪ Overschot, niet nodig voor diagnosestelling
▪ Zou normaal gezien met medisch afval verwijderd worden
- Informed consent (geïnformeerde toestemming) → er is expliciet toestemming nodig
o Extra afgenomen materiaal
▪ Omschrijven waarvoor het kan gebruikt worden
o Secundair gebruik van materiaal
▪ Gebruik dat afwijkt van wat oorspronkelijk beoogd werd
3
, WERKWIJZE
KWALITEITSBEWAKING: BELANG
!!! garbage in = garbage out!!!
- Stalen zijn niet geschikt voor bepaalde analyses
- Interpretatie van artefacten als biomerkers
- Resultaten zijn niet reproduceerbaar
- Verkeerde diagnose
- Verkeerde behandeling
PRE-ANALYTISCHE VARIATIE
Pre-aquisitie Post-aquisitie
Geslacht Ischeamietijd
Medicamentatie Omgevingstemperatuur
Type en duur anesthesie Type fixatief
Bloedverlies en- transfusie Duur fixatief
Toediening vocht Vriessnelheid
Variatie bloeddruk Bewaartemperatuur & -duur
ISCHEAMIETIJDEN
1. Warme ischaemietijden
a. Moeilijk te beperken
b. Zuurstoftekort start bij afklemmen bloedtoevoer
2. Koude ischaemietijden
a. Cruciaal: zo kort mogelijk
3. Invriezen
a. Binnen 30min: veranderingen in signaaltransductie
BELANG VAN BEPERKING ISCHAEMIETIJDEN
Verandering in pMAPK (phosphorylated mitogen-activated protein kinase) expressie na 10-20 minuten koude
ischaemietijd.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller BMWJV. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for £6.13. You're not tied to anything after your purchase.