Dit is een samenvatting van het boek 'Groepen aan het werk' voor het vak 'Teamleren en groepsdynamica'. De samenvatting bevat alle acht hoofdstukken die in het handboek zijn uitgewerkt.
Kenmerkend voor onze tijd is dat je van heel veel verschillende groepen lid kan zijn. Meestal
vinden deze wel plaats in verschillende settings. Doorheen je leven, wissel je vaak van groepen
door bijvoorbeeld praktische overwegingen, ophouden van bestaan,…
GROEPSVORMING
Beloningness hypothesis (Baumeister en Leary): alle mensen hebben een natuurlijke behoefte
om zich aan te sluiten bij anderen.
• Belongingess: ~ relation value: mate waarin iemand zijn relatie met een ander als
persoonlijk waardevol ervaart
o Gaat over het psychische of emotionele belang van een relatie
▪ Groepslidmaatschap positief effect op het psychisch welbevinden
BASISFUNCTIES VAN GROEPEN
Naast bevrediging van de basale behoefte om ergens bij te horen, zijn groepen om veel
verschillende redenen functioneel. Forsyth en Robbins & Judge geven de verschillende
basisfuncties die groepen vervullen als volgt weer:
• Affiliatie
o Groepen verbinden individuen met elkaar
o Voorzien in basisbehoefte, namelijk ‘erbij horen’ en geaccepteerd te worden
door anderen
• Zekerheid
o Individuen voelen zich vaak sterker staan als ze in groep zijn
• Intimiteit
o Intensieve contacten met andere onderhouden
o Vaak basis voor hechte vriendschappen
• Sociale steun
o Belangrijke bron van sociale steun bij zowel kleine als grote problemen
o Groepsleden moedigen elkaar aan of beuren elkaar op
• Sociale vergelijkingsinformatie
o Groepen geven info over hoe vergelijkbare andere mensen het doen
▪ Neerwaartse sociale vergelijking: kijken naar anderen die slechter
presteren
▪ Opwaartse sociale vergelijking: kijken naar anderen die beter presteren
• Invloed
o Groepen bieden de mogelijkheid om invloed uit te oefenen doordat hun macht
groter is dan die van een individu
1
,Teamleren en groepsdynamica
o Ook mogelijk om invloed uit te oefenen op andere groepsleden
• Status
o Lidmaatschap groep biedt erkenning en status
• Productiviteit
o Productiviteit van leden kan worden verhoogt
• Exploratie
o Groepen voorzien leden van informatie, nieuwe ideeën en nieuwe ervaringen
VERSCHILLEN IN BEHOEFTE TOT GROEPSVORMING
Hoewel mensen zich over het algemeen graag bij anderen aansluiten en in groepsverband
opereren, zijn er ook individuele verschillen waar te nemen in de behoefte tot groepsvorming.
De motivatie tot groepsvorming verschilt van persoon tot persoon en van de voordelen van
de groepen.
Persoonlijkheidskenmerken
• Introvert
o Minder aantrekkingskracht naar groepen toe
o Worden ook minder vaak beloond met status of vriendschappen
• Extravert
o Krijgen energie van interactie met anderen: ze worden sneller beloond als ze
zich bij een groep aansluiten
o Krijgen sneller een hoge status toegekend: doordat ze vertrouwen, dominantie
en enthousiasme uitstralen
Voordelen van groepen
• Affiliatie: motivatie om ergens bij te horen
o Sneller geneigd om andere groepsleden snel te accepteren
o Sociale situaties roepen vaker gevoelens van spanning op omdat ze bang zijn
door anderen afgewezen te worden
• Intimiteit: motivatie om warme, positieve relaties met anderen te onderhouden
o Zoeken graag gezelschap van anderen op
o Richten zich op het sluiten van vriendschappen die worden gekenmerkt door
wederzijdse genegenheid en hulp
o Voelen zich meestal op hun gemak in het gezelschap van anderen
• Invloed: motivatie om controle over anderen uit te oefenen
o Proberen in sociale relaties een dominante en centrale invloedspositie te
verwerven
o Functioneren graag in groepen
o Onderzoek McAdams, Healey en Krause: mensen die anderen graag willen
beïnvloeden een voorkeur hebben voor relatief grote groepen
2
,Teamleren en groepsdynamica
o Drukken grotere stempel op groepsinteracties door een deel van de organisatie
naar zich toe te trekken
DRIE BASALE BEHOEFTES
De fundamentele interpersoonlijke relaties theorie van Schutz combineert de hiervoor
genoemde drie sociale motieven, ook al gebruikt hij daarvoor een afwijkende terminologie:
Groepslidmaatschap vervult 3 behoeftes:
• Inclusion ~ affiliatie
• Affection ~ intimiteit
• Control ~ invloed
Deze behoeftes bepalen vervolgens zowel hoe we andere mensen zullen behandelen als hoe
we graag willen dat anderezn zich naar ons opstellen. In het algmeen is het zo dat hoe sterker
de motieven zijn, hoe groter de neiging is groepen op te zoeken en er lid van te worden.
DE KEUZE VOOR EEN GROEP
Er zijn verschillende factoren die ervoor zorgen dat we relaties met anderen in groepsverband
willen aangaan en behouden:
• Gelijkheids-attractiehypohese: we voelen ons aangetrokken tot anderen die op ons
lijken. Gelijkheid tussen overtuigingen van individuen bepalen in belangrijke mate de
onderlinge verhouding
o Bv. met dezelfde attitudes en overtuigingen
o Kan hier gaan over oppvervlakkige kenmerken zoals sekse of nationaliteit, maar
vaak veel meer nog om dieper liggende overtuigingen of levenshoudingen
o Zo bekrachtigen we elkaar in wie we zijn en wat we vinden en dat draagt bij
aan een positief gevoel van eigenwaarde
• Kennis en vaardigheden: eerder aangetrokken tot anderen die de eigen kwaliteiten
aanvullen
• Fysieke nabijheid: regelmatig vertoeven in de nabijheid van een ander vergroot
simpelweg de aantrekkelijkheid van die persoon
o Geeft een vertrouwd en prettig gevoel
3
,Teamleren en groepsdynamica
OPBRENGSTEN EN KOSTEN VAN GROEPSLIDMAATSCHAP
Toch is het niet altijd zo dat een vertrouwd en prettig gevoel leidt tot groepslidmaatschap:
• Sociale ruiltheorie: mensen maken een afweging tussen potentiële baten en kosten
van groepslidmaatschap
o Baten: materieel versus immaterieel
▪ Materieel: goederen of diensten
▪ Immaterieel: genegenheid, respect…
o Kosten: Geld, tijd, energie…
• Principe van wederkerigheid: morele verplichting voelen om groepsleden die ons
hebben geholpen bij het realiseren van onze doelen, ook te helpen
o Kosten aan verbonden: Zolang de baten hoger zijn dat de kosten, zullen
mensen geneigd zijn lid te worden of te blijven van een groep
▪ Dit hangt af van de vergelijkingen die groepsleden maken
VERGELIJKINGEN DIE GROEPSLEDEN MAKEN
Groepsleden vergelijken in de eerste plaats de huidige situatie met het verleden. Op basis van
eerdere ervaringen heeft iedereen een bepaald idee van wat hem of haar zou moeten
toekomen. Thibaut en Kelley noemen dit het ‘comparison level’.
• Comparison level (1)
o = subjectief het wordt bepaald door je individuele geschiedenis en dus voor
iedereen verschillend
o Comparison level for alternatives (2): keuze wordt beïnvloedt door eventuele
(betere) alternatieven
▪ Ook subjectief
o Vergelijking met groepsleden (3): wat levert het groepslidmaatschap de
andere leden op en hoe worden de opbrengsten onder groepsleden verdeeld?
▪ Verdeling fair tevreden met eigen uitkomsten in de groep blijven
▪ = subjectieve gevoel van rechtvaardigheid: iets waar de een geen
probleem mee heeft, ervaart de ander als heel onterecht
• Groepssocialisatietheorie van Moreland en Levine
o De wijze waarop leden in de groep staan is afhankelijk van twee processen
▪ Evaluatie: bepaald door uitkomst van de hiervoor besproken kosten-
batenanalse
4
, Teamleren en groepsdynamica
Hoe positiever deze balans, hoe positiever de evaluatie!
▪ Betrokkenheid: verwachtingen over de duur van het
groepslidmaatschap
Beïnvloed door de uitkomst van verschillende vergelijkingen die
je maakt, in het bijzonder met betrekking tot alternatieven die
voorhanden zijn
GROEPSSOCIALISATIE
Het groepssocialisatiemodel van Moreland en Levine beschrijft in vijf fasen welke
veranderingen er in de tijd plaatsvinden in de relatie tussen het individuele lid en de groep.
Elke overgang tussen de fasen wordt gekenmerkt door een overgangspunt dat de transitie
naar een nieuwe fase inluidt.
1. Onderzoeksfase
o Potentiële leden onderzoeken de waarde van het groepslidmaatschap en
vergelijken zij verschillende beschikbare groepen met elkaar + inventariseren
van interesse
o Succes: groep en individu besluiten met elkaar in zee te gaan
o Overgangspunt: toetreding
2. Socialisatiefase
o Nieuwkomer moet de groepscultuur accepteren + groep moet flexibel zijn
o Wederzijdse aanpassingsfase kan tijd in beslag nemen!
o Overgangspunt: acceptatie
3. Onderhoudsfase
o Onderhandeling over rol van nieuwkomer
▪ Moet nog vastgelegd worden welke bijdrage het inmiddels
voorwaardige groepslid precies gaat leveren aan de groep
o Snelle acceptatie door: instrumentele sociale waarde
▪ Andere persoon bezit kenmerken die de rest helpt hun eigen doelen
gemakkelijker te behalen
o Sosm worden groepsleden min of meer gedwongen een taak op zich te nemen
die ze liever niet willen, of blijken groepsleden niet aan de verwachtingen van
de groep te voldoen. In dat geval bereiken de groepsleden het overgangspunt
naar de volgende fase!
4. Resocialisatiefase
o Bijdrage van het individu aan de groep in eerste instantie gering (marginaal)
o Groeiende ontevredenheid: marginale groepslid en groep groeien uit elkaar.
Dit kan leiden tot frustraties en er zijn 2 mogelijkheden om hier mee om te gaan
▪ Accommodatie (aanpassing)
▪ Assimilatie (gelijkstelling): Proces van convergentie!
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller miete. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for £4.72. You're not tied to anything after your purchase.