Leerdoelen
• De student kan de stappen in de voedselketen herkennen en benoemen en kan de invloed van
elke schakel in de keten op het eindproduct uitleggen
• De student kan de verschillende foodproductgroepen en bijbehorende branches/organisaties
benoemen en categoriseren
• De student kan de actuele ontwikkelingen binnen de voedselketen benoemen
Voeding en de gezondheid
Een gezond voedingspatroon je krijgt via voedingsmiddelen alle voedingsstoffen binnen die je
nodig hebt. Bovendien draagt het bij aan het voorkomen van ziekten, zoals hart- en vaatziekten,
bepaalde vormen van kanker en diabetes type 2.
De relatie tussen voeding en ziekte loopt vaak via overgewicht, verhoogde bloeddruk of cholesterol:
• Een hoog cholesterolgehalte door een hoge inname van verzadigde vetzuren verhoogt de kans op
hart- en vaatziekten.
• Een hoge bloeddruk door te veel zout verhoogt de kans op hart- en vaatziekten
• Overgewicht door een energierijk voedingspatroon verhoogt de kans op diabetes type 2, hart- en
vaatziekten en bepaalde vormen van kanker.
Om de veiligheid van het voedsel te garanderen, zijn er wetten als de Warenwet en organisaties als
de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA).
Veel gemeenten stimuleren stadslandbouw, als onderdeel van voorlichting over gezond eten.
Stadslandbouw voorziet daarnaast in de behoefte aan herkenbaar, lokaal geproduceerd voedsel.
Winkels verkopen lokaal geproduceerd voedsel. Op andere plekken wordt landbouw gecombineerd
met voorlichting, onderwijs, zorg en recreatie.
EU-Schoolfruitprogramma stimuleert kinderen samen groente en fruit te eten in de klas.
De overheid streeft ernaar dat alle scholen een gezonde kantine hebben. Een gezondere kantine
draagt bij aan betere schoolprestaties, minder uitval en een gezondere leefstijl.
Het aanbod van een gezonde kantine bestaat uit:
• Minimaal 75% gezonde basisproducten uit de Schijf van Vijf (fruit, broodjes, salades)
• Maximaal 25% uit niet-basisproducten (snoep, koek en snacks).
Voedselbeschikbaarheid
De hoeveelheid geproduceerd voedsel groeit sneller dan de wereldbevolking. Daardoor is de
beschikbaarheid van voedsel sterk toegenomen. Voor een wereldbevolking die met 30% groeit, moet
de voedselproductie met 70% toenemen. Dat komt mede doordat de welvaart stijgt en mensen
daardoor anders gaan eten. Hoe hoger het inkomen, des te gevarieerder het voedsel. Inwoners van
ontwikkelede landen eten relatief veel suikers, oliën en vetten en dierlijke producten. De
voedselprijzen zijn sinds het begin van deze eeuw flink gestegen.
De beschikbaarheid van voedsel in de wereld is ongelijk verdeeld. Oorzaken:
• Armoede is daarvan een belangrijke oorzaak.
• Ook de slechte infrastructuur
• Gebrek aan opslagmogelijkheden spelen een rol. Veel van het geproduceerde voedsel komt
daardoor niet terecht bij de consumenten.
Hoge voedselprijzen zijn het gevolg van onder andere:
• Slechte oogsten
• Een stijgende vraag naar voedsel in Azië
• Een toenemend gebruik van biobrandstof
• Hoge olieprijzen
Ook al is voedsel in westerse landen veel duurder dan in arme landen, toch besteden westerlingen
vaak een kleiner deel van hun inkomsten aan eten.
,Om iedereen in de toekomst te kunnen voeden, is het belangrijk om:
• Armoede te bestrijden,
• Voedselverliezen te verminderen
• De voedseldistributie te verbeteren
• Lokale boeren te helpen een goed inkomen te verdienen met hun boerenbedrijf.
De voedselproductie in de wereld is groot genoeg om iedereen elke dag te voorzien van ongeveer
2700 kilocalorieën. Het beschikbare voedsel is echter ongelijk verdeeld: voor inwoners van westerse
landen zijn dagelijks bijna 3500 kilocalorieën beschikbaar, in Centraal-Afrika is dat minder dan 2000
kilocalorieën.
Overgewicht en obesitas
Vroeger was er voedselschaarste, na bijvoorbeeld de Tweede Wereldoorlog was
voedselbeschikbaarheid een belangrijk thema.
Mensen spenderen tegenwoordig minder tijd en geld aan voeding. Voeding is in overvloed
beschikbaar en de consument wordt continu verleid in te gaan op het aanbod. Door de toenemende
perceptie van ‘druk zijn’ is de aandacht voor voeding en eten verminderd. Hoewel je bent wat je eet
lijkt smaak en gemak belangrijker dan gezondheid. Door deze overvloed is het uitdagend om als
retailer/foodservice en producent relevant te worden en te blijven voor de consument.
Verschillende oorzaken voor overvoeding (overgewicht):
• Voedingswaarde arme calorieën.
• Enorme aanbod & verleiding voor consumptie.
• Verminderde betrokkenheid consument bij eigen voeding.
Dik worden Mensen krijgen gedurende een langere periode via hun voeding meer energie binnen
dan ze verbruiken, hierdoor raakt hun energiebalans verstoord.
De Body Mass Index (BMI) een maat voor het vaststellen van een gezond gewicht in verhouding
tot je lengte. Een BMI boven de 25 betekent overgewicht. Boven de 30 is sprake van ernstig
overgewicht of obesitas, boven de 40 van morbide ofwel ziekelijke obesitas.
Daarnaast geeft de buikomtrek een indicatie van de hoeveelheid buikvet. Buikvet is schadelijker dan
vet op andere plekken.
Mensen met overgewicht hebben een grotere kans op ziekten. Overgewicht is een wereldwijd
probleem, maar de verschillen zijn groot. In ontwikkelingsladen is het omschakelen van traditionele
gerechten naar gemaksvoedsel een belangrijke oorzaak van overgewicht en obesitas.
De percentages volwassenen met overgewicht en obesitas zijn de afgelopen decennia flink
toegenomen. De oorzaken hiervan zijn: minder beweging en meer consumptie van alcohol en van
energierijk voedsel met veel kilocalorieën, vet en/of suiker, zoals frisdranken, friet en snacks.
Overgewicht onder jongeren is deels te verklaren vanuit hun opleiding en culturele achtergrond. Onder
jongeren komt overgewicht meer voor bij mensen met een lage opleiding en bij allochtonen, vooral
niet-westerse allochtonen. Autochtonen en jongeren met een hogere opleiding bewegen meer en eten
gezonder.
Ook in Nederland zijn veel mensen te dik, maar minder dan in veel andere landen. Nederlanders
bewegen relatief veel omdat voorzieningen als winkels en scholen op loop- en fietsafstand liggen.
Er zijn in Nederland grote regionale verschillen in overgewicht en obesitas. Beide komen in steden
minder vaak voor dan op het platteland. Verklaringen daarvoor zijn de verschillen in leeftijd, geslacht,
sociaal-economische status en opleiding. Vooral in studentensteden komt minder overgewicht en
obesitas voor.
• Van de Nederlandse volwassenen kampt 48% met overgewicht.
• Mannen hebben vaker overgewicht dan vrouwen
• Ernstig overgewicht komt vaker voor bij vrouwen, vooral op hogere leeftijd.
• Naarmate de leeftijd stijgt, stijgt ook het aantal mensen dat te zwaar is. Boven de 75 jaar neemt dit
aantal weer af. Een van de redenen is dat in oudere leeftijdsgroepen de mensen die zijn
overleden vanwege gezondheidsproblemen door overgewicht, ontbreken.
, Hongersnood en ondervoeding
Grote groepen mensen hebben dagelijks honger. Er wordt wereldwijd genoeg voedsel geproduceerd,
maar oneerlijk verdeeld. Elke jaar sterven 3,1 miljoen kinderen jonger dan vijf jaar door ondervoeding.
Dat zijn er dagelijks 8500. Door klimaatverandering maar ook oorlog komen veel mensen om van de
honger.
Hongersnood als een heel volk, land of streek te kampen heeft met voedselschaarste,
bijvoorbeeld door een slechte oogst of armoede. Ook politieke omstandigheden kunnen leiden tot een
tekort aan voedsel. Hongersnood is iets anders dan ondervoeding.
Ondervoeding er is wel voldoende eten om de honger te stillen, maar er door eenzijdige voeding
een tekort aan essentiële voedingsstoffen. Dit belemmert de groei en ontwikkeling van kinderen.
Ruim een kwart van alle kinderen jonger dan vijf jaar is te klein van zijn leeftijd. Zo’n achterstand in
lengtegroei ontstaat door een tekort aan voedingsstoffen en komt vrijwel alleen voor in
ontwikkelingslanden.
“Food deserts” in USA, gebieden waar vooral fast food te verkrijgen is en weinig voeding met
vitaminen en mineralen. Op die manier kan iemand met overgewicht dus ondervoed zijn!
In Nederland met name ondergewicht onder ouderen en mensen met zwakke gezondheid.
Mede dankzij economische groei is het aantal mensen dat te weinig te eten heeft afgenomen.
Uitzonderingen zijn West-Azië en Afrika, waar ondervoeding is toegenomen door politieke instabiliteit,
stijgende voedselprijzen en tekort aan vruchtbare grond en water. Kostbare voedselimporten zijn
nodig om tekorten aan te vullen.
In grote delen van Afrika, Azië en Zuid-Amerika zijn honger en ondervoeding structurele problemen,
veroorzaakt door:
• Armoede
• Mislukte oogsten
• Gebrekkige logistiek
• Klimaatverandering
• Droogtes
• Overstromingen
• Sprinkhanenplagen
Chronische ondervoeding is vooral een hardnekkig probleem in landen met lage inkomens. Het aantal
chronisch ondervoede mensen in ontwikkelingslanden neemt af door betere gewassen, hogere
opbrengsten en sterk toegenomen voedselhandel.
De meeste mensen die aan ondervoeding lijden, wonen in Azië, vooral in China en India. Maar in
Afrika komt ondervoeding het vaakst voor, bij ongeveer een op de vier inwoners. Belangrijke oorzaken
hiervan zijn:
• Het ontbreken van een goede infrastructuur voor de distributie van voedsel
• Gebrek aan geld voor zaden en mest
• Gebrek aan kennis om de oogst te verbeteren.
Wereld voedsel dag
Wereldvoedseldag Een dag waarop voedsel centraal staat en er wereldwijd aandacht voor
voedselzekerheid in de wereld wordt gevraagd. De dag wordt jaarlijks gehouden op 16 oktober.
De Voedsel- en Landbouworganisaties van de Verenigde Naties organiseert activiteiten en
conferenties rond wereldvoedseldag, waaraan ongeveer 150 landen meedoen. Elk jaar sinds 1981
staat een ander thema centraal. Ook andere (milieu-) organisaties schenken aandacht aan een
gelijkere verdeling van voedsel over de wereld, bijvoorbeeld door een wereldmaaltijd te serveren.
Thuis en buitenshuis eten
De route naar de consument kan via de ‘retail’ als via ‘foodservice’, over het algemeen betekent dit dat
het voor thuis- of onderweg gebruik is.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller irisvmaastricht. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for £6.06. You're not tied to anything after your purchase.