Samenvatting: Grondwettelijk Recht
Prof. Stefan Sottiaux
Boek: Grondwettelijk recht
Deel 1: Algemene inleiding
Hoofdstuk 1: Basisbegrippen en centrale thema’s van het grondwettelijk recht
1. Inleiding
Examen bevat 3 vragen:
- Essayvraag (10p)
- Definitievraag (4p)
- Casus over EVRM (mensenrechten) – juridische toetsing (6p)
2. De grondwet
a. Betekenis en functies van de grondwet
Citaat 1: “Declaration of Independence” - Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring (Thomas Jefferson, 4 juli 1776)
Citaat 2: “Déclaration des droits de l’homme et du citoyen” - Franse Verklaring van de Rechten van de Mens & de
Burger (de La Fayette – Franse Nationale Grondwetgevende Vergadering, 26 augustus 1789)
- Beide onafhankelijkheidsverklaringen hebben elkaar beïnvloed
- Eveneens zijn ze de aanleiding tot/voorloper van onze grondwetten: Amerikaanse & Franse revoluties geven
aanleiding tot de grondwetten en die beïnvloeden op hun beurt de Belgische GW & Europese constitutionele
verdragen
o Amerikaanse GW (1787)
o Franse GW (1791)
- Beïnvloeding was geen eenrichtingsverkeer! < Op hun beurt beïnvloed door charters én keuren (tijdens het
AR in onze gewesten ter pacificatie tss de vorsten en Kerk/adel/Burgerij)
o 1215 Magna Charta
o 1312 Charter van Kortenberg
o 1356 de Blijde Inkomst van het Hertogdom Brabant
o 1581 Plakkaat van Verlatinghe (specifiek vr Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring)
- Verschil tss charter & grondwetten?
o Charter: nadruk op macht vd koning en privileges vd hoogste standen
o Grondwetten: nadruk en focus op rechten vd mens
De grondwet richt een overheid op/constitueert een gemeenschap tot een rechtsgemeenschap door instellingen én
organen in te richten en deze bevoegdheden toe te kennen.
De functies van de grondwet
1) Eerste functie: democratische organisatie van de overheidsmacht – positieve functie
• Door het aannemen v/e GW ‘constitueert’ een politieke gemeenschap zich tot rechtsgemeenschap < brengt
een regering, overheid en/of staat tot stand
o Geeft macht aan een vorst
o Door ambten uit te delen w macht een bevoegdheid
o Constitution - constitueren: via een grondwet kan een overheid zichzelf constitueren (vormgeven)
1 | 126
, • Fundamentele regels vr de organisatie en werking vd staatsmachten < grendelmechanismen waardoor
meerderheden nt steeds beslissen
• Grondwet = primaire rechtsbron rechtssysteem (vormt basis/geldigheidsvoorwaarde vr al het andere recht)
o Bevat de regels over de totstandkoming & geldigheid van overige rechtsnormen
• Volksoevereiniteit/consent
o Vb. Iran: constitutionele staat (heeft GW) mr is gn democratie
o Moderne grondwetsconcept: Volk moet instemmen om een democratische grondwet te vormen,
anders is het een gewone grondwet => Nt democratische grondwetten = Façadegrondwetten
o De Belgische grondwet is gebaseerd op de nationale soevereiniteit, nt de volkssoevereiniteit
2) Tweede functie: beperking van de overheidsmacht – negatieve functie
• Macht vd vorst moet aan banden gelegd w om macht & vrijheid vh volk te garanderen
• GW moet machtsmisbruik door de overheid & haar organen tegengaan & zo vrijheid vd burgers beschermen
o 2 technieken (alle GW hanteren die):
1) Horizontale en verticale machtenscheiding
▪ Verdelen vn overheidsmacht tss diverse ambten, instellingen of organen – Spreiding
vd macht
Verticale machtenscheiding
o Gelaagde rechtsorde, dus tss verschillende overheden/lagen vd gelaagde rechtsorden
▪ Voordeel: machtsmisbruik kan tot minimaal beperkt w
▪ Duidt op verdeling van taken tss lokale, regionale, supranationale & internationale niveaus
▪ Constitutioneel pluralisme: Er is op elk van die niveaus een grondwet
▪ Vb. Duitsland: federale staat met federale grondwet
• Ook deelstaten
• Lid van EU: verdragen zijn constitutionele teksten
▪ Er zijn dus verschillende rechtsorden naast elkaar, Duitsers volgen dus 3 verschillende grondwetten
o Decentralisatie, federalisme…
1. Decentralisatie = bevoegdheden/taken w toegekend aan ondergeschikte besturen (gemeente &
provincies), zijn niet autonoom doordat zij onder bestuurlijk toezicht staan vd centrale overheid. Ze hbb
gn hiërarchisch toezicht. Wel bestuurlijk toezicht: centrale overheid kan nagaan of de besturen de wet &
algemene belang naleven.
• Algemene nut: vb. Toback kan niet zomaar het gemeentehuis afbreken want beschermd
monument.
• Centrale overheid kan zich nt in de plaats stellen vd lokale overheid + toezicht door Gewesten
2. Federalisme = bevoegdheden toedienen aan autonome rechtsordes. Deze staan nt onder toezicht vd
centrale overheid, kunnen dus zelf normen aannemen.
• Eerste federale staat: Amerikaanse; idee was machtenscheiding
o Amerikaanse revolutie: “Instemming der geregeerden”
▪ Verdelen van bevoegdheden, ook naar lagere niveaus ➔ machtsmisbruik tegen gaan & democratische
gehalte van besluitvorming versterken ➔ Subsidiariteitsbeginsel = Overheid moet zich nt inlaten met
taken die ook door lagere instanties kunnen w afgehandeld (welk niveau is het meest geschikt?)
• Hoe dichter bij de burger: hoe beter => democratische organisatie vd overheidsmacht: Zo laag
mogelijk beslissen te bescherming vd democratie
Horizontale machtenscheiding
2 | 126
,o Machtsmisbruik tegengaan door overheid horizontaal te verdelen tss meerdere instellingen (binnen 1 laag) =>
Trias Politica
1) Wetgevende functie
2) Uitvoerende functie
3) Rechterlijke functie
o Grondlegger: Montesquieu (pessimistisch mensbeeld): elke persoon die macht heeft is geneigd deze te
misbruiken
▪ Door 3 overheidsfuncties te spreiden over verschillende machten; gevaar op willekeur geminimaliseerd
▪ De l’esprit des Lois (1748; Boek – Engelse parl sys = goed sys om machtsmisbruik tegen te gaan + UK is
bakermat vn parl democratie): Checks & Balances
• Absolute macht: er staat een muur tss de 3 machten (ze kunnen zich nt moeien met de
activiteiten vd andere macht)
• C&B: ze moeten met elkaar samenwerken & elkaar controleren
o Vb.: Het maken van wetgeving vereist samenwerking tussen Parlement & Regering
• Zijn favoriet? de GW vd Engelsen, want gn absolute machtenscheiding, wel C&B!!!
1) Absolute machtenscheiding
▪ 3 overheidsfuncties zuiver afbakenen < moeten elk afzonderlijk aan 3 onafh organen toebedeeld w
▪ Vb. Franse Grondwet van 1791
• Gn wederzijdse controle werd aanvaard
• Elke controle vn geldigheid vn bestuurshandelingen (UM) door gewone rechter (RM) verboden
• Bestuurlijke overheden stonden zelf in vr het toezicht op hun eigen handelingen => systeem vn
administration-juge, dus nood aan meer controle nt door RM mr wel door administratieve
bestuurlijke rechtbanken (vb. Raad van State, behoort tot de UM)
o DUS: in FR = absolute scheiding
• Jurisdictioneel pluralisme: het naast elkaar bestaan vn verschillende types vn rechtscolleges
oftewel: rechterlijke machten bestaan naast elkaar Jurisdictioneel monisme: de gewone
rechter is ook bevoegd vr geschillen tss overheid & bestuur
o DUS: in het Angelsaksische systeem
o In VSA heb je dit nt, Supreme Court is ons Hof van
Cassatie => Madison pleitte hiervoor (zie p. 10)
2) Machtsevenwicht/Systeem van check & balances
▪ Evenwicht: wederzijdse participatie in de uitoefening van elkaar functie
▪ Voorbeeld = VSA: Presidentiele regeringsvorm, wel strakkere scheiding tss Parlement & Regering, mr er
zijn wel meer controlemechanismen (veto, overruling, benoeming rechters, impeachment…)
▪ Madison: Montesquieu bedoelde dus dat hij fan was vd Checks & Balances en nt vr absolute scheiding
• Machtenscheiding
• Example in his eye verwijst nr Engeland
• Am GW bepleit hier scheiding der machten adhv Engelse
GW mr was parl sys en Am nt… DUS: hoewel Am gn parl
sys had, wel C&B!!!
o Kritiek op horzontale machtenscheiding: wordt nt democratisch gelegitimeerd & gecontroleerd
o Voordelen horizontale machtenscheiding: Arbeidsverdeling/functionele specialisatie EN onafhankelijkheid
o RM & politieke instellingen: wel nog absolute machtenscheiding, want moet onafh zijn
rechtsprekende functie kunnen uitvoeren
o Onafhankelijkheid?
3 | 126
, ▪ Rechter kan parl/reg controleren, omgekeerd kan dit nt mr moet wel onafh zijn!
▪ Nationale bank: onafhankelijk t.o.v. de overheid
▪ Unia (gelijkekansencentrum)
2) Het verankeren vn fundamentele rechten en vrijheden
▪ Inperken vd overheidsmacht door het verankeren van fundamentele rechten &
vrijheden
Locke, Two Treatises of Governement (1689): “3 onvervreemdbare rechten aan de mens: Life, Liberty & Property”;
taak vd overheid om deze te beschermen
“Wij beschouwen deze waarheden als vanzelfsprekend: dat alle mensen als gelijken worden geschapen, dat zij door
hun schepper met zekere onvervreemdbare rechten zijn begiftigd, dat zich daaronder bevinden het leven, de vrijheid
en het nastreven na geluk.”
Montesquieu, De L’esprit des Lois (1748)
Locke & Montesquieu zijn de grondleggers van het grondwettelijk recht!!!
• 1215: Magna Carta
o Koning Jan Zonder Land: vrij autoritair en zo heeft adel hem overtuigd om charter te tekenen wat zijn
macht beperkte => Habeas Corpus principe: De idee dat niemand vn zijn vrijheid kan w beroofd zonder
tussenkomst v/e rechter
o Actueel: men moet binnen 24u na arrestatie vr onderzoeksrechter komen, regering wil hier 48u!
• 1356: Blijde Inkomst Brabant
o Nt de vorst mag beslissen over belastingen, wel de steden & gewesten
o Beperkte macht vd Hertog vn Brabant & bevat o.a. het recht vn vrijheid v meningsuiting vn
parlementsleden & het principe dat gn belastingen mogen w geheven zonder instemming vd steden &
het gewest.
• 1689: Bill of Rights
o Soevereiniteit vn Parlement, grondwettelijke dingen (verbod vn foltering)
o Amerikaanse grondwetten nt in deze lijst opgenomen omdat deze gn grondrechten waren – bevatte
initieel gn grondrechten
▪ Men vond dit nt nodig, men beschouwde die rechten als vanzelfsprekend/evident
▪ Nadien opgenomen: Amerikaanse Bill of Rights => Amendementen
• 1ste amendement: Vrijheid vn meningsuiting
▪ Later toegevoegd omdat originele GW nt door alle lidstaten waren geratificeerd. Grondrechten
werden toegevoegd om hen toch te overtuigen om dit te doen => autonomie vd staten
• 1789: Déclaration des droits de l’Homme et du citoyen
• 1948: Universele Verklaring van de Rechten van de Men
• 1950: Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens
• Bij ons? In de codex: België; Titel II “De Belgen en hun rechten”
o Art. 159: wetten in strijd met GW mogen genegeerd w
• Verankering van grondrechten als constitutionele techniek =/= machtenscheiding
o Trias politica: machtsmisbruik vermijden door bevoegdheden aan verschillende, elkaar controlerende
organen toe kennen
o Grondrechten: houden inhoudelijke beperking in
3) Overige functies
• Natie- en staatsvorming
4 | 126
, • Programmatorische functie: GW’en formuleren doelstellingen vr de overheid
4) Conclusie
• Grondwet = maatschappelijk contract: fictieve overeenkomst tss vrije individuen (tss burgers en
overheid) om een georganiseerde politieke gemeenschap te vormen & staat zo individuele vrijheid af
• Als staat/overheid zijn contractuele verbindingen nt nakomt, mag burger contract/mts verdrag
verbreken en in opstand komen (nieuwe verkiezingen)
• Burger staat een stuk van zijn vrijheid af en in ruil daarvoor mag overheid zijn macht nt misbruiken
• Einde natuurstaat: iedereen heeft vanaf zijn geboren vrijheid… mr dat leidt tot conflicten
o Zie Hobbes: ied tegen allen < we willen veiligheid < mts contract om vrijheid af te staan aan
overheid, in ruil daarvoor is overheid ons wel iets verschuldigd: ze mag grondrechten nt
schenden
o Maatschappelijk contract = Rousseau (en Locke)
• “De mens is een wolf vr de medemens” => om aan die vreselijkheid te ontsnappen, richten we een staat
op!
• Openingscitaat = T. Jefferson
b. Grondwet in materiële en formele zin
Materiële zin: geheel van fundamentele regels over de organisatie en de beperking van het overheidsgezag (de
verschillende functies & fundamentele regels vd Grondwet)
Formele zin: specifieke/formele tekst (aangenomen op 7feb 1831) die we “grondwet” noemen & die met bijzonder
gezag is bekleed
• Vb.: Regel dat onze vlag zwart-geel-rood is.
Gevolg van 2 eigenschappen:
• GW kan enkel met een bijzondere procedure w gewijzigd
• Is hiërarchisch hoogste rechtsregel binnen een rechtssysteem
GW in formele & materiële zin vallen niet samen: Niet alle fundamentele regels over de werking vd overheid hbb
plaats gevonden in de tekst van de formele GW
o Vb.: “Ministriële besluiten”, alle bevoegdheden vd gemeenschappen & de gewesten, Bijzondere
wet op de Hervorming der Instellingen… => het gehele BWHI = nt opgenomen in de GW
• Dit zijn grondwetten in de materiële zin (nt in formele zin)
o Vb.: Gewoonterecht (juridisch bindend – het aanduiden v/e formateur, informateur, vormen vd
regering = nt formeel en dus ook nt juridisch bindend) grondwettelijke gewoontes zijn wel
juridisch bindend
• Grondwetswijziging: Art. 195 – in 2 fasen = omslachting (enkel bij 2/3de meerderheid)
1. In herziening vatbaar
2. Het moet gewijzigd worden
DUS: GW in materiële zin is veel ruimer & nt alles wat in cursus staat, staat in grondwetten in de formele zin
Sommige landen hebben geen gecodificeerd materiële grondwet (bv. Engeland)
c. Enkele belangrijke classificaties
A. De Grondwet & de democratievorm
1. Directe democratie
5 | 126
, - Bestuursvorm waarbij bevolking zelf wetten maakt & burgers rechtsreeks deelnemen aan politieke
besluitvorming
- Burgers participeren dus direct/rechtstreeks en maken zelf wetten
- Vb. volksvergaderingen in Oude Griekenland, Town Meetings in VSA, referenda
2. Representatieve/indirecte democratie
- Burgers kiezen vertegenwoordigers die politieke beslissingen nemen
- De vertegenwoordigers vertegenwoordigen de kiezers hun belangen
- Vertegenwoordigers handelen als autonome agenten, mr zijn nt rechtstreeks gebonden aan wil vd
kiezers; Ze moeten wle in het algemeen belang handelen
- Voordelen:
▪ Makkelijker organiseerbaar in grote maatschappijen
▪ Laat professionalisering van politiek toe
▪ Dam tegen tirrannieke meerderheden
▪ Madison: volksvertegenwoordigers zullen nt enkel wil vn eigen kiezers verkondigen,
mr ze zullen handelen in het algemene belang
▪ Arbeidsspecialisatie: bepaalde mensen kunnen vn politiek hun beroep maken, zodat
andere burgers zich nt op dagelijkse basis met het bestuur moeten bezighouden
- Nadelen:
▪ Bestuur in handen van beperkte groep professionele politici
▪ Verkiezingen w herleid tot selectie vn leiders ➔ Representatieve democ aanvullen
met participatie/deliberatieve democ…
Zowel bij direct als representatief => De meerderheid beslist!!!
3. Participatie & deliberatieve democratie
- Participatief: Burgers rechtstreekser bij beleid betrekken
▪ Aanvulling vn directe democratie
▪ Vb. Petitierecht, niet-bindende referenda/volksraadpleging (verboden op federaal,
regionaal vlak)
- Deliberatief: burgertop (mensen samenbrengen, info geven, hen laten discussiëren & conclusies w
nr de organen gestuurd)
▪ Centraal: kwaliteit vn argumentatie & discussie
▪ Deliberaties = tss goed geïnformeerde burgers; die dan beslissingen kunnen maken
Wrm meerderheidsstelsel in een democratie? Omdat elke stem dan gelijk is - Stem vd ene burger weegt nt zwaarder
door dan stem vd andere burger.
4. Meerderheidsdemocratie/pacificatiedemocratie
- Meerderheidsdemocratie:
▪ De meerderheid besluit
▪ Zorgt ervoor dat aan de stem vn elke burger een gelijk gewicht toekomt & dat elke
kiezer dezelfde kansen krijgt om politieke beslissingen te beïnvloeden
▪ Als meerderheid nt kan beslissen, w gelijkheidsbeginsel aangetast - eveneens
vrijheidsbeginsel w aangetast < Dus het zorgt vr vrijheid én gelijkheid!!!
▪ Art. 53 GW
- Pacificatie-/consensusdemocratie:
▪ Consensus tss verschillende segmenten vd SL
▪ Wnr minderheid in gevaar gebracht w, zal men trachten minderheid te beschermen
▪ Meerderheid laten beslissen is nt altijd mogelijk om rechten vn minderheden te
beschermen
o Consensusdemocratie: Lijphart
6 | 126