Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting politicologie hoofdstuk 11-12 in detail €4,69   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting politicologie hoofdstuk 11-12 in detail

 33 vues  2 fois vendu

Samenvatting Politicologie '22-'23: vak aan UGent in eerste bachelor vd rechten door Carl Devos en Bouteca. Dit document bevat een samenvatting van de syllabus (boek) + notities tijdens de les + powerpoint erin verwerkt + actualiteit en parate kennis. Verzekert een 17/20

Aperçu 4 sur 31  pages

  • Non
  • Chapter 11-12
  • 12 juin 2023
  • 31
  • 2022/2023
  • Resume
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tous les documents sur ce sujet (32)
avatar-seller
Lawstudent6789
Hoofdstuk 11: Democratie en vertegenwoordiging

1. Inleiding: Waarom democratie?

Democratie (> kratein (heersen) + demos (volk)) is een omstreden begrip dat verschillende vormen en
betekenissen kent
 Iedereen is voor democratie, zelf ondemocratische regimes beweren democratisch te zijn (bv. China,
Noord-Korea)
 Maar: Er is geen algemeen aanvaarde definitie, wel enkele essentiële ingrediënten die algemeen
aanvaard zijn
 Kern: Recht van het volk om zelf te beslissen wie hen zal besturen en op die manier invloed
zal uitoefenen op het beleid
 Emotioneel geladen begrip
 Soms fout gebruikt (bv. Democratische prijzen)
 ‘The primary control on governement’ (Mill, Federalist Papers)
o Democratie moet de belangen van de overheid doen samenvallen met die van het
volk
o Bestuur is ‘de wil van het volk’
o Politiek moet schaarste oplossen

2. Wat is democratie

2.1. Op zoek naar een onmogelijke definitie

Er is geen algemeen aanvaarde definitie, maar wel bepaalde kenmerken die algemeen aanvaard zijn
 Democratie is weer ‘in’ (Trump, Brexit, Corona, Oekraïne...)
o Maar: De Amerikaanse organisatie Freedom House meldt in 2020 in haar jaarlijkse rapport
‘landen in transitie 2020 een verontrustende instorting over de democratie in Europa (bv.
Polen, Hongarije…)
 Democratie is flexibel: Een doel dat veel middelen toelaat
o Maar: Oppassen voor het gebruiken ervan als containerbegrip (vb. democratische prijzen)
o Democratie is geen binaire categorie: Het kan min of meer democratisch zijn
 Democratie is onbepaald (vb. kleur zou niet bestaan zonder kleurenpalet, democratie zou niet bestaan
zonder verschillende interpretaties ervan)
o Het begrip verwijst naar een nooit bereikte of te bereiken ideale situatie dat zich in de
werkelijkheid in minder perfecte mate voordoet
 Democratie is het platform en resultaat van een machtsstrijd waarin de uitkomst de vorm en grenzen
van de democratie bepaalt

Maar: Er zijn wel verschillende visies over democratie (voorwaarden, vormen, criteria)
- Substantiële: Enkel de waarden en doelstellingen die liggen aan de gronslag van de democratie
- Procedurele: De instellingen en procedures om de democratie te realiseren

Daarnaast hebben we de principal-agent theorie
= De macht van heersers wordt ingeperkt om die van het volk te vergroten/beschermen
- Probleem: Zelfbestuur door honderduizenden burgers is onmogelijk
- Oplossing: Macht van de soevereine volk/natie (= Principaal) wordt gedelegeerd naar een kleine groep
vertegenwoordigers (= Agenten), die in opdracht van de principaal taken moet vervullen
 Reden:
o Efficiëntie
o Principaal beschikken niet over de nodige middelen en/of tijd voor het nemen van de
beslissingen
- Maar: Als democratie op grote schaal wordt toegepast
 Wanverhouding tussen principaal en agent (bv. Kennismonopolie, meervoudig, verschillende
belangen)
 Daarom: Bijzondere zorg voor verhouding (bv. Controlemechanismen, rechten en vrijheden,
tegengewichten)

, Schattschneider: Het onderscheid tussen partijen en hun duidelijke opinies zijn een essentieel van de
democratie, anders betekent het keuzerecht niets.

2.2. Betekenissen van democratie (Niet kennen)

2.3. Het imago van democratie

Vanaf de oudheid zijn denkers kritisch over de democratie, want ook toen was ze niet steeds aanwezig
- Voorbeeld: Athene
 Aristoteles vond Athene geen soevereine stadstaat meer, maar vroeg zich af wie bij het
bestuur betrokken wordt en wie niet, wie heerst en wie geniet van de heerschappij
o Bestuurs kan in handen zijn van
 Tirannie: Een individu
 Oligarchie: Een kleine groep
 Democratie: De massa
-> Armen heersen er in hun eigen belang (<-> Algemeen belang)
o Bestuur kan gericht zijn op
 Eigenbelangen van bestuurders
 Voor de hele gemeenschap
- Churchill: Stond kritisch tegenover democratie
- Plato: Had het over de ochlocratie (= Staatvorm waarin het bestuur vertrekt van de opvattingen van de
menigte)

Wie heerst?
Eén persoon
Enkelen (meermansregime) Allen (allemansregime)
(eenmansregime)
Bestuurders
Wie profileert? Tirannie Oligarchie Democratie
(despotisch)
Iedereen
Monarchie Aristocratie Politeia
(constitutioneel)

Daarnaast hebben we politeia (= Regime van allen voor het algemeen belang)
- Aristotles beschreef zes vormen van bestuur, waar hij de sociale basis van omschreef
 In een aristocratie regeren de deugdzame
 In een oligarchie regeren de rijken
 In een democratie zit het bestuur in handen van de middenklasse
 Tirannie, oligarchie en democratie zijn geperverteerde vormen van bestuur ten koste van
anderen
 Voorkeur voor monarchie, aristocratie en politea (combinatie aristocratie en democratie)

! Veel klassieke denkers vonden dat de democratie geen ideaal was

- Kinneging: Stelt dat het meest gangbare schema drie verschillende constituties onderscheidt die
uiteenvallen in een goede en slechte variant

Heerschappij Goed Slecht
Enkeling Monarchie Tirannie
Elite/Minderheid Aristocratie Oligarchie
Volk/Meerderheid Democratie Ochlocratie


- Tocqueville: Is bezorgd over de democratie, want onvermijdelijk maar kent gevaren
 Voorbeeld: Spanning vrijheid-gelijkheid, tirannie van de meerderheid

Hedendaags pleidooi voor epistocratie

,Ook vandaag zijn er auteurs ontevreden met de werking van de democratie

Voorbeeld: Brennan
 Vindt dat de democratie de heerschappij van de onwetenden en irrationelen is
 Dus: Pleidooi voor de epistocratie (waarin wetende besturen, <-> Volk)
o Hobbits: De helft van de kiezers, hebben geen politieke kennis en zijn niet
geïnteresseerd in de actualiteit
o Hooligans: Die die geïnteresseerd zijn in politiek en geëngageerd, maar wel fanatiek
o Vulcans: De logische denkende mensen die argumenten afwegen
o Dus: Kiezers moeten een test afleggen omdat een betere publieke opinie leidt tot
betere regeringen
 Maar: Visie botst met een fundamenteel punt van de democratie
o Namelijk: De gelijkheid van de burgers die zich toont in de gelijkwaardigheid van elke
stem

2.4. Het belang van verschil

Om iets een democratie te kunnen noemen, moeten er veel criteria voldoen zijn (Schattschneider)
- Vele: Institutioneel
 Voorbeeld: Vrije en geheime verkiezingen, evenwicht tussen de machten, parlement met
tijdelijk mandaat
- Andere: Cultureel
 Voorbeeld: Burgers/Organisaties leggen zich neer bij een beslissing van de meerderheid, de
meerderheid legt zich neer bij vernietiging door rechters
- Nog andere: Inhoudelijk
 Voorbeeld: Belang van verschil en conflict
 Een essentieel onderdeel is het onderscheid tussen partijen, opinies en visies
o Als alle partijen op elkaar lijken, dan betekent het keuzerecht niets
 Gevolg: Formele democratie
o Enerzijds: Democratie drijft op verschil
o Anderzijds: Verschil kan gezien worden als een techniek van conflictresolutie
 “Een manier om onvermijdelijke conflicten aan te pakken en op te lossen
door ze toe te vertrouwen aan een groep vertegenwoordigers die over de
nodige kennis, tijd, vaardigheden en legitimiteit beschikken om een
bindende regel uit te vaardigen die deze conflicten beslechten”

 Democratie drijft op verschil, maar overbrugt dit verschil op vreedzame wijze

2.5. De democratische paradox

Democratie drijft op verschil, maar overbrugt dit verschil op een vreedzame wijze
 Komt tot uiting in de democratische paradox
o Algemeen: Iedereen is het eens dat ‘democratie de uitoefening is van macht in de naam van
het volk’
 Met andere woorden: Het volk is vrij om zelf voor de samenleving bindende
beslissingen te nemen (via vertegenwoordigers)
o Maar: Voor de meesten gaat democratie ook over fundamentele waarden en behoren de
gelijkheid en vrijheid van burgers tot de essentie van democratie
 Maar: Collectieve en individuele vrijheid botsen echter wel eens met elkaar
 Voorbeeld: Sommige collectieve beslissingen kunnen individuele rechten
en vrijheden schaden en omgekeerd

Dus: Collectieve vrijheid voor zelfbestuur <-> Gelijke individuele vrijheid van alle burgers

Twee tradities van Mouffe (komen samen in onze democratie)

,  Liberale: De individuele vrijheden van alle burgers verankeren om ze te beschermen tegen politieke
willekeur en het individu beschermen ook al is dit tegen de wil van de meerderheid (bv. Locke)
 Democratische: Vooral de volonté générale van het volk als collectieve groep staat centraal (bv.
Rousseau)
o De minderheid kan gedwongen worden zich te schikken naar de wil van de meerderheid

<-> Rummens: Nieuwe synthese die de tradities overstijgt (in plaats van een paradox)
 Haalt inspiratie bij de Duitse filosoof Habermans
o Stelt dat beide tradities een verkeerde visie hebben op de verhouding tussen individuele
burgers en de politieke gemeenschap
 Ene kijkt te veel naar het autonome individu
 Andere kijkt te veel naar het volk als collectieve identiteit met eigen wil
 Individuele vrijheid: Een waarde die enkel in een democratie realiseerbaar is
 Democratisch project: De gelijke vrijheid van alle burgers
o Vrijheid is nooit gegarandeerd door oude wetten
o Maar: Wordt gerealiseerd door een nooit aflopend democratisch project waarin we vrijheid
constant actualiseren (en vertegenwoordiging dus cruciaal is)

3. Criteria en voorwaarden van democratie

3.1. Verschillende visies

Er is geen duidelijke lijst van criteria en voorwaarden, wel mogelijke criteria en voorwaarden
 Twee hoofdstromingen
 Liberaal-individualistisch
o Legt de nadruk op de rechtstaat
o Maar: Vrijheden en bescherming tegen een te opdringerige staat staan centraal
 Negatieve vrijheden
o Gelijkheid is vooral formeel
o Dus: Procedurele democratie
 Sociaal-collectivistisch
o Legt de nadruk op de gelijkheid
o Vrijheden en volkssoevereiniteit gerealiseerd door een grote en sterke staat staan
centraal
 Positieve vrijheden
o Dus: Substantiële democratie
 Ook: Verschillen in wat er nodig is om democratie te doen ontstaan en in stand te houden

3.2. Niet enkel een kwestie van instellingen

Democratie komt voor in landen met heel verschillende maatschappelijke omstandigheden
<-> Niet in alle landen mogelijkheid tot oprichten en onderhouden (bv. Dekolonisering)

Robert Dahl: Formuleerde de voorwaarden voor een stabiele polyarchie
 Namelijk: Effectieve participatie, gelijkheid van stemmen, inzicht van burgers in de politiek,
controle van het volk op de politieke agenda, inclusiveness
 Maar: Er moeten ook heel wat sociaal-economische en sociaal-culturele voorwaarden vervuld zijn
opdat een formele democratie feitelijk goed kan functioneren

3.3. Een bijzondere voorwaarde: Sociaal kapitaal

Verenigingsleven

Het sociaal kapitaal (Tocqueville)

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Lawstudent6789. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,69. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

71184 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€4,69  2x  vendu
  • (0)
  Ajouter