- Afkortingenlijst:
- RSVZ: Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen
- RSZ: rijksdienst voor sociale zekerheid
- ZIV: ziekte- en invaliditeitsverzekering
2. WAT IS SOCIALE ZEKERHEID? HB P. 337-363
Definitie: “geheel van maatregelen en instellingen die aan elke burger voldoende bestaansmiddelen waarborgen
wanneer zijn bestaanszekerheid wordt bedreigd ten gevolge van bepaalde risico’s”
- Traditioneel: 7 takken
o Ziekte- en invaliditeitsverzekering
o Arbeidsongevallenverzekering
o Beroepsziekteverzekering
o Werkloosheid
o Gezinsbijslag
o Rust- en overlevingspensioen
o Jaarlijkse vakantie
- Daarnaast ook nog sociale bijstand (of “residuaire regelingen”)
o Maatschappelijke integratie en dienstverlening
o Inkomensgarantie voor ouderen (IGO)
o Vlaamse sociale bescherming
o Tegemoetkoming aan mensen met een beperking
- Sociale risico’s kunnen de bestaanszekerheid van de burger aantasten door
o Het inkomen te verminderen
Sociale zekerheid vangt dan het inkomensverlies op
o De uitgaven te vermeerderen
Sociale zekerheid zal deze kosten (gedeeltelijk) opvangen of terugbetalen.
3. GESCHIEDENIS VAN DE SOCIALE ZEKERHEID
- Middeleeuwen
o Standenmaatschappij
o Armoede = straf van God
o Armoede wordt niet gezien als sociaal probleem
o Oplossingen:
Liefdadigheid
Steun van familie
Gilden
Belangenorganisatie van en voor personen met hetzelfde beroep
Vorm van sociale zekerheid: bij werkloosheid en bij overlijden (zorgen voor
weduwen en wezen)
- Midden 19e eeuw
o Voedselcrisis
o Stijgende voedselprijzen
o Teloorgang huisnijverheid door opkomst fabrieken
- Industriële revolutie
o Ontstaan eerste vakbonden
o Ontwikkeling van het socialisme
o Karl Marx en Friedrich Engels organiseerden vanuit Brussel een netwerk van arbeidsorganisaties
die leidde tot de eerste internationale.
1
, - Coalitieverbod 1791-1866
o Maar maatschappijen van onderlinge bijstand worden gedoogd (omwille van veel armoede)
o 1842: eerste vakbond ALCIT (vereniging van typografen in Brussel)
o 1857
Broederlijke maatschappij der wevers
Maatschappij der noodlijdende broeders (spinners)
- Vanaf 1866
o Eerste sociale maatregelen na grote sociale onrust
o Werkgevers moeten verplicht hun werknemers in geld uitbetalen 1887
- 1890: eerste werklozenklassen
- 1901: Ghent system
- 1903: wet op arbeidsongevallen
- 1925: Verplicht pensioensysteem voor arbeiders en bedienden uit de privésector
- 1930: wet op kinderbijslag
- Hendri Fuss (1944): sociale zekerheid is een noodzakelijke basis voor vrede op lange termijn.
- 1944: ontwerp van overeenkomst tot sociale solidariteit
o Vrucht van geheim overleg tussen werkgevers en werknemers met het oog op uitwisselen van
ideeën om het economisch en sociaal leven na de oorlog terug op gang te krijgen
o Systeem van verplichte sociale verzekeringen voor alle werknemers
o 5 sectoren:
Rust- en overlevingspensioenen
ZIV
Werkloosheid
Gezinsbijslagen
Jaarlijkse vakantie
- Inning bijdragen door nationale repartitiefonds (latere RSZ)
o Globale bijdrage van 23,5% van het loon (8% ten laste van werknemer en 15,5% ten laste van de
werkgever)
- Optrekken uitkeringen tot ‘redelijk’ niveau
o Bij arbeidsongeschiktheid: 60% van het loon, verminderd tot 50% na 1 jaar
o Gezondheidszorgen werden uitgebreid tot gezinsleden
o Pensioenen werden opgetrokken tot 50% van het gemiddeld loon (gedeeltelijk via kapitalisatie,
gedeeltelijk via repartitie)
- Tijdens het Ardennenoffensief wordt de ‘besluitwet op de sociale zekerheid’ ondertekend.
- Naoorlogse periode
o Verandering visie op de taak van de sociale zekerheid: van bestrijding armoede naar behoud
welvaartsniveau
o Sociale uitkeringen wijzigen van éénzelfde bedrag voor iedereen naar percentage van het eigen
loon
o Pensioenstelsel
o Van kapitalisatie naar repartitie
o 75% van het gemiddeld loon voor gezinshoofden - 60% voor de anderen
o ZIV: afspraken over tarieven van artsen
o Ontstaan sociale zekerheid voor zelfstandigen
o 1949: toelage voor “moeder aan de haard” (afgeschaft in 1957)
o 1952: algemene koppeling van de lonen en uitkeringen aan de consumptieprijsindex
o 1974
o Wet op het bestaansminimum
o Invoering brugpensioen
o 1994
o Invoering art. 23 GW (sociale grondrechten)
o Invoering Bijzondere Bijdrage voor de Sociale Zekerheid (BBSZ)
o 2012: degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen
o Niveau van het loonplafond daalt
o Niveau van het percentage daalt
o 2015 - 2019: tax shift
o 2016: invoering re-integratietraject
2
, o 2023 - Pensioenhervorming? …?
4. ENKELE KENMERKEN
- Solidariteit
o Centrale begrip in ons socialezekerheidssysteem
Tussen werkende en werklozen
Tussen jongeren en ouderen
Tussen gezonden en zieken
Tussen mensen met en mensen zonder inkomen
Tussen gezinnen met en gezinnen zonder kinderen
o Financiering via bijdragen op het loon van de werknemers
o Wordt gewaarborgd door:
Werkenden betalen bijdragen in verhouding tot hun loon
Financiering gebeurt door de gemeenschap
Sociale partners beslissen mee over het systeem.
- Verplicht karakter
o Sociale verzekeringen zijn verplicht
Men heeft niet de keuze er al dan niet aan te willen deelnemen en enkel een eigen
persoonlijke verzekering te nemen
Men kan ook niet kiezen geen bijdragen te betalen voor takken van de sociale zekerheid
waar men geen belang bij zou hebben
5. STELSEL VAN DE SOCIALE ZEKERHEID
- 3 stelsels
o Stelsel van de loontrekkenden
‘Algemeen’ stelsel
Bescherming voor alle klassieke takken
Bijzondere stelsels
Specifieke stelsels voor mijnwerkers en zeelieden
Aanvullende sociale zekerheid of bestaanszekerheid
Sectorale of onderneming stelsels
o Stelsel van zelfstandigen
Verzekering door 5 takken
Geneeskundige verzorging, arbeidsongeschiktheid en invaliditeit
Moederschapsverzekering
Gezinsbijslag
Pensioen
Faillissement
Aansluiting en bijdragebetaling
Via sociale verzekeringsfondsen voor zelfstandigen onder toezicht van de RSVZ,
nationale hulpkas voor de sociale verzkeringen van zelfstandigen beheerd door de
RSV.
o Stelsels voor de ambtenaren
Plaatselijke en provinciale overheden via RSZ
Andere ambtenaren: rechtstreeks verzekerd via de tewerkstellende overheid zelf
Zijn wel via algemeen stelsen van de loontrekkenden verzekerd voor de
gezondheidszorgen.
6. STRUCTUUR VAN DE SOCIALE ZEKERHEID
- Financiering via het loon van de werknemers + overheid subsidieert stelsel eveneens
- Werkgevers en werknemersbijdragen worden overgemaakt aan de RSZ
- RSZ herverdeelt de bijdrage over de sociale parastatalen
Rijksinstituut voor ziekte en invaliditeitsverzekering -> ziekenfondsen
Federale pensioendienst
Rijksdienst voor arbeidsvoorzineing (rva) -> uitbetalingsinstelling voor
werkloosheidsuitkeringen
3
, Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie (RJV) -> vakantiekassen voor arbeiders
Fons -> kinderbijslagfondsen
Federaal agentschap voor beroepsrisico’ (FEDERIS)
7. ONDERWERPING AAN DE SZ
- RSZ-wet is van openbare orde
o Indien uit feiten blijkt dat er sprake is van AO => RSZ-bijdragen
- Territoriaal toepassingsgebied
o Werknemers die in België werken
Voor een werkgever die in België is gevestigd
Of voor een in het buitenland gevestigde werkgever die in België een exploitatiezetel heeft
waarvan de werknemer afhangt.
o EU-verordening 883/2004
Coördineert de socialezekerheidsstelsels van de landen binnen de EU om het vrije verkeer
van burgers te vergemakkelijken
Vaststelling van de toe te passen wetgeving
o Bilaterale akkoorden (bv. Met VS, canada, turkije, marokko en algerije)
o Personeel toepassingsgebied
Werkgevers en werknemers die verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst
Wat is een AO?
o Wederkerige overeenkomst
o Werknemer verricht arbeid onder gezag van de werkgever
o Werkgever verschaft arbeid en betaalt het loon.
Ondergeschikt verband is essentieel
Problematiek van schijnzelfstandigen en pseudowerknemers
o Arbeidsrelatieswet van 27/12/06
Samengaan arbeidsovereenkomst en aannemings- of zelfstandigenovereenkomst.
o Uitbreidingen, gelijkstellingen, beperkingen en uitsluitingen
Gelijkgestelden
Leerlingen
Uitbreidingen
Arbeid die in gelijkaardige omstandigheden als die van een arbeidsovereenkomst
wordt verricht
o Bijvoorbeeld: vrachtwagen en taxichauffeurs (onder bep vw)
o Bijvoorbeeld: onthaalouders “ sui generis “
Beperkingen
Voor bepaalde categorieën van werknemers wordt de toepassing van de SZ
beperkt tot 1 of meer taken
o Bijvoorbeeld: leerlingen (duaal leren)
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur sydney14141. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,26. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.