HOOFDSTUK 6: MEDIA IN DE ECONOMISCHE WETENSCHAPPEN
Onder media verstaan we alle leer- en hulpmiddelen: boeken, projecteren, leertoestellen enzovoort, kortom: alle
stoffelijke attributen die een didactische functie kunnen vervullen.
Vroeger werden media hoofdzakelijk als onderwijsmiddel aangewend en dus bijna uitsluitend door de leraar gehanteerd.
Aansluitend bij de verschuiving van de klemtoon naar het actief en constructief leren van leerlingen is de onderwijssector
echter de noodzaak gaan inzien om media als activerende leermiddelen in te schakelen, met het oog op de realisatie
van hogere doelstellingen.
Het SAMR-model
Het SAMR-model toont wat de invloed kan zijn van de didactische inzet van nieuwe technologie/ ICT op de
onderwijsmethode en het leren van de leerlingen. De leraar kan het model gebruiken als hulpmiddel wanneer hij
reflecteert op de eigen onderwijspraktijk.
Het bestaat uit 4 niveaus:
NIVEAU 1: SUBSTITUTIE = SUBSTITUTION
Technologie vervangt andere media, zonder dat er een verandering optreedt in de structuur van het onderwijsproces.
Voorbeelden:
De tablet wordt gebruikt om leerlingen digitaal nota’s te laten nemen i.p.v. met pen en papier
Een applicatie op de tablet die de grafische rekenmachine vervangt
Een e-book op de tablet lezen in plaats van een gedrukt boek
NIVEAU 2: ADDITIE = AUGMENTATION
Wanneer nieuwe technologie wordt ingezet op het niveau van additie, is het een toevoeging op het normale
onderwijsproces, zonder dat er werkelijk een wijziging optreedt in de structuur van het onderwijsproces.
Voorbeelden:
Bij het nemen van digitale nota’s wordt de functie spellingscontrole gebruikt
Naast het leerboek wordt online materiaal geraadpleegd, zoals een extra videofragment
,Conclusie over substitutie en additie: Bij de niveaus substitutie en additie gaat het om het verbeteren/versterken van
de bestaande didactische aanpak. Het onderwijsproces zelf ondergaat geen structurele wijzigingen. Vaak betreft het een
leraargestuurde en low level technology-aanpak. Op zich is daar niets mis mee, maar leidt de inzet van ICT hier tot betere
leerprestaties van de leerlingen?
NIVEAU 3: MODIFICATIE = MODIFICATION
Van modificatie is sprake wanneer het gebruik van de technologie het onderwijsproces significant verandert. Leertaken
worden herontworpen op basis van de nieuw beschikbare technologie.
Voorbeelden:
De tablet wordt door de leraar gebruikt om grafisch te projecteren op het smartboard. De leerlingen krijgen via
hun tablet toegang tot de grafische illustraties en kunnen ze manipuleren op de tablet.
Google Docs wordt gebruikt bij het maken van een groepswerk, waardoor de leraar en medeleerlingen
onmiddellijk feedback kunnen geven.
NIVEAU 4: HERDEFINIERING = REDEFINITION
Herdefiniëring is het hoogste niveau waarop nieuwe technologie kan worden ingezet. De leertaken zullen zo ontworpen
zijn dat ze zonder de technologie niet uitgevoerd kunnen worden. De inzet van de leeromgeving impliceert dus een
principiële verandering in de visie op onderwijs en leren.
Gevolg: het onderwijsproces zal nog nauwelijks gelijkenissen vertonen met de voorgaande gang van zaken.
Voorbeelden:
De SteveJobsScholen in Nederland waar het gebruik van een iPad centraal staat in het onderwijsmodel
Videoconferentie met buitenlandse experts tijdens de les
Creatieve opdrachten met audiofeedback
Conclusie over modificatie en herdefiniëring: Bij de niveaus modificatie en herdefiniëring gaat het om transformatie
van het onderwijsproces, waarbij de mogelijkheden van ICT leiden tot herontwerp van leeractiviteiten of zelfs
leeractiviteiten die zonder deze ICT- toepassingen niet mogelijk waren. Het gaat dikwijls om leeractiviteiten waarbij het
actief leren van de leerling centraal staat en die van de leerlingen ook hogere denkvaardigheden vereisen.
Algemene opmerkingen:
Vaak ontstaat er een hype rond de invoering van nieuwe technologie in het onderwijs. Er is een tendens om
‘fads and fashions’ te volgen. In het economieonderwijs vinden we heel veel substitutie (werken in pc-klas,
bordboek, powerpointpresentaties, digitaal bord), veel additie (videofragmenten, nieuwberichten bekijken),
beperkte modificatie (webquest, discussieforum) en beperkte herdefiniëring (handelsondernemingen,
minionderneming, …)
Bij het gebruik van media in de les is het goed om de leerlingen tegelijkertijd te wijzen op mediawijsheid (VOET
uit de gemeenschappelijke stam).
Het bord en het digitale bord
2.1 Het klassieke bord
Bij het bord gaat het om media die hoofdzakelijk door de leraar gehanteerd worden. Als zodanig horen ze veeleer in een
sturende leeromgeving thuis.
, Vroeger was het gebruikelijk dat de volledige lesinhoud op het bord kwam en de leerlingen dit overnamen. De dag van
vandaag beschikken de leerlingen over voorgedrukte leerwerkboeken of door de leraar aangemaakte werkbladen, die
een actieve verwerking van de leerstof mogelijk maken.
Het bord wordt nu als een ondersteunend medium gebruikt. Het is vooral interessant omdat het toelaat grafieken,
schema’s en dergelijke geleidelijk te doen groeien.
2.2 Het digitale bord
Een digitaal bord is een groot touchscreen waarmee gecommuniceerd kan worden via aanrakingen (vingers of pennen)
en dat in verbinding staat met een beamer en een computer.
Het grote verschil met een gewoon krijtbord is de mogelijkheid om alles wat je op een computerscherm kunt laten zien
te projecteren op het digitale schoolbord. Dat betekent dat je in de lessen op een eenvoudige manier kunt gebruikmaken
van websites, software, filmpjes, … Daarbij is het mogelijk om instructies die op het bord zijn gemaakt op te slaan en
later weer op te roepen.
Er zijn drie categorieën digitale borden die telkens gebruik maken van een andere techniek:
1) Drukgevoelig: Deze kan je met je vingers bedienen.
Voorbeelden: TeamBoard, SMARTboard, Polyvision, TRACEboard en SlimBoard
2) Elektromagnetisch: Deze bedien je met een speciale pen.
Voorbeelden: ACTIVboard, Communicator, Digitiser, Focus Board, Interwrite, HD-board, Penboard, TRACEboard
en SlimBoard
3) Infrarood/ultrasoon: Deze bedien je eveneens met een speciale digitale pen.
Voorbeelden: Mimio I-board, Hitachi StarBoard, Legamaster
Voordelen van het gebruik van een digitaal bord
Je kunt bordschema’s altijd opnieuw oproepen, maar ook verzenden naar de leerlingen via het elektronisch
leerplatform. Daardoor moeten de leerlingen niet altijd noteren wat er op het bord wordt geschreven, kunnen ze beter
opletten tijdens de les en hebben ze altijd goede notities.
Voordelen van een digitaal bord Hoe maximaal benutten?
Werkt motiverend en engageert de Leerlingen zo veel mogelijk zelf het bord laten gebruiken
leerlingen Leerlinggerichte toepassingen uitvoeren met het digitaal bord
Betere prestaties van de leerlingen Leerlingen zo veel mogelijk zelf het bord laten gebruiken
Verrassingselement behouden door variëteit aan
toepassingen te gebruiken
Nadelen van het gebruik van een digitaal bord
Nadelen van een digitaal bord Hoe nadeel minimaliseren?
Kostprijs Overweeg alternatieve technologieën
Technische problemen Goede training leerkrachten
Zorg voor alternatieven