Vakdidactiek economie
H1: Economische vorming en de structuur van het onderwijs
1. Structuur:
Eindtermen: minimumdoelen die de overheid noodzakelijk en bereikbaar acht voor een
bepaalde leerlingen groep in Vlaanderen, zowel vakoverschrijdend als vakgebonden.
- vastgelegd voor basisvorming A stroom eerste graad en elke onderwijsvorm vanaf de 2 de
graad, per graad. Eindtermen zijn opgesteld per graad. Specifieke eindtermen enkel voor
aso. Bevat:
- Economie: Markten, ondernemingen, economische ontwikkeling
- Onderzoek competenties: leren leren, opdrachten over problemen en economische context
Ontwikkelingsdoelen: minimumdoelen op het vlak van kennis, inzicht, vaardigheden en
attitudes die de overheid wenselijk acht en die de school aan de B stroom eerste graad moet
aanbieden. Doelen tot doorstroming bso of leerlingen met achterstand naar de A stroom te
begeleiden.
1ste leerjaar: 32 lestijd: 27 basisvorming iedereen + 5 uur keuze
A en B stroom. B geen getuigschrift lager.
2de leerjaar: 32 lestijden: 24 basisvorming (14 gemeenschappelijk, 10 bekwaamheid leerling)
+ 8 uur keuzegedeelte (niet bepalend volgende graad maar wel richtingevend)
Beroepsvoorbereidendleerjaar : gemeenschappelijk en lesuren naar 2 beroepsvelden
2de graad: 4 onderwijsvormen (aso, tso, kso, bso)
aso: 7 studierichtingen
3de graad:
aso: 15 studierichtingen + bijna allemaal tweepolig (economie-wiskunde, …)
- tso, kso, bso kunnen 7de jaar of Se-n-Se jaar volgen. (bso verplicht voor diploma SO).
* economie en techniek voorlopig niet in basisvorming
Begrippen:
Basisvorming: vakken die aan elke leerling van een onderwijsvorm zonder
uitzondering moeten worden onderwezen. (economie binnenkort ook hierin)
Basisoptie: groep leervakken die een bredere observatie en oriëntatie van de leerling
mogelijk maken, optioneel gedeelte. 2de leerjaar eerste graad.
Specifiek gedeelte: vakken die bepalend zijn voor de naam van de studierichting, het
karakteristieke van de opleiding. Vanaf 2de graad, deel optioneel gedeelte.
Complementaire gedeelte: bijkomende keuzemogelijkheid. Bv seminaries, deel
optioneel gedeelte.
Studierichtingen: bestaat uit een studiepakket samengesteld uit basisvorming en het
specifieke gedeelte.
, Inhaallessen: kunnen facultatief georganiseerd worden met het oog op een
bijkomende gedifferentieerde benadering van de leerling. Valt buiten de wettelijke
wekelijkse schooluren.
2. Onderwijskwalificaties: doel tot kwaliteitsbewaking onderwijs.
Beroepskwalificatie : afgerond en ingeschaald geheel van competenties waarmee iemand
een beroep kan uitoefenen. Komt tot stand door beroepskwalificatiedossier. Kan je via
onderwijs of andere procedures verwerven.
Onderwijskwalificatie: gehelen van competenties waarmee mensen maatschappelijke
kunnen functioneren, verdere studies aanvatten en/of beroepsactiviteiten kunnen
aanvangen. Niveau 1-5 = eindtermen, specifieke eindtermen en/of erkende
beroepskwalificaties. Niveau 6-8 hoger onderwijs.
Onderwijskwalificatie 4: geeft toegang hoger onderwijs
Onderwijskwalificatie 3: geen toegang hoger onderwijs
Waken over onderwijskwaliteit: eindtermen, ontwikkelingsdoelstellingen, en
kwalificatiestructuur.
Eindtermen tot stand: AKOV stelt ze samen, gaan naar onderwijsminister, gaan naar
Vlaamse onderwijsraad (vlor, adviesorgaan), Per vak worden er evaluaties voorbereidt.
stuurt decreet naar Vlaamse regering, onderwijscommissie en raad van state formuleren
advies en Vlaams parlement geeft zegen of wijzigt nog iets. (amenderingsrecht). Eindtermen
naar inrichtende machten om in leerplan in te bouwen. Onderwijsinspectie checkt of
eindtermen nagestreefd worden. Onderwijsverstrekkers mogen eindtermen eigen plaats
geven in hun visie en opvoedingsproject, leerplannen kunnen dus overal verschillen omdat
nog veel vrijheid voor opvulling.
3. Onderwijsnetten: scholen indelen naar soort inrichtende macht (koepels
onderwijsnetten)
- Officieel gesubsidieerd onderwijs (overheid)(lokale besturen)
Steden – gemeente – provincie (OVSG, POV) 1% - 0% economie
- Gemeenschapsonderwijs (Vlaamse gemeenschap) (GO) 17 % economie
Raad van de gemeenschapsonderwijs – werken met geld van vlaamse gemeenschap
- Vrij gesubsidieerd onderwijs (VGO) privé-initiatief. (koepels: katholiek onderwijs) 81%
econom
(OKO, overleg kleine onderwijsverstrekkers)
confessioneel : levensbeschouwing niet vrij
niet-confessioneel: methodescholen zonder religie gekoppeld
,4. Modernisering secundair onderwijs: MASTERPLAN stap voor stap
Sterktes: hoge scholarisatiegraad, zorg goed, prestaties relatief hoog, ruime
personeelsomkadering, evenwicht centrale sturing en lokale autonomie, schoolteams,…
Verbeterpunten: Ongekwalificeerde uitstroom (1/8) terugdringen, studiekeuze
vergemakkelijken, sociale ongelijkheid wegwerken, leesvaardigheid en wiskunde
verslechterd relatief, meer technologie aanbod, schoolmoe vermijden, overgang basisschool
vergemakkelijken.
Doelstellingen hervorming: talenten groeikansen krijgen, voorbereiding arbeidsmarkt,
ontdekken wat interesses zijn, functioneren in samenleving verbeteren
Stap voor stap. Met effectieve en efficiënte ondersteuning van leerkrachten.
Maatregelen inzake 9 thema’s: - personeel en structuur / budgetten
- overgang basisschool naar secundair onderwijs - aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt
- inhoudelijke aanpak secundair onderwijs - evaluatie en attesteringbeleid
- structuur secundair onderwijs - leerlingenbegeleiding en zorg
de de
- nieuwe indeling 2 en 3 graad - databeheer en meten
5. Economische vorming in de structuur van het secundair onderwijs
Leerplannen = eindtermen door overheid opgelegd hierin verwerkt
Leerplan = somt de algemene en specifieke doelstellingen en aansluitende leerinhouden op
voor één of meer vakken of vakgebieden. Doelen worden heel concreet en operationeel
geformuleerd. (8) Leerplancommissies binnen koepels (netten) .
- visie op de opleiding
- doelgroep
- algemene doelstellingen
- leerplandoelstellingen en leerinhouden
- pedagogische didactische wenken en leermiddelen
- minimale materiële vereisten
- evaluatie
- bibliografie
Onderwijsnetten roepen leerplancommissies samen, inspectie beoordeelt dit en geeft
minister van onderwijs pos of neg advies hierover. Onderwijs minister moet dit goedkeuren
voor ze ermee aan de slag kunnen. Voor complementaire uren is goedkeuring niet nodig.
Vaak per graad. Inspectie realiseert het gebruik hiervan.
Leraren leerplandoelstellingen om in lesplandoelstellingen. Verplicht. Volgorde etc mag
gekozen worden, moet school wijzen op nodig materiaal, evaluatie vrijheid, …
Economische richtingen in de eerste graad
- geen deel van basisvorming
- ECONOMIE/socio economische initiatie : het is een basisoptie met als doel leerlingen te
boeien over interactieve en probleemoplossende aanpak en ruimbeeld van de samenleving
meegeven, maar niet op economische theorieën..
- HANDEL: ontwikkelen praktische vaardigheden en attitudes, beeld vormen van vervolg
mogelijkheden THEMATISCH WERKEN.
, - KANTOOR EN VERKOOP: mogelijkheden sector administratie, retail en logistiek. Ervaringen,
aanleg van leerlingen aanmoedigen en waarderen.
Complexiteit leerinhouden beperkt in eerste graad, maar wel didactische houding van
leraren gevraagd. Vooral motiveren naar toekomst toe.
Economische studierichtingen in het aso
- voorkennis heel heterogeen, zowel economie gehad in eerste graad als niet
- 4 uur economie vak
- derde graad 3 keuzes: economie wiskunde19% ,talen74%, wetenschappen 7%
Leerplannen aso:
GO: 2 de graad: handelseconomie (2uur), boekhouden (2uur). Actualiteitsmap, uitstap,
zelfsturend leren
3 de graad: micro/macro economie (2uur), bedrijfsbeleid (2uur)
activerende werkvormen, begeleid zelfsturend leren
OVSG: polyvalente 2de graad wordt gevolgd door een geprofileerde 3de graad. De
doelstellingen sluiten nauw aan bij de specifieke eindtermen.
POV: Volgen leerplannen OVSG, behalve Oost-Vlaanderen volgt leerplannen van OG!
Katholiek: 2de graad: algemene en bedrijfseconomie geïntegreerd, 3de graad apart.
alles is gericht voor leerlingen met een brede economische-maatschappelijke problemen
interesse, economische gegevens analyseren, grafieken interpreteren, helder en kritisch
kunnen nadenken.
Economische studierichtingen in het tso
- 1ste graad HANDEL, 2 de graad (handel(74%) of handel-talen(26%).
- GO & OVSG: boekhouden, handelseconomie en kantoortechnieken en verkoop/taal in 3 de
graad voortzetten (56%) of hun interesses boekhouden-informatica27% / secretariaat talen /
informaticabeheer 17%
- Katholiek: boekhouden en administratie en minder boekhouden in talen optie
- kunnen 7de jaar doen hierna nog.
Economische studierichtingen in het bso
- 2de leerjaar eerste graad (beroepsvoorbereidend leerjaar) in contact met kantoor en
verkoop wat nog vrij theoretisch is.
- 2de en 3de graad: kantoor (80%) of verkoop(20%) : competentiegericht uitgewerkt
- Katholiek: 2de graad : kantoor en verkoop
- GO/OVSG: veel na scholing met focus op competentiegericht leren, meer leerlingen ten
opzichte van aso/tso omdat zwakkere in samenleving vaak voor GO kiezen.
= 7de jaar vereiste voor diploma
= evenwicht meisjes jongens gelijk