ARBEIDSSOCIOLOGIE
2020-2021
Handboek: De arena’s van het arbeidsbestel
Auteurs: Christophe Vanroelen, Erik Hendrickx, Valeria Pulignano
Docenten: Christophe Vanroelen, Karen Van Aerden
, Hoofdstuk 1: De kijk van de sociologie
Geen examenleerstof!
1. Inleiding
Ons beroep of de plaats waar we werken bepaalt in grote mate onze identiteit. Heel wat wetenschapsdisciplines
houden zich bezig met de menselijke activiteit die we werk noemen, waaronder arbeidspsychologen, historici,
antropologen, economen, juristen, arbeidsgeneeskunde, veiligheidskunde, ergonomie en arbeidssociologen.
Sociologie als wetenschapsdiscipline verwerft inzichten in de manier waarop het sociale vorm krijgt. De manier
waarop we samenleven wordt door de mens zelf vormgegeven. Dit betekent dat het sociale niet absoluut is, maar
veranderlijk of contingent. Dit betekent niet dat alles relatief of arbitrair is. De sociologie heeft tot doel te
verklaren waarom we op een bepaalde manier samenleven en waarom niet voor een alternatief gekozen is.
Alles is contingent maar daarom niet arbitrair
Onze samenleving, en dus ook de arbeid is contingent. Lange tijd probeerden de hogere lagen in de samenleving
arbeid te vermijden. Enkele honderden jaren later waren puriteinse protestanten ervan overtuigt dat arbeid een
voorteken van uitverkorenheid in het hiernamaals was. Dit leidde tot de ontwikkeling van het industrieel
kapitalisme.
Dit betekent niet dat de sociale realiteit arbitrair is. Het is niet omdat een bepaald sociaal gebruik, bijvoorbeeld
de manier waarop we werken, ook anders had kunnen zijn dat er geen goede reden is voor de manier waarop het
vandaag vorm krijgt.
2. De sociologie als wetenschap van het maatschappelijke spel
De sociologie probeert een wetenschappelijk inzicht te geven in hoe en waarom mensen samenleven in sociale
verbanden en interactiekaders, zoals gezinnen, bedrijven, steden…
Metafoor van het spel
− Speelveld:
o Voetbal: voetbalveld, afgebakend door lijnen.
o Samenleving, bedrijf, arbeidsmarkt… Je bent pas werknemer van een bedrijf wanneer je een
arbeidscontract hebt ondertekend en binnen bepaalde momenten van de dag (werkuren).
− Spelers
o Voetbal: voetbalspelers
o Bedrijf: werknemers en werkgevers, klanten, CEO…
− Spelregels
o Formeel:
▪ Voetbal: reglement
▪ Bedrijf: arbeidswetgeving, arbeidsreglement, arbeidswetgeving
o Informeel, ongeschreven wetten of goede gewoonten
▪ Voetbal: fair play
▪ Bedrijf: collegialiteit, nabuurschap, klantgerichtheid…
− Sancties
o Voetbal: strenge en formele straf, afkeurende blik
o Bedrijf: formele straf, vb ontslag of informeel, vb niet uitgenodigd worden voor personeelsdrink.
− Rollen
o Voetbal: verdediger, aanvaller, keeper…
o Bedrijf: beroepen.
▪ Beroepen zorgen voor een maatschappelijke taakverdeling, de arbeidsdeling.
1
Arbeidssociologie: Hoofdstuk 1
, ▪ We verwachten van mensen dat ze zich aan de rollen houden die verbonden zijn aan de
maatschappelijke positie.
▪ Het spel van posities en rollen bepaalt hoe de samenleving of het bedrijf eruitziet. Dit is de
arbeidsorganisatie.
▪ Aan beroepen is een mate van prestige en beloning verbonden.
3. De vijf belangrijke vraagstukken van de sociologie
a. Individu en samenleving
Het individu en de samenleving worden vaak voorgesteld als tegengestelden, waarbij er een spanningsveld is
tussen het vrij en ongebonden individu en de dwang van de collectiviteit. Dit is een misleidend onderscheid, want
de samenleving zit in elk van ons. Individuen maken onontkoombaar deel uit van een samenlevingsverband.
b. De samenleving als bron van mogelijkheden en beperkingen
De samenleving biedt mogelijkheden.
− Het is een illusie dat we ons persoonlijk geluk en succes grotendeels in eigen handen hebben.
− Feitelijke solidariteit
o Warme solidariteit tussen verwanten.
o Koude solidariteit, op basis van formele criteria en niet op basis van welwillendheid. Dit krijgt vorm in de
voorzieningen van de welvaartsstaat.
▪ Er zijn collectief georganiseerde arrangementen waardoor elke burger een minimum aan
mogelijkheden krijgt, vb betaalbaar onderwijs, inkomensbescherming bij ziekte, pensioen of
werkloosheid…
− Arbeidsdeling
o De taken in de samenleving worden zo verdeeld dat iedereen zich in zekere mate op zijn/haar specialiteit
kan toeleggen. Professoren kunnen lesgeven, bakkers bakken brood, studenten studeren…
o De verschillende noodzakelijke onderdelen in de samenleving worden ondergebracht in beroepen.
Beperkingen
− Geboden en verboden in de vorm van wetten en reglementen.
− Toegang tot schaarse middelen.
− Waarden en normen.
− Vb collegialiteit kan in de weg staan van persoonlijk succes.
c. De sociale oorzaken van menselijk gedrag en denken
Mensen zijn met elkaar verbonden via een sociale werkelijkheid die geen van hen ooit heeft ontworpen. De
bouwstenen van de sociale werkelijkheid zijn de sociale feiten.
− Objectief, voorgegeven, extern aan het individu en dwingend.
− Vb sociale relaties tussen mensen, de patronen van solidariteit of competitie, instituties, geschreven en
ongeschreven regels…
− Het dagelijks menselijk handelen ligt aan de basis. Zonder dat zouden de sociale feiten verdwijnen.
− Zelfstandig en sturend karakter.
o In een economische crisis zal een multinational een groot aantal werknemers ontslaan. Dit gebeurt
omwille van een sociaal feit (winstgevendheid, beurskoers) en niet doordat de CEO dit wil doen.
d. Samenwerking en identificatie
Verbondenheid in een sociale entiteit komt tot stand door solidariteit. Dit verwijst naar wat een sociale entiteit
een identiteit geeft, een ‘wij’-gevoel. Het individu ontleent zijn sociale identiteit aan sociale feiten. Vb behoren
tot een nationale staat, wijk, vereniging, netwerk van mensen met dezelfde hobby, fanclub van een band, maar
ook een organisatie of bedrijfscultuur.
2
Arbeidssociologie: Hoofdstuk 1
,Warme solidariteit: binnen een gezin of vriendengroep, hanteren van een cultuur binnen een team, bepaalde
dingen niet te doen omdat dit ingaat tegen de normen in die groep.
Koude solidariteit: verschillende organen werken samen om het organisme en zichzelf in leven te houden. Dit is
de arbeidsdeling, waarbij mensen verschillende beroepen uitoefenen om de samenleving in stand te houden.
e. Competitie en onderscheid
Mensen proberen zich in competitie te onderscheiden van elkaar. Iemand die uitzonderlijke prestaties wil leveren
kan dit enkel in vergelijking met anderen. Strijd tussen individuen of groepen gaat over geld, status en macht.
Conflicten zijn onvermijdelijk omdat sociale actoren verschillende en soms tegenstrijdige belangen hebben,
uiteenlopende doelen nastreven of een verschillende kijk op de wereld hebben.
Vb klassenconflict tussen werkgevers en werknemers, belangenconflicten…
Conflict-paradox
Conflict en onderscheid zijn functioneel voor een samenlevingsverband omdat ze zorgen voor dynamiek, groei en
transformatie. Anderzijds zijn ze disfunctioneel omdat ze de goede werking van het samenlevingsverband in de
weg staan. Teamspirit en solidariteit kunnen uit elkaar vallen.
4. De sociologie: een wetenschap van het sociale
De sociologie is dus de wetenschap van het menselijke samenleven. Vaak wordt bij wetenschap gedacht aan
natuurwetenschap, waardoor de bevindingen van sociologen moeilijk aanvaard worden.
Voorbeeld: werkloosheid
Werkloosheid is een sociaal verschijnsel, berust op definities die mensen zelf hebben gemaakt. Sociologen
hebben geconstateerd dat werkloos zijn weinig te maken heeft met ‘niet willen werken’ of de ‘eigen schuld’.
Oorzaken zijn voornamelijk een ongunstige economische conjunctuur, een snel veranderende behoefte aan
competenties, een mank lopend sociaal beleid, een problematisch onderwijstraject van de betrokkene, armoede
of persoonlijke problemen van allerlei aard. Toch blijft de ‘eigen schuld’ verklaring dominant.
Waarom krijgen sociale wetenschappen zoveel minder geloofwaardigheid?
Dit heeft te maken met de eigen aard van het studieobject: de samenleving. 3 gevolgen:
1. Natuurwetenschappers worden overal met dezelfde werkelijkheid geconfronteerd. De samenleving
functioneert volgens particuliere wetmatigheden.
− Kennis is enkel geldig voor de context waarin het fenomeen werd bestudeerd. Een ander land, periode,
organisatie of beroepsgroep kan leiden tot andere verbanden en conclusies.
2. Natuurwetten kunnen niet zomaar worden afgeschaft of veranderd. Dit is anders voor sociale
wetmatigheden. De verbanden zijn veranderlijk, niet vaststaand.
3. Natuurwetenschappers kunnen experimenteel, proefondervindelijk onderzoek verrichten. Voor sociologen is
dit vaak onethisch en onpraktisch. Deelnemers die weten dat ze bestudeerd worden, kunnen hun gedrag
aanpassen of sociaal wenselijke antwoorden geven.
− Beperkt tot natuurlijke experimenten. Ze moeten cases zoeken die hen in staat stellen de theorie te
toetsen, vb bij nieuwe beleidsmaatregelen.
− We hebben te maken met probabiliteitsverbanden in plaats van met causale verbanden.
o Sociologen spreken in termen van kansen. Er is altijd een mate van onzekerheid.
o Sociologen spreken zelden over individuen, maar over groepen of sociale categorieën.
De sociologie als empirische wetenschap
De sociologie stelt zich tot doel om de sociale werkelijkheid waar te nemen, te beschrijven, te analyseren en te
verklaren. Het is een constante dialoog tussen theorie en empirie, alsook discussie met de bredere samenleving.
Theoretische inzichten moeten getoetst worden aan wat er empirisch wordt waargenomen.
3
Arbeidssociologie: Hoofdstuk 1
, Hoofdstuk 2: De sociologische kijk op arbeid
1. Inleiding
In dit hoofdstuk worden de begrippen ‘werk’ en ‘arbeid’ sociologisch omschreven. Hierbij wordt aandacht
besteed aan de ruimere context:
− Iedereen die werkt is ook man of vrouw, oud of jong, hoog- of laagopgeleid…
− Directe omgeving waarin we werken: thuis, zelfstandig, groot bedrijf, publieke sector…
− Sector, regio, land
Actualiteit
Telewerk
De pandemie heeft een invloed op de manier waarop we werken. We worden gedwongen van thuis te werken.
Nu blijkt dat 9 op 10 werknemers wensen (gedeeltelijk) te blijven telewerken na de pandemie. Dit vergemakkelijkt
de combinatie met gezinstaken. Werkgevers zijn hier niet positief over, omdat dit een invloed heeft op de
arbeidsorganisatie (werkuren, controle…).
Kans op besmetting op het werk met COVID-19
De kans op besmetting is afhankelijk van de job die mensen uitoefeningen. Er is een verschil tussen medische en
niet-medische beroepen.
Corona versterkt mismatch op de arbeidsmarkt
Wat doet de COVID-19-crisis op de arbeidsmarkt? In maart 2020 werd voorspeld dat het aantal werklozen enorm
zou stijgen. Nu zien we dat dit wel nog meevalt. 110 000 jobs zijn bedreigd. Dit is maar een knik in een opwaartse
curve. In 2019 hadden we 4,9 miljoen werknemers. In 2030 worden dat er 5,4 miljoen. Er is een constante groei
op de arbeidsmarkt en de coronacrisis zal hier weinig aan veranderen. Er is meer nood aan arbeidskrachten,
onder andere door de vergrijzing.
Welke jobs komen erbij tegen 2030? Er is een effect van polarisering. Door de coronacrisis is de push gedurende
digitale vaardigheden vergroot. Er zijn nog mensen beschikbaar om te werken mits aanpassingen, vb chronisch
zieken, mensen met lage scholing, mensen met complexe gezinssituatie enzovoort maar deze mensen scoren laag
op die nieuwe vaardigheden die nodig zijn in de arbeidsmarkt. Er moet worden ingezet op activering en vorming.
Loonakkoord
De lonen in België zijn aan de hoge kant vergeleken met de rest van de wereld. Dit is een probleem voor de
concurrentiepositie van Belgische bedrijven. Er kan in andere landen goedkoper geproduceerd en gekocht
worden. Daarom is er een loonnorm ingevoerd die de stijging van de loonkost in de omringende landen monitort.
Dit wordt het richtdoel voor België.
De sociale partners moeten dan een akkoord bereiken over een maximum loonstijgingspercentage. Wanneer
geen consensus wordt bereikt, bepaalt de regering zelf de loonnorm en de werkgelegenheidsbevorderende
maatregelen. In de regering zijn er socialisten en liberalen met dezelfde tegengestelde belangen.
2. Wat is werk en arbeid?
Smalle en brede definities van werk
Andre Gorz
Werk is een betaalde activiteit voor rekening van een derde.
→ Dit is een smalle definitie.
→ Als we werken voor een derde interpreteren als werken voor een werkgever valt zelfstandige arbeid niet
onder werk.
4
Arbeidssociologie: Hoofdstuk 2
, Tony J. Watson
Werk is het uitvoeren van taken die mensen in staat stellen om in hun levensonderhoud te voorzien, gegeven de
sociale en economische context waarin ze leven.
→ In dit geval gaat het enkel over betaalde activiteiten. De taken uitgevoerd door een vrouw die haar zieke man
verzorgd, worden dan niet gezien als werk terwijl dezelfde activiteiten uitgevoerd door een verpleegster wel
als werk gezien worden.
Keith Grint
Werk is een activiteit die tot doel heeft de natuur te transformeren en meestal een sociaal gebeuren is.
→ Dit is een heel brede definitie, die zich niet beperkt tot betaalde activiteiten uitgevoerd door een werknemer
of zelfstandige (betaalde arbeid).
→ Het decoreren van een feestruimte voor een verkleedfeestje wordt dan gezien als werk, maar wat met
huishoudelijke taken?
Waar ligt precies de grens tussen betaalde arbeid, werk en niet-werk? Dit is sterk bepaald door sociale afspraken.
De sociale context
Wat als werk wordt omgeschreven, is afhankelijk van de maatschappelijke context. Het is afhankelijk van de
historische, ruimtelijke en culturele omgeving, de ruimere context. Dit bepaalt hoe individuen en families werk
ervaren en deelnemen aan werk.
Contingentie
Een definitie is mogelijk maar er moet ruimte zijn voor contingentie. Elke definitie is een afspiegeling van de
cultuur en de heersende machtsrelaties in een samenleving.
Zonder contextgevoeligheid lopen we het risico dat we allerhande transformerende activiteiten die nuttig zijn om
in ons levensonderhoud te voorzien verkeerdelijk als niet-werk zouden beschouwen.
Officiële definitie van werken volgens de overheid
Opdeling in ‘economisch actief’ en ‘niet beroepsactief’. Dit overlapt met de notie van betaalde arbeid.
3. Werk en niet-werk
Minimale voorwaarden van werk
− Werk is een vorm van sociaal handelen. Je produceert of realiseert iets dat voor anderen bruikbaar is.
− Werk transformeert de natuur of cultuur.
o Natuur: je maakt iets fysiek
o Cultuur: docenten proberen studenten iets bij te leren
− Het heeft een zekere economische waarde of nut voor de uitvoerder, de naaste omgeving of de samenleving.
Het is dus productief.
− Werk voorziet in het levensonderhoud van het individu of de collectiviteit, gegeven de schaarse middelen.
o Het is meer dan wat nodig is om fysiek te overleven.
o Vb kinderkamerinrichtingsconsulente heeft niets te maken met het pure overleven. In een moderne
samenleving is niet iedereen nodig om te voorzien in het levensonderhoud.
o Het gaat om alle activiteiten die maatschappelijk waardevol zijn.
− Werk bepaalt de manier waarop we participeren in de samenleving.
o Werk bepaalt onze status en de manier waarop onze identiteit vorm krijgt in de samenleving. De kennis
van iemands beroep geeft info over zijn materiële welstand, de intellectuele bagage, de kans om lang en
gezond te leven…
5
Arbeidssociologie: Hoofdstuk 2