LES 1: BUREAUCRATIE, DEMOCRATIE EN
RECHTSSTAAT
OVERHEID EN MAATSCHAPPIJ
Elk onderdeel heeft een andere logica
- Staat kan dwang uitoefenen en je kan niet op een ander gaan, dus moet je voice gebruiken om je te
laten horen
- In burgermaatschappij heeft vertrouwen een grote impact (bv ngo’s die middelen misbruiken,
beschuldigingen van seksuele intimidatie, …)
- Markt heeft ruilrelaties en het idee van exit (als je niet tevreden bent, ga je op een ander)
Bv: armoedebeleid rond daklozen
- Staat
o Financiële ondersteuning, OCMW
o Markt dwingen om initiatieven te nemen
o Bij overlast ingrijpen
- Burgermaatschappij
o Opvang
o Voedselbanken
o Fungeert als brug tussen overheid en individuen
- Markt
o Opvang bieden en winst maken
o Tendering= wanneer de overheid besloot om ook private bedrijven aan te wenden,
“vermarkting” van de sociale sector
- Gemeenschappen
o Zonder Honger Naar Bed
o Informele inzamelacties
1
,WAT IS EEN STAAT?
Max Weber: staat = gemeenschap die een (succesvolle) claim legt op het legitieme gebruik van fysiek geweld
binnen een territorium
- Gemeenschap → imagined communities: vlag, volkslied, instituties, …
- Legitiem → macht die aanvaard wordt
- Fysiek geweld → geweldsmonopolie als kern van een staat
- Territorium → stabiele grenzen nodig die je kan verdedigen
Citaat anarchist Proudhon: “Bestuurd te worden betekent te worden bekeken, bespioneerd, gestuurd, geregeld,
geteld, ingeschreven, geïndoctrineerd, overtuigd, gecontroleerd, gecheckt, geschat, gewaardeerd,
gecensureerd, gecommandeerd, door creaturen die noch het recht, noch de wijsheid, noch de waarden hebben
om dit te doen. Bestuurd te worden betekent bij elke operatie, bij elke transactie te worden genoteerd,
geregistreerd, gemeten, belast, afgestempeld, genummerd, gelicensieerd, geautoriseerd, tegengehouden,
verboden, gecorrigeerd en gestraft. Het betekent onder het voorwendsel van het publieke nut en in de naam
van het algemeen belang te worden gedrild, geplukt, geëxploiteerd, gemonopoliseerd, afgezet, uitgeknepen,
om de tuin geleid en beroofd; dan, bij de geringste weerstand, bij het eerste woord van een klacht, te worden
onderdrukt, beboet, belasterd, lastig gevallen, opgejaagd, misbruikt, geknuppeld, ontwapend, gebonden,
gestikt, gevangen gezet, beoordeeld, veroordeeld, neergeschoten, gedeporteerd, opgeofferd, verkocht en
verraden; en als kroon op het werk, bespot, geridiculiseerd, uitgelachen, gekrenkt, en onteerd. Dat is de
overheid; dat is haar rechtvaardigheid; dat is haar moraal”
Moderne variant van deze kritiek: libertarisme
- Kern: zelfbeschikking
o Staat gebruikt dwang die tegen dit principe ingaat
o !! Dwang enkel om rechten van anderen te borgen
- Mensen niet beschermen tegen zichzelf
- Niet dwingen om bij te dragen aan het algemeen belang
- Geen beperkingen op waar mensen willen gaan (dus open grenzen)
- Privaat bezit is heilig
2
, - Fragile states index
- Criteria zijn gebaseerd op Westerse beeld van democratische staat
DE DEMOCRATISCHE RECHTSSTAAT
Drie fundamenten van de democratische rechtsstaat:
- Parlementaire democratie / majority rule
o Maar door verkiezingen moet een minderheid ook een meerderheid kunnen worden →
mensen overtuigen, van mening veranderen
o Bv Afghanistan sterke etnische groepen, als mensen enkel stemmen volgens etnische groep,
dan zal een minderheid nooit een meerderheid kunnen worden
- Rechtsstaat / minority protection
o Rule of law → wetgeving stuurt wat overheid wel en niet mag doen
o Ook de overheid moet zich aan die wetten houden!
- Bureaucratie
o Uitvoeringsapparaat
DEMOCRATIE
- Verkiezingen : free, fair & frequent
- Burgerschap: idee dat mensen kunnen participeren in de democratie
3
, RECHT
Hoofdfuncties:
- Ordenend → afspraken maken, normen vastleggen, sturen van verandering
- Beslechtend → geschillen oplossen, sanctioneren
➔ Ook de overheid is gevat door het recht
BUREAUCRATIE
Apparaatsfunctie:
- Betrouwbaar
- Gecontroleerd
Kennisfunctie:
- Expertise
- Onafhankelijkheid
DE DEMOCRATISCHE RECHTSSTAAT ONDER DRUK
- BBP= marktwaarde van alle goederen en diensten, geproduceerd in één jaar tijd
- Evolutie van kleine overheid tot veel grotere
o Vooral grote toename vanaf jaren ’50 (uitbouw welvaartsstaat via publiek budget)
o Keerpunt in jaren ’80: crisis → belang overheid in economie neemt terug af
- Pieken → oorlogsuitgaven
- China:
o Jaren ’80: opbouw vrije markt
o Recent: terug meer overheidsinmenging
4