ERGOTHERAPIE IN DE ATYPISCHE ONTWIKKELING 2
Docenten
- Lenaerts, R.
- Op De Beeck, K.
- De Zutter, F.
,DEEL 1 lessen R. Lenaerts (theorie, powerpoints, digitale cursus, handboek en practica)
HF1 ergotherapie bij kinderen met ADHD
INLEIDING
ADHD: Attention Deficit Hyperactivity Disorder – aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit
Als aandachts- en hyperactiviteitsproblemen ernstig zijn … hebben ze negatieve invloed op levensdomeinen
+ zijn er ook vaak andere ontwikkelingsproblemen zoals spraak, taal, motoriek en leren
Let op, we mogen niet te snel aan ADHD denken!
Het gedrag kan ook verklaard worden door verschillende andere factoren
Risico geen rekening houden met Omgevingsfactoren kunnen leiden tot druk of onoplettend gedrag bij
omgevingsfactoren kinderen/jongeren
- Factoren in gezin zoals weinig structuur, hoge mate van
conflicten en stress, verwaarlozing, …
- Grote levensgebeurtenissen zoals echtscheiding, verhuis,
verandering school, nieuwe broer of zus
- Problemen met leeftijdsgenoten zoals pesterijen, ruzie
Risico om andere problematiek te Onoplettendheid, druk en impulsief gedrag komen ook voor bij
missen andere aandoeningen
Mogelijke verwarring met Als de signalen van aandachtstekort, hyperactiviteit en/of
normale ontwikkeling impulsiviteit lang aanhouden en in verschillende omgevingen
voorkomen kan dit zorgen voor vermoeden van ADHD
Mogelijke negatieve gevolgen van Als diagnose ADHD onterecht gesteld wordt dan …
onterechte diagnose - Kan het leiden tot beperkt beeld van mogelijkheden van kind
- Kind wordt gestigmatiseerd en krijgt een label
- Kind identificeert zich met de diagnose
- Onaangepaste behandeling
, 1. Screening
Selectiemethode om te kijken wie wordt doorverwezen voor verder onderzoek
Aspecifieke en specifieke signalen herkennen die kunnen wijzen op ADHD
Als signalen van aandachtstekort, hyperactiviteit en impulsiviteit ernstig zijn én meer dan 6 maanden
aanhouden in verschillende omgeving kunnen we ADHD vermoeden
Aspecifieke signalen = indicaties om aan ADHD te denken
Aan de hand van verschillende vragen werken: hoe gaat het thuis, hoe gaat het op school, heb je vriendjes
of vriendinnetjes, wat doe je in je vrije tijd
Voorbeelden aspecifieke signalen per leeftijd
Peuter kleuter Veel conflicten met ouders en brussen, volgorde en
uitvoering van dagelijkse routines verloopt moeizaam of
slordig, onhandig, sociaal emotionele problemen,
activiteiten niet afwerken, niet luisteren, vliegt van ene
naar andere activiteit, wervelwind stopt niet
(hyperactiviteit), geen gevoel voor gevaar, lijkt
tegendraads, wegloopgedrag
Lagere schoolleeftijd Zelfde als bij peuter kleuter
+ veel moeite om te plannen, moeilijkheden met
herkennen van emoties, missen of verkeerd
interpreteren van sociale signalen, voelt niet aan
wanneer rust nodig is, moeite bij verkrijgen van overzicht
Tiener adolescent Minder doorzetten, chaos en wanorde, geen overzicht
over huiswerk en taken, onvoorspelbaar, overdreven snel
en uitgesproken geïrriteerd, beperkte zelfcontrole, zoekt
sensatie op, verkeerd inschatten van consequenties
Specifieke signalen = specifieke kernsymptomen van ADHD
• Concentratieproblemen en/of hyperactiviteit en impulsiviteit
• Ze passen niet bij het ontwikkelingsniveau
• Ze zijn niet verklaarbaar door andere aandoening
• Ze houden langer dan 6 maanden aan
• Ze zijn herkenbaar voor het 12e levensjaar
• Symptomen moeten aanwezig zijn in meer dan één context
• Om van ADHD te spreken moet minstens aan 6 symptomen voldaan worden
, 2. Prediagnostische fase
Als er uit de screening blijkt dat er vermoeden is van ADHD, zijn er twee opties
Optie 1: Doorverwijzen naar gespecialiseerde tweedelijnszorg voor verdere diagnostiek en hulp
Optie 2: Evaluatieperiode (watchful waiting) van 10 weken inlassen vooraleer doorverwijzing
= tijdens deze periode kunnen we aanpassingen in dagelijks leven doorvoeren
• Differentiaaldiagnoses uitsluiten door een algemeen gezondheidsbilan op te maken
• Betrokken hulpverleners (indien aanwezig) contacteren
• Adviezen geven
o School: zoek contact, verbeter kwaliteit van taak, geef veel feedback, gebruik structuur,
bewegingsmogelijkheden, regels, …
o Opvoeding: vast dagpatroon, verminder afleidingen, aangepaste omgeving voor huiswerk,
lijstjes en picto’s gebruiken, keuzeopties geven, kleine en bereikbare doelen, praat op rustige
momenten, …
o Voeding
o Beweging
3. Diagnostische fase
ADHD = de vaststelling van een observeerbaar gedragspatroon dat gekenmerkt wordt door overmatig druk,
impulsief en/of onoplettend gedrag, disproportioneel met de ontwikkelingsleeftijd, pervasief aanwezig in
meerdere contexten, leidend tot disfunctioneren en niet verklaarbaar door een andere psychiatrische
problematiek
Diagnostisch proces bestaat uit verschillende onderdelen
• Algemeen bilan
= algemene informatie, niet specifiek voor ADHD maar relevant in proces
• ADHD – symptoominventaris
= informatie en hulpmiddelen om symptomen en impact ervan in kaart te brengen
• Differntiaaldiagnose en comorbiditeiten
= in kaart brengen van vaak geassocieerde problemen en/of verklaringen van gedrag
• Onderzoeken op indicatie
= bijkomende onderzoeken die nodig zijn bij bepaalde alarmsignalen
4. Behandeling
Volgt twee basisprincipes
= behandeling richt zich op symptomen én op de geassocieerde problemen en secundaire impact
= behandeling houdt rekening met problemen in verschillende settings
Aanpak steunt op 3 pijlers
• Psycho educatie
• Gedragsinterventie en/of andere niet medicamenteuze behandeling
• Medicatie
o Indien symptomen onvoldoende onder controle zijn met gedragsaanpak
o Indien gedragsverandering op korte termijn nodig is
o Indien symptomen aanvang ernstig zijn