Inleiding tot de agogische wetenschappen
Agogiek en definities
I. Agogiek en het definitorisch probleem
Agogiek is multidisciplinair en multifunctioneel.
Multidisciplinair omdat het een wetenschap is die niet op zichzelf staat, maar verschillende
disciplines omvat zoals psychologie, sociologie, politicologie… Daardoor wordt agogiek ook wel een
bovenbouwwetenschap genoemd, het heeft met andere woorden andere disciplines (of
onderbouwwetenschappen) nodig op zich daarop verder te bouwen.
Multifunctioneel, wat betekent dat er veel verschillende domeinen zijn die jobs aanbieden aan
agogen. Het is dus geen eenduidig begrip.
Daarnaast wordt er ook gesproken over het gebruik van agogentaal, wat letterlijk omslachtig en
versluierend taalgebruik betekent.
Doordat agogiek zo’n breed begrip is en zo veel verschillende domeinen omvat is het moeilijk om er
een exacte definitie aan toe te kennen
Voorbeelden uit het dagelijks leven:
De agogé in Sparta was een opvoedingsschool die probeerde alle tools mee te geven om
staande te blijven in de samenleving (vandaag de dag doet onze samenleving dat ook)
Trump is een voorbeeld van een demagoog: een persoon die het volk leidt via zijn eigen
opvattingen. (‘demos’ staat voor volk en ‘agogé’ voor leiden)
Opsomming agogische denkers:
Ten Have (+/- 1960)
Grondlegger agogiek
Wou van agogiek een zelfstandige wetenschap maken
Zag agogiek als interventiewetenschap
Had 2 definities voor agogiek:
o “Opvoeding, vorming, leiding” met “een zekere richting, in overeenstemming met
haar doelstellingen”
o “Deskundige en intentionele beïnvloeding van een (of meer) volwassenen gericht op
verandering die wordt ervaren als welzijnsbevordering”
Van Beugen (1970)
Was een leerling van Ter Have
Sprak over “de agogische aktie”: het komplex van handelingen (interventies) door middel
waarvan een dienstverlenend systeem beïnvloedend werkt op sociale processen en
strukturen met het expliciete doel om het welzijn van een cliëntsysteem te bevorderen
Het dienstverlenend systeem is de change agent of de agoog
Het cliëntsysteem is een individu, groep, organisatie of gemeenschap
, Het doel van de agogiek was volgens hem welzijnsbevordering via beïnvloeding
Zag agogiek als een interventiewetenschap
Nijk (1978)
Heeft nog invloed op de hedendaagse agogiek
Agogiek gaat om het opheffen van de impasse die ontstaat wanneer “mensen niet, niet
adequaat, [of] niet bevredigend weten te handelen
Geldt voor “de huisvrouw die niet met geld om kan gaan, voor de boer die vastloopt in de
problemen van de moderne bedrijfsvoering, voor de mijnwerker die onthand is geraakt in de
procesindustrie, voor de buurtbewoners die niet weten hoe zij het – door anderen wellicht
bewust beoogde – verval van hun buurt moeten stuiten”
Agoog moet het handelingspotentiaal vergroten en de mens ondersteunen in het eigen
handelen
Zag agogiek als handelingswetenschap
Verbiest (1984)
Zag agogiek als de hulpverlening aan en vorming en begeleiding van volwassenen
Michielse (1977)
Zag agogiek als het beïnvloeden, vormen en opvoeden van (volwassen) mensen binnen het
welzijnswerk
Van Gent (1991)
Zag agogiek als een bescheiden, wetenschappelijk onderbouwde bijdrage aan de sociale en
culturele ontwikkeling en ontplooiing van volwassenen of kort gezegd: volwasseneneducatie
De focus verschuift hier van interventie en beïnvloeding meer en meer naar het bredere veld
van de (sociale en culturele) educatie en vorming
Wildemeersch 1998)
Zag agogiek als sociaal leren
Bij sociaal leren gaat het om collectieve leerprocessen van mensen die proberen oplossingen
te zoeken voor de problemen of uitdagingen waarmee ze geconfronteerd worden
Bouverne-De Bie (2015)
Zag sociale agogiek als de wetenschappelijke studie van sociaal werkpraktijken, vanuit een,
sociaal-pedagogisch perspectief
,VUB (Vanwing, Elias…)
Hoewel het aan de Vrije Universiteit Brussel “nooit de eerste zorg [is] geweest om het eigen
vakgebied af te bakenen en te verzelfstandigen zoals dat in Nederland” gebeurde, wordt
agogiek als niet-formele educatie en vorming gekaderd binnen het bredere humanistische
streven.
Opmerkingen:
Interventiewetenschap betekent dat de agoog een interventie doet in de samenleving
Handelingswetenschap betekent dat de agogiek geen interventie doet, maar inzicht probeert te
krijgen over hoe mensen handelen in de samenleving
Definities zijn niet van buiten te kennen, maar wel een inzicht erover hebben vragen op het
examen zijn bijvoorbeeld ‘welke denker was het meest interessant en waarom?’, ‘wat is je mening
over…?’. Ook de algemene verschuiving tussen interventiewetenschap en handelingswetenschap
kennen.
Voorbeeld enge en brede begripsbepaling agogiek:
Eng Breed
Agogiek “is sociale hulpverlening, Agogiek betreft alles wat te maken
vormingswerk, desnoods heeft met “het initiëren en/of
samenlevingsopbouw, maar echt niet begeleiden van (sociaal-culturele
meer” en/of maatschappelijke) verandering”
Het 1e begrip is zeer beperkt, en het tweede juist zeer ruim. Je kan zo bijvoorbeeld bij de brede definitie
ook stellen dat een verpleegster een agoog is. Maar dit zegt niets over agogiek, het geeft enkel de
omkadering aan. Dat is idem voor concepten als emancipatie, interventie, empowerment, burgerschap,
gemeenschapsvorming, verandering…
Het zijn dus generische termen die op verschillende manieren kunnen worden ingevuld
Al dit toont opnieuw aan hoe moeilijk het zou zijn 1 definitie te geven voor het begrip agogiek
II. Agogiek als woord
Soorten educatie:
Formele educatie door leerkracht
Informele educatie door ouders
Niet-formele educatie door iets ertussen (vrienden…)
, Vertalingen agogiek in andere talen:
In het Engels:
Andragogy (staat voor inzicht in hoe mensen leren) geen exacte vertaling
Op de VUB gebruiken we eerder het Engelstalige begrip ‘Adult Educational Sciences’ (staat voor de
invloed op/bij het leren)
In Nederland:
Agogiek wordt opgesplitst in:
Pedagogiek voor kinderen
Andragogiek voor volwassenen Geformuleerd door Ten Have
Gerontagogiek voor ouderen
De term andragogiek werd geïntroduceerd door de Duitse Alexander Kapp in 1833, en wordt tot op
de dag van vandaag nog gebruikt in Nederland. Het staat voor de manier waarop volwassenen
kennis, karakter en vaardigheden ontwikkelen
De term agogie werd door du Boeuff en Kuiper geïntroduceerd in 1950, en staat voor educatie of
leiding door een opvoeder
In Vlaanderen:
Agogiek wordt gebruikt als onderkopende term
Andragogiek > agogiek
< Agein (ἄγειν): (ver)voeren, (bege)leiden, handelen.
“Actie” “agentschap” “(re)ageren”
Staat voor:
Manier waarop we het leven leiden, de dingen doen
Handelingsmogelijkheid
Veranderingspotentieel
Het vooronderstelt de mogelijkheid om het leven (zelf) in handen te nemen
In transitieve zin duidt het op vorming en educatie.
Handelingswetenschap – veranderingskunde
Oorsprong agogie:
De meeste onderzoekers geloven dat de term ‘agogie’ afkomstig zou zijn van het Griekse ‘Agôgè’,
maar hier is twijfel over want ‘Agôgè’ werd ook geassocieerd met het Spartaanse
opvoedingssysteem. De twijfel ontstaat omdat we niet direct aan de harde levensstijl van de
Spartanen denken bij het begrip agogie. Een andere mogelijke oorsprong zou zijn van de term
‘paidagogos’ vanuit het oude Griekenland, wat voorkomt uit het Griekse woord ‘agein’.