Inleiding tot de agogische
wetenschappen
Definitie
Agogiek is..
- Mytische van agogiek: van alles wat kunnen maar niet gespecialiseerd zijn (juist goed
dat we het niet exact kunnen omschrijven)
- Agogentaal= versluierend taalgebruik (niet echt to the point komen): nooit duidelijk
zeggen waar het over gaat maar er rond draaien omdat we oog willen hebben voor
de context.
- Agogiek is geen wetenschap die op zichzelf bestaat, maar een bovenbouw
wetenschap (onderbouw wetenschap nodig: steunt op verschillende sociale
wetenschappen) -> multidisciplinair karakter
- Multifunctioneel want je kan in heel veel functies aan de slag gaan
- Niet eenduidig
- Bv. Sparta: agoge = militaire levensschool zodat kinderen zich staande zouden
kunnen houden in de samenleving, proberen we als agogen ook te doen
- Bv. Trump gaat aan de slag met maatschappijverandering, hij is een demagoog (=
demos (=volk) + agoge (=leiden))
- Bv. Pedagoog= degene die het kind begeleid
Ten Have (Nederlandse agoog/pedagoog) => grondlegger van agogiek
- Omschreef agogiek in het begin als opvoeding, vorming, leiding
o Later: deskundige en intentionele beïnvloeding van een (of meer)
volwassenen gericht op verandering die wordt ervaren als
welzijnsbevordering
Achter agogiek zit de intentie om te beinvloeden: resultaat is
welzijnsbevordering
Meer op volwassenen gericht
- Agogiek is interventiewetenschap
- Bedenkingen: welzijnsbevordering voor wie? Wat betekent beter?
Van Beugen (lln Ten Have)
- Agogiek is actie (agogische aktie)
- Agogiek: interventiewetenschap
- “Het komplex van handelingen (interventies) door middel waarvan een
dienstverlenend systeem (‘change agent’, agoog) beïnvloedend inwerkt
op sociale processen en sociale strukturen met het expliciete doel om
1
, het welzijn van een cliëntsysteem (individu, groep, organisatie of
gemeenschap) te bevorderen”
Nijk
- Kritiek tegen van beugen en ter haven
- Voor hem was agogiek niet beinvloeden maar het opheffen van de impasse (= je
graakt niet meer verder) die ontstaat wanneer mensen niet, niet adequaat of niet
bevredigend weten te handelen
o Opheffen van impasse dus mensen juist verder helpen
o Handelen= cruciaal (mensen leren ondersteuning in hun handelen, mensen
meer grip geven op hun leven, laten omgaan met omgeving,..)
o Geldt voor “de huisvrouw die niet met geld om kan gaan, voor de boer
die vastloopt in de problemen van de moderne bedrijfsvoering, voor de
mijnwerker die onthand is geraakt in de procesindustrie, voor de
buurtbewoners die niet weten hoe zij het – door anderen wellicht
bewust beoogde – verval van hun buurt moeten stuiten
- Agogiek: handelingswetenschap
Verbiest
- Agogiek is pedagogiek voor volwassenen
- Agogiek is “de hulpverlening aan en vorming en begeleiding van volwassenen
Michielse
- Agogiek is “het beïnvloeden, vormen en opvoeden van (volwassen) mensen” binnen het
welzijnswerk.
Van Gent
- Agogiek is een “bescheiden, wetenschappelijk onderbouwde, bijdrage aan de sociale en
culturele ontwikkeling en ontplooiing van volwassenen” of kortweg als
“volwasseneneducatie”.
- Basisbroek andragogie (1991)
Focus verschuift van interventie en beinvloeding naar het bredere veld van educatie
en vorming
Wildemeersch (1998):
Agogiek als sociaal leren: “bij sociaal leren gaat het om collectieve leerprocessen van mensen die
proberen oplossingen te zoeken voor de problemen of uitdagingen waarmee ze geconfronteerd
worden”.
- ’90: sociaal leren
Sociaal leerproces
Bouverne De Bie (2015)
sociale agogiek is “de wetenschappelijke studie van sociaal werkpraktijken, vanuit een sociaal-
pedagogisch perspectief”.
In Gent is het een afstudeerrichting van pedagogie
VUB (Vanwing, Elias, Decuber ...)
Hoewel het aan de Vrije Universiteit Brussel “nooit de eerste zorg [is] geweest om het eigen
vakgebied af te bakenen en te verzelfstandigen zoals dat in Nederland” gebeurde, wordt agogiek als
niet-formele educatie en vorming gekaderd binnen het bredere humanistische streven.
2
, Niet-formele educatie, humanistische streven (vertrekken vanuit de mens zelf en de mens
centraal zetten)
- Niet-formele educatie en vorming binnen het bredere humanistische streven
- Agogiek is alles wat te maken heeft met het initieren of begeleiden van sociale verandering
Obv definities kunnen we ongeveer een omschrijving geven van agogiek (nog steeds niet
exact!): emancipatie, interventie, verandering, gemeenschapsvorming,…
Definities zegt niets over identiteit van agogiek, geeft enkel omkadering aan
Zijn generische termen die op versch manieren kunnen worden ingevuld
Agogiek als woord
begin term: +- 1950
Andragogiek = opvoeding van volwassenen (werd in 19e eeuw al gebruikt door alexander
kapp: manier waarop volwassenen kennis en vaardigheden ontwikkelen)
Gerontagogiek= opvoeding van ouderen
Pedagogiek= opvoeding van kinderen
Ten have wou hier een onderscheid tussen maken
Agogiek was overkoepelende term voor deze 3
Engels: andragogy maar aan VUB: adult education sciences
Vlaanderen: zelden gesproken over andragogiek, altijd over agogiek
Griekse agoge
- Spartaans opvoedingssysteem
o Verplicht trainingsprogramma
- Qua vorm onjuist en qua betekenis ongewenst
Agogiek < agein (= vevoeren, begeleiden, handelen, actie, reageren)
- Hoe we handelen/dingen doen
- Manier waarop we leven
- Mogelijkheid om verandering daarin te brengen
- Veronderstelt de mogelijkheid om leven zelf in handen te nemen
- Duidt op vorming en educatie
- Ondersteuning in leven zelf in handen te nemen => handelingswetenschap,
veranderingskunde
Ten have wou systeem bouwen
- Agogiek als overkoepelende term voor andragogiek, gerantogiek, pedagogiek
- Agogie = verwijst naar agogische praktijk
- Agogiek = normatief gebonden agogisch systeem, agogisch richtinggevend ideaal
- Agologie= de wetenschappelijke studie van die praktijk en theorieen
- 1960: sociale pedagogiek: een poging tot omschrijven
3
,Alexander kapp: gebruikte voor het eerst in 1833 het woord andragogie in nederland
Vlaanderen: nooit echt ingang gevonden
Du Boeuff en Kuiper
- Introductie agogie
- Boek: psychotherapie en en zielzorg van 1950
Theorie en praktijk
- -ie, -iek, -logie duiden op onderscheid tussen agogische praktijk (agogie) en
agogische theorie (agogiek, agologie)
- Versch criteria:
o Doelgroep: ped-, andr-, geront-
o Terrein: sociaal, cultureel, beroeps,…
o Niveau: micro, meso, macro
- Afbakening agogische praktijk is moeilijk
o Een individu (micro) leeft namelijk in een organisatorische (meso) en
samenlevingsverbanden
- Manier waarop praktijk beoefend wordt is relevanter dan afbakening of criteria
- Van Gent: speciale agologie
o Obv specifieke praktijken: versch theorieen/agogieken
- Van Gent: algemene agologie
o Obv algemene agogiek: algemene overkoepelende theorie/agogiek
o Theoretische agologie
Nadruk op ontwikkelen van systemen van uitspraken die zich lenen
voor empirische toetsing
o Empirische agologie
Focus op sociaalwetenschappelijk onderzoek
o Praktische agologie
Focus op casework binnen het agogisch handelen
- Evenveel theorieen als agogen -> wat maakt een theorie tot een bruikbare theorie
- Ten Have: kloof tussen praktijkgerichte agogen en theoretische agogen
o Op Kruispunt theorie en praktijk begeven!
- Agogiek is praktijkgerichte theorie
- Niet elke theorie is bruikbaar, te abstracte theorie heeft geen uitgaans meer met de
agogische praktijk
- Marx: filosofen hebben de wereld slechts verschillend geinterpreteerd, het komt er
op aan haar te veranderen
- Agogische wetenschappen: beschrijving en analyse van samenleving, maar ook
interventie in en veranderen van in samenleving
Agogiek en verandering
- (Intentionele) verandering
o Vervanging oude toestand ten gunste van iets nieuw
o Toevoegen van iets
4
, o Niets veranderen
- Betere grip op leven
- Agogiek is veranderkunde
o Eerder procesgericht dan productgericht
- Niets blifjt hetzelfde
- Agogische verandering: moedwillig vergroten van handelingspotentieel
- Proces!! Niet product is de focus
- Gericht op eigenaarschap van betrokkenen
- Verandering in de manier waarop iemand omgaat met zijn/haar leefwereld
Agogiek en vorming
- Vorming – bildung
o Verlichtingsdenken
Kant
Rousseau
Hegel
Von Humbold
o = ontwikkelen van competenties en vaardigheden die mensen in staat stellen,
vrij bewust en kritisch naar de wereld te kijken
o Meer vat op eigen leven
o Natuurlijke talenten en vermogens ontwikkelen
o Vooronderstelt dat de mens aan zichzelf bouwt – open blik krijgen
- Niet doelgericht of instrumenteel
- Agogen begeleiden mensen in hun (zelf) vorming naar meer autonomie
- Hans Georg Gadamer
o Vorming= humanistisch sleutelbegrip
- Vooronderstelt geen leerlijn of vooropgestelde leerdoelstellingen
- Betere grip op leven kan je niet leren, je moet het vormen
- Vormingsproces op zichzelf!
Geschiedenis
- Wanneer spraken we van aogisch werk
- Belang historische praktijk?
- Educatie is van alle tijden
- Van Damme (1981) – voorzichtig zijn met historische overzichten, ze zijn in het
welzijnswerk vaak niet meer dan opsomming van ideen
- Waar liggen de roots? Je hebt de studie en ook het agogisch werk. We gaan kijken
naar de agogie, het werk in plaats van de wetenschap. Voorbeeldje: Het begon bij
arbeidsverenigingen, eind 18de eeuw.
- Belang van historische praktijk?
- Michielse, H.C.M.,
5
, o (1989). Welzijn en discipline. Van tuchthuis tot psychotherapie. Meppel:
Boom )
o “Historische overzichten van het welzijnswerk zijn vaak niet meer dan een
opsomming van de ideeën die aan de basis lagen van andragogische
fenomenen, de grote mannen die deze ideeën het meest adequaat hebben
geformuleerd, en van de grote instellingen waarin deze ideeën vorm
gekregen hebben”.
- Kritisch staan tegenover de geschiedenis als grondgedachte
- Geschiedenis wordt vaak geschreven door mensen die een autoriteit hebben.
Tot 1870
Johannes Ludovicus Vives
- Stedelijke armoede= maatschappelijk probleem
o Pedagogische taak voor overheid, niet enkel via liefdadigheid kerk
- Spaans humanist (mens wordt centraal gezet in deze filosofische en historische
stroming, docht bij Verlichtingsdenken, Verlichting gaat veel terug komen binnen
verhaal van de agogiek)
- De subventione pauperum (hulp aan de armen): 1526
o hij heeft die tekst geschreven waar hij aanmoedicht dat armoede
maatschappelijk probleem is en niet individueel, overheid is verantwoordelijk
wordt gezien als ‘grondtekst’ voor maatregelen die overheid kon
nemen om armoede te bestrijden
o Stedelijke armoede werd gezien als een maatschappelijk probleem
o Impliceert pedagogische taak voor de overheid en van de samenleving en
niet alleen van de mensen die er zich barmhartig zijn.
o En niet enkel via liefdadigheid van de kerk
⇒ welzijn en de opvoeding van armen werd in de 16de eeuw verbonden met ‘sociaal beheer’
en civilisering (beschaving, worden opgevoed, schaven aan de mensen),
⇒ vermaatschappelijking van (armen)zorg
Welzijn en opvoeding van armen in 16e eeuw -> sociaal beheer en civilisering
Vermaatschapppelijking van armenzorg
17e en 18e eeuw: verlichting en humanismme
- Pedagogisch optimisme: Locke en Rousseau: opvoeding is key tot deugdzaam leven
- Kant: Wat is verlichting? (1784 + vormingsideaal
- Revoluties (maatschappelijk en wetensch) => verlichting
- Fundamenteel voor geschiedenis van de agogiek
- Van Gent
o Aanhangers verlichtingsdenken willen ook niet te ver gaan
- Eind 18e eeuw
o Opvoeding en educatie als oplossing voor groeiende maatschappelijke
problemen
6