GRONDSLAGEN VAN HET (STRAF)RECHT
THEMA 1: RECHT EN RECHTSWETENSCHAP
1. WAT IS RECHT?
- Recht
= geheel van rechtsregels (normen) die afdwingbaar zijn via de overheid (dus gesanctioneerd kunnen
worden). Maar het is ook een methode, jargon, geheel van instellingen, …
DOEL: samenleving te organiseren, te handhaven en te herstellen.
- Waarom hebben we het recht nodig?
Een juridisch probleem heeft een juridische oplossing. Het is niet echt een oplossing, maar het recht
gaat op een maatschappelijk aanvaardbare manier het probleem beëindigen.
Bv. Als je je afspraak met je mama voor iets te gaan drinken vergeet, dan is dit geen juridisch probleem, kan je
dus niet naar een rechtbank. Als een artiest belooft om zaterdag op te treden in de Vooruit, maar vergeet deze
afspraak, terwijl er 1000 tickets zijn verkocht, podium gehuurd, enz. dan is dit wel een juridisch probleem.
Juridische oplossingen = schadeclaim, nieuw concert, terugbetalen van de tickets, …
- Geweldmonopolie
= niemand anders dan de overheid mag in onze samenleving geweld gebruiken. De regels worden
“afgedwongen” via de overheid, omdat we zelf geen “geweld” of “dwang” mogen gebruiken.
Bv. iemand gevangenzetten, beslag leggen op iemands goederen (deurwaarder), …
1.1. RECHT IS EEN RATIONEEL OPGEBOUWD GEHEEL
- Recht = ‘zaak van de rede’
- Toename aandacht voor voelende mens
= meer aandacht voor belangen kind, slachtoffer in strafproces, …
1.2. VAN BEGRIPPEN, NORMEN EN INSTELLINGEN
- Juridische taal: vaktaal EN volkstaal
= Jurist gebruikt meestal een ander taalgebruik. Begrippen krijgen een specifieke betekenis, maar niet
allemaal.
Nut van afwijkende definities
à Noodzaak om toepassingsgebieden/definities te kunnen omschrijven om situaties te kunnen
objectiveren, met oog op analyse.
à Soms om afstand te creëren (meer uitstraling status).
Jurist: technisch communiceren onder vakgenoten + verstaanbaar blijven voor het grote publiek.
1
, 1.3. MIDDEL OM MAATSCHAPPIJ TE ORDENEN
- Middel
= om iets te bereiken (maatschappelijke orde regelen, handhaven en herstellen).
- Handhaving
= al het nodige doen om ervoor te zorgen dat het recht wordt toegepast.
Maatschappelijke orde handhaven: ervoor zorgen dat de maatschappelijke orde, zoals we die wensen in
het recht, gerealiseerd wordt.
- Regulering en deregulering
Regulering = de overheid maakt steeds meer regels waaraan we ons moeten houden, veel juridisering, …
Deregulering = stoppen met nieuwe regels te maken, “te veel”, …
à Discussie
1.4. SANCTIES
- Door/via de overheid
Boete voor te snel rijden = rechtstreeks of via overheid (burenruzie).
- Een norm is een rechtsnorm wanneer…
Er een sanctie aan vast zit.
Bv. Iemand die steelt, wordt gestraft en vervolgd door de overheid.
- Straf
= een sanctie opgelegd door de overheid en uitgevoerd door de overheid.
- Rechtshandhaving
= in stand houden van de rechtsorde en toezien op de naleving van de wetten via de organisatie van
controle- en politiediensten en gerechtelijke instellingen.
1.5. RECHT EN RECHTSSTELSELS
- Er zijn verschillende rechtsstelsels. Recht = plaatsgebonden.
- “Civil – law” en “common – law”
Civil law (bv. België) Common law (bv. Amerika)
- Deductief recht - Inductief recht
Algemene rechtsregels à concrete vonnis Concrete vonnis à algemene rechtsregels
Recht gebaseerd op tradities.
- Passieve rol van de rechter - Actieve rol van de rechter
Rechter past de wetten uit wetboeken toe, zonder Rechter interpreteert zelfstandig de omstandigheden.
eigen interpretatie.
- Wel precedentenwerking
- Geen precedentenwerking Rechters zijn gebonden aan vroegere uitspraken en
Rechters zijn niet gebonden aan vroegere vonnissen. baseren zich hierop bij een nieuwe zaak/vonnis.
2
,2. RECHT VS RECHTVAARDIGHEID, RECHTSWETENSCHAPN RECHTSPRAKTIJK EN RECHTSBEDELING
2.1. RECHT VS RECHTVAARDIGHEID
- Spanning tussen recht en rechtvaardigheid
= recht heeft als doel tot rechtvaardigheid te komen, maar dat wil niet zeggen dat dit altijd zo is. Een
rechtsregel kan rechtvaardig zijn, maar kan tot onrechtvaardige oplossingen leiden.
Bv. Mondelinge huur: Iemand beloofd iets mondeling en verbreekt zijn woord. Je gaat naar de rechtbank maar hier is geen
bewijs van. Enkel mondeling. De rechtbank kan dus niks doen.
Stel: het is al afgelopen jaren 10 keer voorgekomen met dezelfde verhuurder dat hij iets beloofd, maar iets anders op papier te
zetten. De vrederechter heeft dat door en heeft meer de neiging om de huurder gelijk te geven. Maar dit kan niet, want de
rechter is gebonden aan de wet. De rechter kan enkel de wet toepassen. Er is bewijs op papier nodig.
- Positief recht vs. natuurrecht
• Natuurrecht: ‘het ideale recht’
= rechtsregels die zijn afgeleid uit de natuur of uit het wezen van de mens en dus
onveranderlijk zijn. Hier is alles rechtvaardig.
• Positief recht: ‘het concrete recht’
= Recht dat op een bepaald tijdstip en een bepaalde plaats geldt.
Zo is het recht dat van België of Nederland van kracht is, het Belgisch of Nederlandse positief
recht. Positief recht wordt door mensen geschapen en wordt daardoor onderscheiden van het
natuurrecht.
2.2. RECHT VS RECHTSWETENSCHAP
- Spanning tussen recht en rechtswetenschap
Recht = een rationeel geheel van begrippen om de maatschappij te ordenen…
à “Het denken”, kunnen we komen tot een rechtswetenschap.
à Want, wetenschap = rationeel
à MAAR: recht ≠ rationeel
- Basisparadigma van recht: iedereen wordt geacht het recht te kennen.
- Rechtsdwaling
= het niet kennen van het recht. à Niet aanvaard als afweermiddel
UITZONDERING: de onoverkomelijke dwaling (dus wanneer je een juridisch probleem hebt en dus
advies vraagt aan een specialist. Je volgt deze op en het blijkt dat dit niet correct is. Dan wordt deze
dwaling wel geaccepteerd.)
- Gediplomeerde juristen
= Personen die een universitaire studie hebben gedaan in het recht. Deze kennen meer recht dan de
doorsnee bevolking. à PROFESIONALISERING en SPECIALISATIE in de rechtbanken.
- Gevolg:
à Gevaar voor kloof tussen jurist/recht en burgers.
3
, Jurist: begrijpen elkaar, gebruik van moeilijke taal, …
Burgers: begrijpen niet altijd de terminologie van juristen.
- “Wettelijke” wereld ≠ de “werkelijke” wereld
Wettelijke wereld: hoe het juridisch, volgens het recht eruit moet zien.
Werkelijke wereld: hoe het er feitelijk aan toe gaat.
- Verbod op eigenrichting
= verbod op het eigenhandig oplossen van strafrechtelijke kwesties zonder dat er een
(straf)rechterlijke procedure aan te pas komt; zonder tussenkomst van een rechter. Recht hebben ≠
recht krijgen.
- Rechterlijke dwaling
= als er na een onherroepelijke veroordeling (= wanneer er niet meer in beroep kan gegaan worden),
duidelijk wordt dat de veroordeling onterecht is.
Bv. omdat er nieuw bewijs is opgedoken of omdat de echte dader heeft bekend.
3. ÈÈN RECHT OF PUBLIEKRECHT EN PRIVAATRECHT?
3.1. TWEE SOORTEN VERHOUDINGEN
- 2 verhoudingen
1. Verhouding tussen burgers onderling (horizontale verhoudingen).
2. Verhouding tussen burger en overheid (verticale verhoudingen).
- Publiekrecht
= regelt de verhoudingen tussen de overheid en burger + de verhoudingen tussen de overheden zelf.
- Privaatrecht
= regelt de verhoudingen tussen de burgers onderling.
- Onderscheid = vaak moeilijk!
Bv. Iemand verkoopt een grond (privaatrechtelijk), je moet bij de notaris langsgaan (publiekrechtelijk
georganiseerd), bepaalt vrij de prijs (privaatrechtelijk), maar wordt daarop wel belast (publiekrechtelijk).
- Jurisdictioneel monisme
= de lijn tussen privaat- en publiekrecht is niet altijd duidelijk, waardoor sommigen pleiten voor het feit
dat horizontale en verticale verhoudingen door hetzelfde zouden moeten beheerst worden.
Bv. ‘goede trouw’ – ‘gewekt vertrouwen’
3.2. BELANG VAN HET ONDERSCHEID
- 4 redenen:
1. Bevoegdheid van de rechtbanken
Je moet weten naar welke rechtbank je moet gaan voor je juridisch probleem.
Bv. burenruzie à burgerlijke rechtbank, vrederechter
Iemand met een vergunning (publiekrechtelijk) bouwt een fabriek maar die brengt te veel last à administratieve
rechtbank
4