Methodologie: kwalitatief onderzoek voor de gezondheidswetenschappen
Hoofdstuk 1: de eigenheid van kwalitatief onderzoek
1.1 Definitie van kwalitatief onderzoek
"Kwalitatief onderzoek is een onderzoeksproces van inzicht, gebaseerd op verschillende
methodologische onderzoekstradities die een sociaal of menselijk probleem onderzoeken. De
onderzoeker bouwt een complex, holistisch beeld op, analyseert woorden, verslagen, gedetailleerde
standpunten van informanten, en voert het onderzoek uit in een natuurlijke omgeving."
(Creswell)
Kwalitatief onderzoek is gericht op meerdere methoden, met een interpretatieve naturalistische
benadering van het onderwerp. Dit betekent dat kwalitatieve onderzoekers de dingen bestuderen in
hun natuurlijke omgeving, en proberen de verschijnselen te begrijpen of te interpreteren in termen
van de betekenissen die mensen eraan geven. Kwalitatief onderzoek omvat het bestudeerde gebruik
en de verzameling van een verscheidenheid aan empirisch materiaal - casestudies, persoonlijke
ervaring, introspectie, levensstudie, interview, observatie, historische interactieve en visuele teksten
- die routinematige en problematische momenten en betekenissen in het leven van individuen
beschrijven."
(Denzin & Lincoln)
- Gedrag, gevoelens en ervaringen van mensen
1.2 Het onderzoeksproces
inductief = vertrekken zonder theorie (kwalitatief)
deductief = vertrekken vanuit hypothese (kwantitatief)
1.3 Absolute uitgangspunten
De data vormen altijd het vertrekpunt
- Inductief onderzoeksproces
- Geen hypotheses
- De bestaande theorie is niet bepalend
- De data bepalen het verloop van het onderzoek
Holistic inquiry
- De context is cruciaal
- Zowel persoonlijke, sociale als culturele context
- Moet door de onderzoeker verkend worden
Naturalistic inquiry
- De onderzoeker treedt binnen, wordt deelgenoot en gedraagt zich als naïeve observeerder
- Legt als vreemde het vanzelfsprekende van de leefwereld bloot
- Gericht op inzichten in processen, interacties, betekenis en patronen
1
,Emic perspective
- Inzichten in het insiders perspectief
- Gelinkt aan het subjectieve
- Etic perspective: outsider perspectief
Thick description
- Volledige diepgaande beschrijving van onderzoeksproces, context en resultaten
Research relationship
- Relatie tussen onderzoeker en onderzoeksthema
- Relatie tussen onderzoeker en participanten
- Expertise ligt altijd bij de participanten
Insider-outsider continuüm
- De mate waarin de onderzoeker deel uit maakt van de subcultuur van de participanten
Reflexivity
- Introspection = eigen ervaring en betekenis
- Intersubjective reflection = focus op de relatie tussen onderzoeker en participant
- Mutual collaboration = wederkerigheid in de samenwerking
- Social critique = kritische kijk op de interactie tussen onderzoeker en participant
- Discursive deconstruction = verschil in taal en betekenis van woorden
1.4 De plaats van theorie in kwalitatief onderzoek
Het inductieve karakter en afwezigheid van een hypothese betekent niet dat er geen bestaande
theorie nodig is of gebruikt wordt in het onderzoek.
Onderzoekers hebben een kleine notie nodig van de gerelateerde of reeds bestaande literatuur over
het onderwerp.
1.5 De bruikbaarheid van kwalitatief onderzoek in de gezondheidszorg
Gezondheid blijkt onlosmakelijk verbonden te zijn met:
- Sociale constructie van ziekte, preventie en risico
- Ervaring, beleving en betekenisverlenging van ziekte, preventie en behandeling
- Context
- Motivatie
Gezondheidszorg kan pas effectief zijn als ze rekening houdt met en inspeelt op de zaken die
gezondheid beïnvloeden, maar deze zijn vaak subjectief. Kwalitatief onderzoek biedt inzicht in deze
subjectieve ervaringen, processen, beslissingen,…
- Kwalitatief onderzoek levert een grote bijdrage aan de optimalisering van gezondheidszorg
1.6 Problemen in kwalitatief onderzoek
- Gebrek aan de juiste methodologische kennis
- Verdrinken in data en tijdsnood
- Emotionele betrokkenheid bij het onderwerp
- Methodolatry = idolisering van een bepaalde methode
- Method slurring = meerdere methodes tegelijk gebruiken in een onderzoek
2
, Hoofdstuk 2: wetenschapsfilosofie en het paradigmadebat
2.1 Vormen van kennis of wereldbeschouwing
Sociale onderzoeken kunnen op verschillende manieren worden benaderd. Onderzoekers moeten uit
de verschillende opties kiezen dewelke het best bij hun onderzoek past.
Ontologie = de aard van de werkelijkheid en
het bestaan
Epistemologie = kennisleer
Methodologie = de studie van
de wetenschappelijke methoden, de
procedures en werkwijzen, die moeten
worden gebruikt om kennis te verwerven
2.2 De relatie van wetenschap
Met waarheid
Positivisme (Comte) was een benadering van de wetenschap gebaseerd op een geloof in universele
wetten en pogingen om een objectief beeld van de wereld te geven. Positivisten volgden de
natuurwetenschappelijke benadering door theorieën en hypothesen uit te testen. Een van de
kenmerken van dit soort onderzoek is de zoekticht naar objectiviteit en afstand tussen onderzoeker
en participanten, zodat vooroordelen worden vermeden. Ze zochten naar patronen en geloofden dat
universele wetten en regels bestaan voor menselijk handelen. Gedrag kon worden voorspeld op basis
van deze wetten.
Realisme (Popper) zegt dat het doel van de wetenschap waarheid is. Popper claimde
falsifieerbaarheid als het belangrijkste criterium van de wetenschap. De onderzoeker formuleert een
hypothese en test deze. Wanneer een afwijkend geval wordt gevonden, vervalt de hypothese. Bij het
minste tegenbewijs zal er een definitieve verwerping ontstaan.
Pragmatisme (Dewey) zegt dat de wetenschap niet naar de waarheid maar naar oplossingen voor
menselijke problemen moet zoeken. De waarheid achterhalen is een middel maar het doel is de
oplossing voor de problemen. Dit via abstractie en idealisering.
Met zekerheid
Problemen:
- Inductie (en deductie) kan nooit 100% zekerheid geven aangezien de theorieën slecht een
benadering van de realiteit zijn door de veralgemening
- Causale relaties kunnen nooit voor 100% zekerheid zorgen door de relatie van steekproeven
en confidentie-intervallen
- Voorspellingen zijn ook nooit 100% zeker aangezien er geen empirisch materiaal bestaat over
de toekomst
Realisme:
- Wetenschap kan niet definitief geverifieerd worden
- Kan enkel een hypothese zijn tot falsificatie en vervanging door een nieuwe hypothese
3