HOOFDSTUK 3: INSTITUTIONALISERING
3.1 INLEIDING
Institutionaliseringsproces vaste patroon van het sociaal handelen (waardoor structuur
ontstaat) en wordt gekoppeld aan bepaalde culturele betekenissen
3.1.1 SOCIALE INSTITUTIE
= georganiseerde, collectieve en vaste patronen van sociaal handelen en bijhorende culturele
elementen
- Antwoord gevonden op bepaalde behoefte (als groep of als individu)
- Manier van het handelen dat antwoord heeft op die behoefte
- Vaste patronen die we toch soms veranderen door ons sociaal handelen
- Manier van handelen die zekere tijd meegaan
o Daarom gaan culturele elementen bij een vast patroon horen
o Vb bepaalde waarden en normen, doelstellingen gaan koppelen aan het sociaal
handelen
- Collectieve manier van het handelen niet oer de individu, maar over en collectief
gebeuren
o Kan zowel groot als klein zijn (groepje mensen, maar ook een hele samenleving)
- Insitutie probeert altijd op een behoefte in te spelen
- Vb sociale institutie onderwijs , instituut bepaalde school
o Dus institutie en instituut is niet hetzelfde
Institutie?
- Onderwijs
- Gezin
- Politiek: vult onze behoefte van…
- Economie: behoefte van goederen produceren
- Religie: godsdienst behoefte van zingeving aan ons leven geven
Sturen handelen voorspelbaar
- Vb economie (landbouweconomie): stuurt ook ons handelen namelijk in
landbouweconomie werk je vaak waar je woont landbouwfamilies
Normatief sancties
- Culturele element van insituties
- Je moet op bepaalde manier gaan handelen anders sanctie
o Kan verschillende vormen aannemen, vb mensen roddelen over je, kijken neer
op je
Soms gelden ze voor veel mensen, soms voor weinig mensen
- Vb verkeer behoefte invullen aan ons te verplaatsen, allemaal regels vastgelegd
door wetgeving + culturele elementen: rood licht = stoppen, deze institutie geldt voor
iedereen die deel uitmaakt van onze samenleving
Algemeen geldende instituties
- Vb politiek, economie, het verkeer
1
, - Vaste patronen liggen vast in de wetgeveing, neergeschreven zorgt ervoor dat ze
minder makkelijk veranderbaar zijn
Functies:
- Koesterfunctie
o Eerste vormen van liefde en sociaal contact met mensen uit je omgeving,
lichamelijk contact met de huid
- Leerfunctie
o Alles wat je leert
o Vb leren eten met een mes en vork
- Economische functie
o Economische positie als kind worden grotendeels bepaald door die van je ouders
- Zorgfunctie
o Wie verleent er zorg in onze samenleving?
o Meeste zorg is door familie en gezinsleden (partner, ouders)
Primaire sociale instituties
- Vooral primaire behoeften vervullen
- Piramide van Maslow (eten, slapen, liefde hebben…)
- Ingevuld door het gezin (primaire institutie)
Secundaire sociale instituties
- Behoeften hoger in de piramide van Maslow
- Religie en politiek
Totale sociale instituties
- Proberen vat te krijgen op alles in het leven van degene die deel uitmaken van deze
institutie
- Vb hoe mensen hun tijd doorbrengen, hoe je gekleed bent, met wie je contact mag
hebben…
- Het leger of een klooster
Institutionalisering
- Collectief, vast patroon over hoe wse ons moeten gedragen
- Vb etiquetteregels aan tafel
De-institutionalisering
- Collectief, vast patroon die aan het verdwijnen is
- Vb seculariseringsproces religie steeds minder gezien als deel van het collectief
leven (mensen gaan zondag niet meer naar de mis), nu wordt religie beschouwd als
persoonlijke keuze en deel van het persoonlijk leven
Cultuurverandering
- (de-) institutionalisering die zich tegelijkertijd voordoen
- Vb sacralisering van het kind
o Amerikaanse sociologe V. Zelizer heeft onderzocht hoe we in loop der jaren naar
het kind keken, resultaat?
Voor 1870 zagen we kinderen vanuit economische functie, inkomsbron
voor de ouders
2