48
Thema 8. Verbintenissenrecht
1. Verbintenissen
A. Definitie
= Rechtsband waarbij een (of meer) rechtssubject(en) ten aanzien van een (of meer) andere
rechtssubjecten gehouden is om iets te geven, te doen of na te laten (=’uitvoeren’)
Dit gaat dus over relatief of persoonlijk recht, i.t.t. absoluut of zakenrecht.
Een schuldenaar (verbintenis, plicht, schuld) heeft een verbintenis of een schuld ten
overstaan van een schuldeiser (vorderingsrecht, schuldvordering, inschuld).
b. Soorten verbintenissen
a. Volgens ONTSTAAN
Verbintenissen ontstaan (<-> uitdoven) door verschillende dingen:
Uit een rechtsfeit
- Burgerlijke aansprakelijkheid (BA) of onrechtmatige daad: elke inbreuk die elke
normaal voorzichtige persoon in diezelfde omstandigheden zou doen
- ‘Quasi contracten’ of ‘oneigenlijke contracten’: zijn geen contracten maar lijkt er wel
op
Bv.: Onverschuldigde betaling; Ik ga naar de winkel en heb geen geld bij. Komt thuis
vrouw wilt dat er meteen betaald wordt. Zij gaat naar een andere winkel en betaald
daar. Dus verkeerd. Dit lijkt heel erg op een contract maar is niet zo. Die verkeerde
winkel moet geld teruggeven.
Bv.: Zaakwaarneming; Degene, wiens belangen ongevraagd maar op nuttige wijze
behartigd werden, verplicht om de nuttige of nodige kosten terug te betalen aan de
zaakwaarnemer.
Uit een rechtshandeling
- Publieke / private
Bv.: pb; Iedereen moet zonnepanelen betalen
- Eenzijdig / meerzijdig
Bv.: eenzijdig; erkenning van een kind
Meerzijdig; als verschillende willen samenvallen
Benoemd (vb. contract van arbeid, contract van lening)
Onbenoemd: je bent zeer vrij, autonoom in je wil met het aangaan van
een overeenkomst met iemand anders -> wilsautonomie
L.D.
, 49
Heel veel verbintenissen ontstaan door contracten. Verbintenissen zijn het gevolg van een
contract. Het contract is het akkoord, de gevolgen hieruit zijn de verbintenissen.
b. Volgens VOORWERP
Wat?
GEVEN: goed, zaak, zakelijk recht, vorderingsrecht
o Soortzaken (2 schapen uit kudde) of specifieke zaken (gouden horloge opa)
DOEN: zelf of door een ander, één iets of vele handelingen
NALATEN: iets niet doen (vb. niet-concurrentiebeding)
Combinatie hiervan
Wat beoogd?
Resultaatsverbintenis (vb. huis bouwen)
Middelen- of inspanningsverbintenis (vb. voetballer, dokter)
Belang van stipuleren in contract -> aansprakelijkheid
Soort wat?
Meeste zijn gewone verbintenissen: iedereen kan het, dus overdraagbaar
Soms intuïtu personae: specifiek omwille van deze partij (vb. concert van Bruno Mars,
niet van zijn moeder)
Meeste en juridisch relevant: burgerlijke verbintenissen
Soms enkel natuurlijke verbintenis: gewetensplicht (vb. verjaarde schuld)
c. Modaliteiten (ex)
a. Termijn en voorwaarde (of ‘zuiver’)
Heel vaak zijn verbintenissen aan een of meer modaliteiten verbonden. Die kunnen
voorwaarden of termijnen zijn.
VOORWAARDE = onzekere toekomstige gebeurtenis
Soorten:
Opschortende: Pas als de voorwaarde zich realiseert dan is er een uitvoering van
verbintenis.
Bv.: Als het regent moet die partytenten leveren. Dit is een onzekere toekomstige
gebeurtenis. Ik weet niet of het zondag zal regenen. Dus contract aangaan met lever
voor tenten. We zijn beiden verbonden aan de verbintenis. Wat opgeschort wordt is
de uitvoering van de verbintenis, niet de verbintenis zelf (dus als het niet regent)
Ontbindende: Hierbij moet de verbintenis zich meteen voordoen. Als de toekomstige
gebeurtenis zich voordoet dan dooft de verbintenis uit.
Bv.: Huurovereenkomst nadat een verdieping vrijkomt door kinderen weg.
Verbintenis aangaan dat deze huurder er meteen in kan en als een van de kinderen
er weer in wilt moet deze huurder weg. Dan dooft de verbintenis uit.
L.D.