MOOC basiskennis wero
Planten
Sporenplanten
1. Spore
2. Voorkiem
3. Uitgegroeide mosplant
4. Vrouwelijke en mannelijke mosplant
5. Geslachtelijke voorplanting
6. Vrouwelijke mosplant met sporenkapsel
→ Bij de stap waar mannelijke en vrouwelijk geslachtscellen bij
elkaar komen is er water vereist.
Sporenplanten:
- Mossen:
- Wolfsklauwen
- Varens
- Paardenstaarten
→ Sporenplanten zijn
vaatplanten en landplanten
→ Sporenplanten planten zich voort met sporen
→ Ze hebben stengels, wortels en bladeren
A. Volwassen varenplant
B. Sporendoosje
C. Sporendoosje springt open
D. Sporen
E. Sporen kiemt
F. Voorkiem
G. Mannelijke voortplantingsorgaan
H. Zaadcel
I. Eicel
J. Nieuwe varenplant
,Zaadplanten Naaktzadigen vormen een groep binnen de zaadplanten met een
belangrijke eigenschap: de zaden zijn niet ingesloten in een vrucht.
2 zaadlobbige planten
Daarnaast vormen ze ook geen bloemen. De groep van de coniferen
of kegeldragers is de bekendste groep binnen de naaktzadigen met
als gekende voorbeelden de spar, den, cypres, ...
Naast de naaktzadigen behoren ook de bedektzadige/bloemplanten
tot de zaadplanten. De bloemplanten vormen een groep van planten
waarbij uit de bloemen na bevruchting vruchten ontstaan.
Deze groep bestaat op zijn buurt nog eens uit 2 groepen met elk zijn
specifieke eigenschappen:
- eenzaadlobbigen – tweezaadlobbigen
Een embryonaal plantje bestaat uit een miniscule wortel, een stengel
en 1 of 2 zaadlobben of kiembladen, die meestal een kleine voorraad
reservervoedsel bevatten. Dit reservevoedsel heeft het plantje nodig
om te groeien, direct na de ontkieming.
Tweezaadlobbige planten Eenzaadlobbige planten
Zaadlobben 2 zaadlobben Één zaadlob
Bladnerven Vaak veer- of handnervig Parallelnervig
Vaatweefsel in de stengel In dwarsdoorsnede liggen de In dwarsdoorsnede vind je de
vaatbundels in een ring vaatbundels verspreid
Wortels Er is een De
hoofdwortel hoofdwortel
ontstaan uit een wordt dikwijls
kiemwortel, vervangen
vaak met door bijwortels
zijwortels
Bloem 4- of 5 tallige 3-tallige
bloemen bloemen
Diktegroei Vaak aanwezig Geen diktegroei
Voorbeelden Eik, vlier, tomaat, Lelie, ui, orchidee, bamboe,
pinksterbloem, aardbei, palmen, …
madeliefje, …
, Wat maakt een plant tot een plant?
- Fotosynthesen – bladgroen
- Celwand
- Autotroof
- Celkern en celorganellen
Planten bestaan uit:
Stengel
Functies stengel:
- Drager van bladeren en voortplantingsstructuren (fotosynthese en voortplanting)
- Transport van materiaal (water, voedingstoffen en andere stoffen)
- Opslag reserve-voedsel en water (denk aan aardappel. Een aardappel heeft ‘ogen’. Dit zijn
knoppen die kunnen uitgroeien tot stengels. Alleen stengels kunnen knoppen hebben.
- Aanmaak voedsel door fotosynthese
- Om te klimmen/verdedigen
- Geeft steun
- Verbindt verschillende hoofdorganen
Uitwendige bouw van de stengel:
→ Kruidachtige of houtachtige planten
- Kruidactig: planten met buigzame, groene en onverharde stengeldelen (een kruid)
Vb: viooltjesn klaproos, dovenetel, …
- Houtige planten:
→ bomen: houtige plant met stam en kruin
→ struiken: houtige plant met vlak boven de grond vertakkingen
Onderdelen van de stengel:
1: eindknop
2: okselknop
3: knoop
4: tussenknoopstuk
5: lid
- Ringlitteken: plaats waar vorig jaar
de loten groeiden (jong stengeldelen)
- Okselknop = zijknop