samenvatting van het boek van concepten tot metabolisme, moeilijke onderwerpen, vragen over onderwerpen, tabellen en figuren worden uitgelegde. Eenvoudig in te studeren!
1.2. DEFENITIES EN TOEPASSINGEN
o Optimale voeding= een evenwichtige voeding die alle noodzakelijke nutriënten bevat in
een juiste hoeveelheid om ons lichaam optimaal te laten functioneren.
o Een nutriënt= een chemisch definieerbaar bestanddeel of groep van bestanddelen van
een voedingsmiddel.
STOFFEN IN HET VOEDSEL ONDERVERDELEN IN 3 GROEPEN
De essentiële VS of nutriënten
De non- nutriënten en bioactieve nutriënten
Xenobiotica en natuurlijke voorkomende toxinen.
1.2.1. VOEDINSTOFFEN OF NUTRIËNTEN
o In de humane voeding zijn nutriënten = chemische stoffen die uit het voedsel moeten w
opgenomen omdat ze noodzakelijk zijn voor de nutritionele ondersteuning van het
lichaam: voorziening van energie en aanmaak van lichaamseigen stoffen met het oog
op een optimale groei, onderhoud en herstel van het lichaam.
6 KLASSEN VAN NUTRIËNTEN :
1. Proteinen
2. Koolhydraten
3. Lipiden
4. Vitamines
5. Macro- en micro- elementen
6. Water
7. (Voedingsvezels => hoort soms bij koolhydraten)
ONDERVERDELING KLASSEN VAN NUTRIËNTEN
Anorganisch en Organisch
Anorganisch= bevatten geen koolstof
o Water, mineralen en sporenelementen
Organisch= bevatten koolstof, waterstof en zuurstof
Energieleverende nutriënten
o Koolhydraten, proteïnen en lipiden
o (Alcohol) levert ook energie, maar is GEEN nutriënt
Macronutriënten en micronutriënten
Is bepaald in functie van de relatieve hoeveelheden inname
Essentiële nutriënten en niet- essentiële nutriënten
(Definieer essentiële nutriënten voor de humane voeding)
De essentiële = de nutriënten die we nodig hebben voor de normale fysiologische
integriteit en die ons lichaam niet zelf kan aanmaken. (moeten opnemen uit voedsel).
1.2.2. NON-NUTRIËNTEN EN BIOACTIEVE NUTRIËNTEN
(Zijn alle stoffen in de voeding nutriënten? Geef voorbeeld)
Non- nutriënten = chemische stoffen in VM die niet behoren tot de klassen nutriënten en
die geen nadelige invloed hebben op het menselijk lichaam
Bioactieve nutriënten= een groeiend aantal van stoffen die een weinig voedingskundig
belang hebben voor de mens kan gunstige effecten op de gezondheid leveren.
1.2.3. XENOBIOTICA EN NATUURLIJKE VOORKOMENDE TOXINES
, = Het zijn stoffen die een potentieel toxisch effect uitoefenen op het menselijk lichaam.
(Wat is xenobioticum, geef 1 voorbeeld)
Xenobiotica
Aanwezigheid van stoffen die normaal niet in het voedsel voorkomen.
Dit kan door :
o Intentioneel proces : additieven, kleurstoffen, smaakstoffen, bewaarmiddelen
Onvermijdelijke aanwezigheid: pesticideresidu’s
Vermijdbare aanwezigheid: dioxines, kwik in vis bij waterverontreiniging.
o Niet intentioneel proces
Natuurlijke toxines
Solanine of mycotoxines ( toxines die geproduceerd worden dr bv schimmels) of
toxines die in het voedsel terechtkomen als ze besmet zijn met specifieke MO.
1.2.4. VOEDINSWAARDE VAN EEN VOEDINSMIDDEL
De voedingswaarde van een VM wordt bepaald door het gehalte aan nutriënten en energie
en door de gebruikshoeveelheid
Nutriëntendensiteit=
Nutrientenrijk VM : geeft een voorziening aan micro-elementen en tergelijkertijd weinig
energie aan.
o Volkorenproducten, groenten en fruit, magere en halfvolle melkproducten,
peulvruchten, mager vlees, eieren, noten en zaden.
VS met lage nutrientendensiteit : zullen veel energie en weinig tot geen micro-elementen
aanbrengen.
NUBEL= nutriënten Belgie, voedingsmiddelentabel
1.3. BIOBESCHIKBAARHEID
(Omschrijf biobeschikbaarheid en zijn 4 invloedsfactoren.)
De inname van een nutriënt via een voedingsmiddel, komt niet per se overeen met de
hoeveelheid die geabsorbeerd w ter hoogte van het gastro- intestinaal stelsel en
bescikbaar w gesteld vr het effectief gebruik in het lichaam. Die effectieve opname/ gebruik
w beïnvloed door de biobeschikbaarheid.
BIOLOGISCHE BESCHIKBAARHEID W GESTUURD DOOR INTERNE FACTOREN
Interne factoren Externe factoren
Geslacht Voedingsmatrix
Leeftijd Chemische vorm
Nutrtionele status
Zwangershap
Biologische beschikbaarheid= de efficiëntie/ graad waarmee een nutriënt geabsorbeerd en
gebruikt kan worden door en in het lichaam of het metabolisme.( percentage van inname).
Biologische toegankelijkheid= vrijlating van een nutriënt uit de voedingsmatrix, gevolgd
door een verplaatsing van de component tussen de cellen en de digestie doorheen het
lumen, de mucosa en de aanhechting en absorptie door de intestinale mucosa. Daarna w
het nutriënt doorheen de circulatie getransporteerd en verdeeld tot de excretie ervan.
INVLOED OP DE OPNAME/ ABSORBTIE VAN NUTRIËNTEN (P26)
Chemische structuur Nutritionele status
Complexen Chelaatvorming
Nutriëntencompetitie Medicatie, alcohol en cafeïne
2
, (Wat is homeostase?)
Het lichaam die ernaar streeft zich
tot een bepaald evenwicht te
houden. Bv: hoe groter de nood
aan bepaalde nutriënten, hoe
efficiënter de absorptie ervan. De
inname van nutriënten w bepaald
aan de hand van de menselijke
behoefte aan nutriënten. Een
tekort aan nutriënten kan
aanleiding geven tot
deficiëntieverschijnselen en
ziekten. Een overmaat kan ook de
gezondheid in gedrang brengen en
zelfs toxisch zijn.
De inname van nutriënten w
zowel begrensd door eventuele
tekorten als door een teveel. Die zone tussenin is de homeostase ofwel de window of
opportunities.
1.4. VOEDINGSBEHOEFTE
1.4.1. SOORTEN VOEDINGSAANBEVELINGEN
= de hoeveelheid die een persoon van een bepaald nutriënt moet consumeren.
Dietary Reference Values= DRV= DRI= Dietary Reference Intakes.
(Wat is het verschil tussen en behoefte en een referentiewaarde?)
Referentiewaarden zijn bedoeld voor groepen mensen. Een behoefte komt overeen met de
fysiologische noden. Behoeften zijn niet gemakkelijk te bepalen omdat ze afhankelijk zijn
van individuele kenmerken.
(Wat is evenwichtige voeding?)
Het is optimale voeding die alle noodzakelijke nutriënten bevat in een juiste hoeveelheid
om ons lichaam optimaal te laten functioneren.
DRV= Dietary Reference Values
DE SPECIFIEKE KENMERKEN EN TOEPASSINGSGEBIEDEN VAN ELKE DRV(P29)
(E)AR= (estimated) average requirement= geschatte gemiddelde behoefte
RDA(= recommended dietary allowances)= PRI(= Population Reference Intake)= ADH=
Aanbevolen dagelijkse Hoeveelheid
AI= adequate inname
MTI(= Maximum Toelaatbare Inname)=AB(= aanvaardbare bovengrens)= UL(=
tolerable upper intake level)
NAOEL= No observed adverse effect level
LTI= Lowest treshold intake= laagste opnamedrempel
3
, SCHEMATISCHE VOORSTELLING VAN DE BEPALING VAN VOEDINGSAANBEVELINGEN I
EFSA= European Food Safety Authority
(Wat is ADH, een behoeft of een referentiewaarde?)
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Ajohnd. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.