Hoofdstuk 14: Verdeling
Inleiding
o In Hoofdstuk 12 gingen we dieper in op de voorwaarden die moeten voldaan zijn opdat een
marktsysteem tot een Pareto-efficiënte uitkomst leidt
o Bij marktfalingen is ruimte vr overheidsinterventie die kan leiden tot welvaartsverbeteringen
o De Pareto-grens kan erg verschillende verdelingen vd welvaart bevatten (ook situaties
waarbij er armoede is)
o In dit hoofdstuk beschrijven we de inkomens-, welvaartsverdeling en armoede
1. Verdeling van wat?
1.1. De primaire verdeling: Inkomen uit arbeid en uit vermogen
Gezinnen halen inkomen uit arbeid, transfers (pensioenen, werkloosheidsuitkeringen,
kindergeld...) en vermogen
o Niet-financiële activa = Woningen, grond, schilderijen...
o Financiële activa = Bankrekeningen, obligaties, aandelen...
Ander voorbeeld financiële activa = Bitcoins
Uiteindelijk zijn we geïnteresseerd in de welvaart per persoon
Hier gaat echter een lang proces aan vooraf dat start vd primaire inkomensverdeling, en via
belastingen en transfers uitmondt in een beschikbaar inkomen per gezin
Maar ook dat beschikbaar inkomen moet nog omgezet w tot een welvaart per persoon via
een aantal stappen
Zie Figuur 14.1 voor een schematische weergave
Zie figuur 14.1: De transitie vh primaire inkomen naar het netto beschikbare inkomen en welvaart
- “+”: Er wordt inkomen gestuurd naar de gezinnen
- Loonbrief: Er gaat een deel nr de belastingen (+/- 13%)
- Sparen = opbouwen van vermogen
51
, Primaire inkomensverdeling komt tot stand op arbeids- en kapitaalmarkt
o Hoogte arbeidsinkomen
Aantal uren
Vergoeding per arbeidsuur (loon)
Bepaalt in grote mate positie gezin in inkomensverdeling
o Inkomen uit vermogen
Omvang vermogen
Rendement vermogen
Interesten spaarboekje of obligatie, dividenden, huurinkomsten…
1.2. Beschikbaar inkomen
Primaire inkomen = Basis waarop belastingen en sociale bijdragen worden geheven
In ruil transfers uit systeem
o Voorbeelden: Pensioenen, werkloosheidsvergoedingen, kinderbijslagen, etc.
Belastbaar gezinsinkomen = primaire inkomens + transfers
o Inkomstenbelasting: Progressief (gemiddeld percentage belasting neemt toe
naarmate het inkomen hoger is)
Beschikbaar inkomen
o Inkomen om uit te geven aan goederen en diensten
o (Of je kan er mee) Sparen
1.3. Welvaart
Bestedingen
o Indirecte belastingen: Btw of accijnzen
Accijns/verbruiksbelasting is een vorm vn indirecte belasting, die w geheven
op de verkoop vn bepaalde goederen. In Ned en Be is vooral sprake vn accijns
op alcoholische dranken, frisdranken, tabak en brandstoffen.
Welvaart is wat overblijft: Hoeveelheden goederen en diensten die we kunnen kopen
Inkomen of bestedingen omzetten naar welvaart per persoon is niet eenvoudig:
Verschillende factoren bepalen welvaart per persoon
o Objectieve component
Gezondheid, leeftijd, gezinsgrootte…
o Subjectieve component
Voorkeuren (Bijvoorbeeld: Asceet versus bourgondische levensstijl)
Sommige mensen zijn gelukkig met 1.500 euro en anderen niet!
Vanuit het standpunt vh beleid zal er met sommige factoren rekening gehouden w bij de
omschrijving vn welvaart en met andere nt: Gn eenvoudige oefening en vooral een
normatieve kwestie
1.4. Gezinsgrootte en equivalentieschalen
Gezinsgrootte w meestal in rekening gebracht bij omzetting bestedingen nr welvaartsniveau
Ruwe manier: Delen door aantal gezinsleden MAAR
o Publieke-goedkarakter van sommige goederen: Huisvesting, verlichting,
verwarming…
o Behoeften variëren: Baby vs universiteitsstudent
Equivalentieschaal: Houdt rekening met samenstelling en schaalvoordelen
o Bijvoorbeeld: OESO-schaal
Eerste volwassene: Factor 1
Elke extra volwassene (>= 14 jaar): Factor 0,5
Elk extra kind (< 14 jaar): Factor 0,3
52
, Een koppel met 2 kinderen heeft een equivalentieschaal gelijk aan 2,1
(=1+0,5+0,3+0,3)
Alleenstaande met 1500 euro dus even welvarend als koppel met 2 kinderen
met 3150 euro volgens OESO-schaal
Belangrijke randopmerking: Berekening vn equivalente bestedingen zoals hierboven,
veronderstelt dat welvaart gelijk verdeeld is binnen gezinnen
Onderzoek toont echter aan dat dit nt noodzakelijk het geval is: 'Machtsposities' binnen
gezinnen bepalen mee de verdeling vn welvaart binnen gezinnen
1.5. Verklaringen voor veranderingen in ongelijkheid
Welvaartsverdeling kan ongelijker worden omdat:
o De primaire inkomensverdeling ongelijker w, bijvoorbeeld als de lonen voor
hooggeschoolden veel meer toenemen dan voor laaggeschoolden of als de inkomens
uit vermogens sterker groeien dan uit arbeid
o De overheid minder herverdeelt, bijvoorbeeld omdat ze de belastingen minder
progressief maakt of de uitkeringen in de sociale zekerheid beperkt
o Er socio-demografische veranderingen zijn, zoals bijvoorbeeld meer jongeren die
sneller alleen gaan wonen, meer alleenstaanden, meer of minder tweeverdieners,
meer inactieve gepensioneerden, toenemend sorteergedrag op de huwelijksmarkt
2. Personele verdeling
Klassieke economen (Adam Smith, David Ricardo, Karl Marx) besteedden veel aandacht aan
de verdeling van de toegevoegde waarde over de productiefactoren arbeid en kapitaal
(functionele verdeling)
Hier nemen we personen of gezinnen als uitgangspunt ipv sociale klassen of
productiefactoren (personele verdeling)
Focus op beschikbaar inkomen: Inkomen dat overblijft nadat belastingen betaald en transfers
ontvangen zijn
European Survey on Income and Living Conditions (EU-SILC)
o Inkomensbegrip: Arbeidsinkomen, inkomen uit sociale zekerheid en inkomen uit
vermogen
o Beschikbaar gezinsinkomen bekomen door van primaire inkomens de betaalde
belastingen af te trekken en transfers op te tellen
o EU-SILC 2015 (inkomens 2014)
2.1. De statistische verdeling van het beschikbaar gezinsinkomen
In 2014: Gemiddeld gezinsinkomen 3128 euro per maand (nt gecorrigeerd met een
equivalentieschaal; Ongeveer 3900 in euro's van nu)
Histogram
o Klassen van 500 euro
o Grote inkomenswaaier
o Inkomens zijn niet alleen ongelijk verdeeld, ze liggen niet symmetrisch gespreid rond
gemiddelde
o Lange staart: Scheve verdeling
Mediaan (2588 euro) is lager dan gemiddelde (3128 euro)
Figuur 14.5: Belgische inkomensverdeling in 2014 (maandelijkse gezinsinkomen in euro)
2.2. Decielverdeling
Decielen: 10 klassen
53