Hanne Vogelaers Gedragstherapie 23-24
verzicht
O
3
1. Introductie 4
1.1. Historisch perspectief 4
1.2. Wat is gedragstherapie? 4
1.2.1. Kenmerken van de gedragstherapie 5
1.3. Casusconceptualisatie 6
1.4. Samenwerking en therapeutische relatie 7
2. Dynamische diagnostische procesmodel 10
2.1. Exploratie 10
2.2. Taxatie 13
2.3. Analyse 14
2.3.1. Onderkennende diagnostiek 15
2.3.2. De verklarende diagnostiek 16
3. Klassieke conditionering en betekenisanalyse 17
3.1. Theoretische basis 17
3.1.1. Verschillende vormen 17
3.1.2. Drie paden om verband (CS-UCS/UCR) aan te leren 18
3.1.3. Belangrijke begrippen 19
3.2. Betekenisanalyse 20
3.2.1. Conditioned Stimulus (CS) 20
3.2.2. Unconditioned stimulus/unconditioned reaction (UCS/UCR) 21
3.2.3. Het verband tussen CS en UCS/UCR 22
3.2.4. Respondent gedrag (CR) 22
4. Operante conditionering en de operante analyse 24
4.1. Theoretische basis 24
4.1.1. De zes procedures van operante conditionering 24
4.1.2. Bijkomende principes van operante conditionering 26
4.2. De functieanalyse 27
4.3. Het kernproces 28
5. Behandelplan 30
5.1. Behandelplan opstellen 30
5.1.1. Doelen formuleren 30
5.1.2. Interventies koppelen aan doelen 30
5.2. Implementatie van interventies 30
6. Interventies obv de betekenisanalyse 32
6.1. Aangrijpingspunt UCS/UCR 32
6.1.1. Automatische gedachten, assumpties, kernschema's identificeren 33
6.1.2. Automatische gedachten, assumpties, kernschema’s evalueren 35
6.2. Exposure: CS-UCS/UCR-koppeling bewerken 37
6.2.1. Theoretische achtergrond 37
6.2.2. Inhibitoir leren 39
6.2.2.1. Maximaliseren van inhibitoir leren 39
6.2.3. Toepassingsvormen 41
1
,Hanne Vogelaers Gedragstherapie 23-24
.2.4. Concreet
6 2
4
7. Interventies obv de functieanalyse 44
7.1. Toename gewenst gedrag 44
7.1.1. Bekrachtiging (reinforcement) 44
7.1.2. Vaardigheidstraining 45
7.1.3. Gedragsactivatie 47
7.2. Afname ongewenst gedrag 47
7.2.1. Extinctie 47
7.2.2. Bestraffing 47
7.2.3. Zelfcontroletechnieken 48
8. Schematherapie 49
8.1. Schema’s als handvat voor UCS/UCR thema’s 49
8.2. Vijf schemadomeinen 50
8.3. Identificeren van schema’s 52
8.4. Copingstijlen en schemamodi 52
8.5. Behandeling 53
8.5.1. Veranderen van schema’s 53
8.5.2. Protocollen 54
9. Procesgerelateerde interventies 55
9.1. Mindfulness 55
9.2. Acceptance & Commitment Therapie 56
9.2.1. Inleiding 56
9.2.2. Theoretische achtergrond 56
9.2.3. Algemene aspecten van ACT behandeling 57
9.2.4. Interventies binnen ACT 58
10. Evaluatie van interventie of behandeling 59
Examenvragen 64
2
,Hanne Vogelaers Gedragstherapie 23-24
Overzicht
EOORDELING + TIPSProf. Dr. Anouk Vanden Bogaerde
B
-100% examen (schriftelijk), 2u (dus werk door) (85% slaagt in 1ste zit)
-gesloten boek, met 3 open vragen (elk op ± 15 punten) adhv korte casus (2 alinea's)
-theorievragen
-toepassingsvragen
-attitudevragen: vragen mbt hoe je u opstelt tov cliënt of in T relatie
-inzichtsvragen: verbanden leggen tussen concepten in de cursus
-verbetering met strikte verbetersleutel
-tips bij het studeren:
-ken het handboek en de slides
-voor extra informatie kan je terecht in de optionele boeken, hoewel deze niet
verplicht zijn. Hier is een goede kennis van de slides essentieel.
-tips bij het examen:
-lees de casus en vragen aandachtig! Vragen zijn specifiek en ondubbelzinnig
-denk altijd na over de vertaalslag vd casus naar het gedragstherapeutisch kader!
-schrijfnietzomaarallesopwatjeweet:jekrijgteenbeperkteruimteomdevragen
in te vullen, wees to-the-point zonder de essentie te verliezen!
LESSEN
H1. Introductie (boek: H1, H2, H4)
H2. Dynamisch diagnostische procesmodel (boek: H5, H6, H8, H9)
H3. Klassieke conditionering en betekenisanalyse (boek: H9)
H4. Operante conditionering en operante analyse (boek: H9)
H5. Behandelplan en 1ste generatie technieken (boek:H10)
H6. Interventies obv de betekenisanalyse (boek: H12)
H7. Interventies obv de functieanalyse (boek: H13)
H8. Schematherapie
H9. Procesgerelateerde interventies (boek: H14)
H10. Evaluatie van interventie of behandeling (boek: H11)
ollege 1: Introductie cursus + introductie GT proces + therapeutische relatie
C
College 2: Exploratie, taxatie & globaal procesmodel
College 3: Analyse (onderkennend)
College 4: Verklarende analyse : klassieke conditionering en BA
College 5: Verklarende analyse: operante conditionering en FA
College 6: Kernprocesmodel en behandelplan + Interventies: 1 ste gen
College 7: Interventies: 2nd gen: cognitieve benadering & angelsaksische traditie
College 8: Interventies 2nd gen: schemabenadering
College 9: Interventies 3rd gen: MBCT, ACT & DGT
College 10: Outcome monitoring + Voorbereiding examen + Q&A
INKS
L
-discord map
3
, Hanne Vogelaers Gedragstherapie 23-24
1. Introductie
1.1. Historisch perspectief
st Wave CBTpuur behaviorisme, 1950-1960
1
-gedragstherapie: reactie tegen de heersende psychoanalytische stroming in 1920
-Watson nam afstand van introspectie en het onbewuste
-gedrag als centraal aangrijpingspunt binnen therapie (enkel gedrag is observeerbaar)
-wijzigen emotionele responsen door exposure en systematische desensitisatie
-wijzigen gedrag door operante procedures (bekrachtiging of bestraffing)
nd Wave CBT1970-1995
2
-Ellis & Beck: inclusie v interne ervaringen; gedachten, gevoelens, wensen, dagdromen,
attitudes → gedrag is niet los te zien v interne ervaring (anders is gedrag betekenisloos)
-cognitieve therapie: automatische gedachten, gevolgtrekkingen en assumpties
-integratie cognitieve therapie en gedragstherapie
-gedrag hangt vast aan relevante context en interpretatie (wrm?) (geloofwaardigheid!)
-bv patiënt met smetvrees die tijdens covid belt: "zie je wel, jij doet dat nu ook!"
-bv podiumvrees (onderdeel v sociale angst): je bent bang om af te gaan
rd Wave CBT
3
-omgaan met gedachten of gevoelens ipv wijzigen van
-Segal, Williams, Teasdale, Kabat-Zinn: mindfulness en mindfulness-based cognitive therapy
-Hayes:Acceptance&CommitmentTherapy:lerenomgaanmetgedachtenipvzeproberen
wijzigen (ervaring, gevoelens niet als product v cognities maar als fenomeen op zich)
th Wave CBTnu
4
-focus op verstoorde cognitieve (informatieverwerkings)processen
-bv depressieve mensen hebben meer aandacht voor negatieve prikkels
-training van aandacht, interpretatie of geheugen aanvullend op standaard CBT
1.2. Wat is gedragstherapie?
Korrelboom & Ten Broeke
- hetbetrefteenproceswaarbijdepsycholoogsamenmetdecliëntactiefenoptransparante
wijze therapeutische technieken en methoden toepast om de zich aandienende klachten
duurzaam en relevant te reduceren
-de geselecteerde therapeutische technieken en methoden dienen daarbij empirische
ondersteuning te genieten, waarbij deze gestoeld zijn indewetenschapvande(klinische)
psychologieeneffectiefzijn gebleken
-is een zeer actieve therapievorm, het is een veranderingsgerichte therapievorm
-we proberen dingen samen aan te pakken die klachten gaan verminderen
-we proberen zo transparant mogelijk te zijn
-sterkewetenschappelijkebasis(leertheorieenleerprocessen)→empirischstukbehouden
tijdens therapie (verminderen van de symptomatologie)
-uiteindelijk moet cliënt zijn eigen therapeut w ipv steeds op echte therapeut terug te vallen
4