Communicatie
Hoofdstuk 0: Omgaan Met feedback en communicatieve
vaardigheden en attitudes
0.1 Omgaan met feedback
0.1.1 Wat is feedback?
● feedback = We geven feedback aan anderen om de effecten van hun gedrag of
boodschap te verhelderen, om gedrag te bevestigen of bij te sturen.
0.1.2 Goede feedback?
! gedrag bijsturen of bevestigen?
criteria voor goede feedback
1. waargenomen en aanwijsbaar
2. concreet, specifiek en veranderbaar gedrag, niet op persoon
3. op tijd/ nu
4. in ik-vorm (subjectief)
5. effect van gedrag van ander
6. behoefte van de ander?
7. selectief
8. juiste omstandigheden en hou het kort
9. hoe komt feedback aan? + laat je gesprekspartner reageren
0.1.3 Aandachtspunten voor de gever van feedback
- Vraag of je feedback welkom is.
- Praat tegen de ontvanger, niet over. Geen roddel.
- Formuleer een observatie van feitelijk gedrag in een ik-boodschap.
- Formuleer gedrag dat je zelf hebt waargenomen.
- Geef feedback op (veranderbaar) gedrag, niet op de persoon.
- Geef feedback over recent gedrag.
- Formuleer specifiek en concreet, geef een voorbeeld.
- Vermijd verwijten, interpretaties of oordelen, houd geen langdradig betoog.
- Geef het effect van het gedrag weer, beschrijf je eigen gevoelens en gedachten.
- Kies een gepast moment om feedback te geven, neem de tijd.
- Geef de ander tijd om te reageren. Besef dat er verdedigingsmechanismen in de
mogelijke reactie kunnen schuilen.
- Vraag om een reactie als de ander niet spontaan reageert.
0.1.4 Aandachtspunten voor de ontvanger van feedback
- Wees bereid om feedback te ontvangen
- Geef aan als je geen behoefte hebt aan feedback.
- Luister naar positieve en negatieve elementen.
- Feedback is een leermiddel.
- Vraag indien nodig verheldering, stel vragen.
- Neem de tijd om de feedback te verwerken
- Feedback zegt ook iets over de gever van feedback.
- Argumenteren of jezelf verdedigen hoeft niet.
1
, - Realiseer je dat feedback gaat over je gedrag, niet over je persoon.
- Bepaal zelf of je iets met de feedback doet.
- Laat de feedbackgever weten als je een be- of veroordeling voelt.
- Bedank de ander voor de feedback.
! 0.1.5 Waarderende feedback
(werkt enorm hard op mensen → men krijgt een leuk gevoel)
dingen zijn niet altijd vanzelfsprekend
→ waarderende feedback creëert een positief klimaat en optimaliseert
groeikansen
oog hebben voor:
- talenten
- fijne eigenschappen
- mooie kwaliteiten
- doorzettingsvermogen
! manier waarop je wat zegt → niet kleinerend overkomen
+ kan ook non-verbaal gegeven worden
vb. duim, lachen
0.2 Communicatieve vaardigheden
● Communicatieve vaardigheden = dingen die je al kan, toepassen
● Vaardigheden = zijn handelingen, is het vermogen om handelingen uit te voeren en
worden vergaard door praktische ervaring, door oefening
- Verbale kwaliteiten, duidelijke communicatie
- Afstemmen, aandachtig luisteren en goed kijken naar non-verbale uitdrukking van
cliënt, met aandacht voor eigen gedrag
- (zelf)reflectie, persoonlijk inzicht, herkennen van eigen waarden en normen en hoe
deze van invloed zijn op het begeleidingswerk, bewustwording van eigen
overtuigingen, zelfkennis
- Gedachten en gevoelens benoemen
- Delen van gevoel (ik-boodschap)
- Omgaan met emoties, emoties erkennen
- Affectie tonen
- Afspraken maken en nakomen
- Van perspectief wisselen: vermogen om zaak, onderwerp vanuit het oogpunt van de
ander bekijken
- Waarnemen, observeren (=objectief)
- Constructieve feedback geven, complimenteren, benoemen van positieve zaken
- Gepaste adviezen geven, niet te snel oplossingen aanreiken
- Gemeenschappelijke basis, herkenning zoeken
- Empathische reflecties formuleren, laten merken dat je het verhaal van de cliënt
accepteert
- Vakkennis
- Gevoelsreflectie, teruggeven wat je bij de cliënt aan gevoelens opmerkt in het
gesprek*
- Geruststellen zonder marginaliseren of bagatelliseren
- Checken van informatie en interpretaties (interpretatie = subjectief)
- Hanteren van lichaamstaal
- Zorgvuldig kijken naar lichaamstaal
2
, - Metacommunicatie toepassen, praten over de communicatie
- Omgaan met stiltes
- Hanteren van humor
- Actief luisteren is een fundamenteel onderdeel van interpersoonlijke communicatieve
vaardigheden. Het is een actief proces waarbij een bewuste beslissing wordt
genomen om naar een ander te luisteren en te begrijpen wat er gezegd wordt.
- Empathisch luisteren gaat een stapje verder dan actief luisteren. Het is niet alleen
luisteren, maar vooral horen wat er gezegd wordt en begrijpen wat de ander bedoelt.
- Transparantie, geen verborgen agenda hanteren
- Open vragen stellen
- Doorvragen
- Samenvatten en parafraseren
- Motiveren
- Kennis van cultuur en gewoontes, oog hebben voor de meervoudige identiteit
0.3 Attitudes
● Attitude = is de neiging om op een min of meer constante wijze te reageren op
personen en situaties en die aan de basis ligt van een geïntegreerde gedragswijze.
Een attitude onderscheidt zich van een gewoonte omdat er een streefaspect in zit.
Een attitude kan je ontwikkelen door er meer bewust van te worden en door goed te
reflecteren over jezelf.
(houding, grondhouding, instelling, denkwijze, opstelling, houdingsaspect,
handelingspatroon)
- Betrokkenheid
- Leergierigheid, interesse, verwondering
- Vriendelijkheid
- Zorgzaamheid
- Acceptatie
- Empathie (handboek pag. 40), de wereld door de ogen van de cliënt zien
- Gerichtheid op de ander
- Contact maken: dit ben ik en ik ben benieuwd wie jij bent
- Werken vanuit presentiebenadering
- Wederkerigheid
- Respectvolle houding
- Benaderen vanuit gelijkwaardigheid
- Niet-veroordelende houding: erkennen van ervaringen zonder goed- of afkeuring
- Flexibiliteit
- Onderzoekende houding
- Betrouwbaarheid
- Geduldig zijn
- Doorzettingsvermogen
- Kritisch zijn, deskundige twijfel
- Willen begrijpen
- Willen bereiken
- Willen delen, openheid
- Willen vernieuwen, bereidheid om te veranderen van gedrag
- Tolerantie, voor jezelf en de ander
- Authentiek zijn, echtheid, onze gesprekspartner zonder terughoudendheid laten zien
wie we zijn
- Gevoelsreflectie, de opmerkzaamheid op gevoelens die een rol spelen in het gesprek
3
, Hoofdstuk 1: Relatiegericht werken in de begeleiding
1.1 Kwaliteiten van de begeleider
Kernkwaliteiten van begeleiden en helpen zijn in oorsprong al bij jezelf aanwezig.
natuurlijke neiging om te willen helpen → dient bijgeschaafd te worden, worden
verfijnd
5 algemene kwaliteiten van beginnende begeleiders
- betrokkenheid
- kennis en inzichten
- leergierigheid
- warmte en vriendelijkheid
- zorgzaamheid
meest effectieve begeleider is in het bezit van de volgende 8 interpersoonlijke
vaardigheden en houdingsaspecten: (Wampold, 2009)
- goede verbale kwaliteiten (communicatieve vaardigheid)
- een juiste afstemming (communicatieve vaardigheid)
- gedachten en gevoelens kunnen benoemen en deze kunnen verhelderen
(communicatieve vaardigheid)
- persoonlijk inzicht (communicatieve vaardigheid)
- affectie aan de cliënt kunnen laten zien (communicatieve vaardigheid)
- warmte en acceptatie (attitude)
- empathie (attitude)
- gerichtheid op de ander (attitude)
→ gevolgen: cliënten voelen zich
- begrepen
- hebben vertrouwen in de begeleider
- vertrouwen op hulp en ondersteuning
1.2 Contact maken
→ wat doe je?
kijken, aftasten, reageren, afstemmen, aansluiten → zoeken naar juiste condities
en voorwaarden voor contact
maatschappelijk klimaat: bieden van professionele hulp → gericht op het
zelfredzaam worden van de cliënt
vanuit begeleiding: hoe gaat cliënt om met problemen of vraagstukken?
● het weegschaalmodel = een model dat vanuit de professionele hulpverlening wordt
gebruikt om een balans te vinden tussen de mogelijkheden en onmogelijkheden van
de cliënt.
→ de balans tussen de persoonskenmerken
en vaardigheden (draagkracht) en de
belastbaarheid en ontwikkelingstaken
(draaglast)
4