Oudheid (750VCH-476NCH)
1) Reductie en abstractie Thales Natuurfilosoof
600VCH Arche is water
Milete stelling van thales (evenw projectie verh rechte
lijnen)
Pythagoras Gaat verder op stelling van Thales
500VCH -> stelling van pythagoras: a²+b²= c²
relatie tussen de natuur en getalverhoudingen
2) Principe van voldoende Anaximander ‘alle richtingen zijn gelijk. Er is geen reden om te
reden 600VCH bewegen in een bepaalde richting (want alle
Milete richtingen zijn gelijk) dus beweegt de aarde niet
Arche is apeiron (het onbegrensde)
= datgene dat onderliggend is aan alle dingen
heeft zelf geen kenmerken (het is alles en
tegelijkertijd niets
= reducering, maar het ultieme wordt
opengelaten
Objecten hebben geen vrije keuze,
gebondenheid= oorzaak
subjecten(met bewustzijn) hebben wel een
vrije keuze= reden
Christian Wolff “nihil est sine ratione cur potius sit quam non sit”
17e E “niets is zonder reden waarom het veeleer
bestaat dan waarom het niet bestaat”
-> alles heeft een reden om te bestaan, anders
zou het niet bestaan
Wilhelm von Leibniz “obwohl uns diese Gründe meistens nicht
17e E bekanntsein mögen”
“alhoewel deze redenen ons meestal niet bekend
zullen zijn”
Arthur Schopenhauer Het principe van voldoende reden betekent niet
19e E dat er noodzakelijk een oorzaak is
-> vb waarom geef je een geschenkje= omdat je
iemand graag ziet (reden), niet doordat je
iemand graag ziet (oorzaak)
Kritiek Het is een principe, en is dus niet te bewijzen
David Hume (daarom is het ook een principe(reden))
18e E Je kan niet bewijzen dat er een reden is voorde
samenhang in de wereld
3) Analogie Anaximenes Arche is lucht
500VCH -> mens kan niet leven zonder lucht, lucht is
Milete essentieel voor de mens, maar ook voor de
wereld
Gebruikte gekende zaken uit zijn toenmalige
omgeving om (complexere) dingen te
plaatsen/duidelijker te maken,
overtuigingskracht bij te zetten
vb. ‘De zon is zo plat als een blad.’, ‘de sterren
draaien om de aarde zoals een tulband ons hoofd
omringd’
Empedokles Over de 4 elementen aarde, water, lucht en vuur:
400VCH “De wisselwerking tussen de dingen houdt nooit
op, dan komen ze samen door Liefde, dan worden
ze uit elkaar gedreven door haat of Strijd.”
, Xenophanes Was de eerste die hun aandurfde om de Goden
500VCH ter discussie te stellen
“Als ossen en paarden en leeuwen handenhadden
en kunstwerken konden scheppen, danzouden de
paarden de goden afbeelden alspaarden, de
ossen als ossen en hun lichamenovereenkomstig
hun eigen aard.”
-> stelt het bestaan van de Goden ter discussie:
“Er is geen mens, en er zal er ook nooit één
zijn,die de volledige waarheid kent over de
goden.”
4) Wet van de niet- Parmenides Wet van de niet-contradictie:
contradictie 400VCH “alles wat is, is en kan nooit niet zijn”
Elea -> is niet te weerleggen, omdat je dan eerst moet
aannemen dat de wet waar is, spreek je jezelf
mee tegen
-> de wet rationeel weerleggen lukt niet omdat
ze zelf de basis vormt van de rationaliteit
Wording is uitgesloten
-> als alles is, dan is het en is er geen wording,
dus ook geen verandering
-> verandering veronderstelt dat iets gaat van
bestaan naar niet-bestaan of andersom
-> verandering impliceert dus dat iets is en
tegelijkertijd niet is, en dat is uitgesloten!!
Ontkenning zowel van het bestaan van tijd, als
van verandering
Herakleitos Verandering is reëel
500VCH -> alles is voortdurend in beweging
o Eenheid ontstaat op een hoger niveau
o De ultieme eenheid is de kosmos, de
door logos (de redelijkheid)
gestructureerde chaos
Wet van Leibniz
= Twee objecten x en y zijn identiek indien alle
eigenschappen van x eigenschappen zijn van y en
alle eigenschappen van y eigenschappen zijn van
x
Vb rivier: constant in beweging
-> moeten we eigenlijk tot 2 versch objecten
besluiten
-> plaats en tijd verandert
Ruimte en tijd zijn eigenschappen van een object
5) Reductio Ad Absurdum Zeno Van Elea Formuleerde een aantal paradoxen om aan te
400VCH tonen dat Paramenides gelijk heeft en dat de
Elea wereld een eenheid vormt
o De wereld valt samen, dus zijn tijd en
ruimte ondeelbaar
o Als je veronderstelt dat de wereld (en
dus tijd en ruimte) wel deelbaar is
->leidt dit tot 40 paradoxen,
tegenstellingen
o Dus ruimte en tijd zijn ondeelbaar, de
wereld is 1 en onveranderlijk