Filmgeschiedenis:
Hoc 1:
Handboek ‘film.Een geschiedenis’ (nodig voor ex.)
Evaluatie:
- Schriftelijk examen (70%)
- Essay (30%)
Illusies over film:
Film is dood
- Televisie, streaming, sociale media... gezien als bedreiging
- Gaudreault & Marion (La fin du cinéma?): film eindigt niet, maar transformeert
- Film niet als geïsoleerd medium beschouwen
- Geen film meer in traditionele zin
- Film wordt minder lang, en meer naar korte films en serrie (MAAR betekend niet dat film
eindigt transformatie)
Film is massa-entertainment
- Film is massamedium geworden dat vaak gemaakt wordt om winst te maken
- Populariteit sluit creativiteit en innovatie niet uit
- Maatschappelijke en sociale waarde van film
Film is Hollywood
- Hollywood dominant tussen jaren 1910 en 1960
- Maar ook aandacht geven aan andere filmvormen, regio’s en bewegingen
- Ook kijken naar andere zoals India, Brazilie…
Benaderingen en definities van film (1):
Film wordt met geassocieerd met verschillende fenomenen
6 grote benaderingen:
- Film als spectrum: soorten film en hun specificiteit, grenzen van film en andere kunsten, film
als medium
- Film als techniek: optische en technische principes, technische stappen bij het opnemen,
bewaren en vertonen van film (kijken naar fysische, hoe werkt menselijk oog en hoe werken
cameras daarop?)
- Film als taal: welke middelen hebben filmmakers ter beschikking om een verhaal te vertellen?
- Film als industrie: spelers en instellingen die betrokken zijn bij het maken, verdelen en spelen
van film
- Film als beweging: artistieke stromingen en hoe ze samenhangen
- Film als praktijk: sociale en culturele dimensies van film (censuur, film restoreren…)
Benaderingen en definities van film (2):
Deze benederingen en dimensies hangen dikwijls samen;
Voorbeeld 1: Billy Lynn’s Long Halftime Walk (Ang Lee, 2016) Fragment 1
- Film heeft een opvallend snelle frame snelheid
- Heel bruuskt, voelt realistisch, voelt alsof je erin zit
- Filmmaker wou dichter komen bij games
- 120 frames per seconde voor realisme, immersie en inleving (samenhang techniek en
filmtaal)
- Slechts 5 bioscopen ter wereld konden de film in originele versie tonen (industrie-aspect) en
mensen in het publiek werden vaak misselijk (beleving)
Voorbeeld 2: filmformaat (techniek) als artistieke keuze (filmtaal en beweging).
1
, - Bijvoorbeeld lagere kwaliteit 16mm-pellicule voor ‘authenticiteit’
- Zie extra tekst over de film Dunkirk (Christopher Nolan, 2017) en filmformaten
Benaderingen en definities van film (3):
Definities en termen
- ‘Film’ (leenwoord uit Engels) verwijst naar de drager: dunne laag of vlies waarop beelden
worden vastgelegd (celluloid)
- ‘Cinema’ (van Grieks kinesis) verwijst naar beweging (zoals movie / to move)
‘Cinema’ verwijst specifieker naar institutionele en industriële aspecten van film, maar de termen
worden door elkaar gebruikt (in cursus meer verwijzen naar ‘film)
- In tegenstelling tot film: de inhoud en wat wordt geprojecteerd
Discussie in de literatuur: film als medium of kunstvorm?
- Communicatiewetenschappen: nadruk op het medium om betekenissen over te brengen
- Kunstwetenschappers: nadruk op esthetische en kunsthistorische betekenissen
- ‘Boodschap’ van een film kan heel ruim worden geïnterpreteerd (niet per se een verhaal
vertellen, maar kan ook conceptueel of vormelijk zijn)
Wat maakt film bijzonder? :
Verhaal, actie, dialoog... zijn niet noodzakelijk. Wat dan wel?
- Belangrijke vraag in filmtheorie en discussies over mediumspecificiteit
Film kan tijd, ruimte en persoonlijk perspectief relativeren
- Dankzij montage, sprongen in de ruimte, perspectiefwissels
- Bijvoorbeeld Rashomon (Akira Kurosawa, 1950) en het “Rashomon-effect”: verhaal vanuit
verschillende perspectieven (1/vd beste voorbeelden hiervoor)
Film is dynamisch
- Stille beelden lijken te bewegen door optische illusie
- Ontwikkeling en beweging staan centraal
Film is visueel
- Gelijkenissen tussen camera en het menselijk oog
- Met camera opgenomen beelden vertonen gelijkenis met menselijke waarneming
- Discussie tussen (vroege) filmstromingen over puur visueel karakter van film
- We kijken makkelijk film horizontaal, omdat het natuurlijk aanvoelt visueel onze ogen
Film is een opname
- Audio-, video-, en lichtsignalen worden op een drager geregistreerd
- Maakt films ook fragiel: 75 tot 90% van alle stille films zijn verloren
- Film als opname is fragiel (films 14 jaar geleden al problemen met nu aftespelen, usb-usb-c)
Maar, geen van deze 4 aspecten is absoluut
- Experimentele filmmakers dagen conventies van medium film uit
- Bijvoorbeeld La Jetée (Chris Marker, 1962) bestaat vooral uit stilstaande beelden
- Bijvoorbeeld video-installaties David Claerbout
- Bijvoorbeeld Ambiancé (Anders Weberg, 2020) duurt 3 maanden en wordt maar één keer
gespeeld
- David claerbout; maakt video instalaties van momentopnames die telkens andere dimenties
van scenes tonen (niet echt fotografie) spelen met dimenties van film
Filmstudies als wetenschap:
Niet het letterlijk maken van film staat centraal, maar de esthetische, culturele en sociale
betekenissen ervan (Richard Dyer)
Verwante termen: filmtheorie, filmgeschiedenis, filmkritiek
2
,Systematisch en wetenchappelijk nadenken over film (enkele namen kennen!)
- Franse avant-garde 1920 en 1930: Germaine Dulac, Jean Epstein, Louis Delluc
- Filmschool Moskou (1919): Sergei Eisenstein, Lev Kuleshov
- 1950-1960: filmtaal (Christian Metz) en auteurtheorie (André Bazin)
- Sinds jaren ‘80 diverse stromingen: psychoanalyse (Laura Mulvey), cognitivisme (David
Bordwell), feminisme (Annette Kuhn), queer- en genderstudies (Ruby Rich), politieke
economie (Janet Wasko), transnationialisme en postkolonialisme (Ella Shohat & Robert Stam)
Spanningsveld tussen o.a. traditionalisten (klassieke filmcanon) en kritische filmhistorici, en tussen
‘tekstuele’ versus ‘extra-tekstuele’ filmstudies
linkt aan ‘cultural studies’, ‘tekstuele studies’ = lett inhoud van de film (90% van filmstudies, ‘extra-
tekstuele studies’= hoe werkt filmindustrie)
Film als een spectrum
Genres; genres definiëren:
Herkomst: ‘genus’ = type, soort (bv. biologie)
In cultuurproductie: genre berust op eerder informele (h)erkenning
- Patronen van gelijkenis tussen bepaalde cultuurproducten
- Soorten: literair, film, muziek, etc.
Genre is één van de vele manieren om film in te delen. Andere courante indelingen:
- Fictie versus documentaire
- Setting (vb. Oorlogsfilm, Western, space drama)
- Thema/onderwerp (vb. crimi, science fiction)
- Stemming en toon (vb. komedie, horror, tear jerker)
- Formaat en vertoning (vb. wide screen)
- Doelpubliek (vb. jeugdfilm, chick flick)
- Type productie (vb. blockbuster, B-film)
Ontwikkeling van genres (1):
Genres zijn nuttig vanuit commercieel oogpunt
- Trends en voorspelbaarheid
- Publiekssegmentering
- kijk ervaring moet overeen komen met kijk verwachting (zodat je na film mond aan mond
reclame maakt)
Veranderlijk in tijd en ruimte
- Genres staan niet ‘vast’ in de tijd en kunnen worden uitgedaagd en geïnnoveerd
- ‘Lokale’ variaties en genres
vb. Devotionals in Hindi cinema extra tekst
Vb. ‘Wakaliwood’: Ugandese actiefilms die actie en komedie mixen
extra tekst
- Publieke voorkeuren voor genres veranderen
vb. Musicals
vb: ‘genre’ die specifiek is aan een bepaalde plek ‘wakaliwood’ genre van actie films die veel
comedy erin verwerken (in urganda)
vb: devotinal-film, hindi films
Ontwikkeling van genres (2):
Origines
3
, - Conventies overnemen uit andere media
Literatuur, theater (vb. Komedie, melodrama)
Technische mogelijkheden
- Sommige genres ontstaan door dat nieuwe technologieën ontwikkeld worden
- Mogelijkheid om langer buiten te filmen (Westerns)
- Komst synchroon geluid (musical)
- Digitale bewerking en effecten (fantasy en sci-fi)
Appreciatie veranderlijk in de tijd
- Populariteit evolueert in cycli
Meestal zeer succesvolle film en imitaties (vb. fase van gangsterfilms na The Godfather; fase
van fantasy-avonturenfilms na Lord of the Rings-trilogie)
Genremixing (1):
Conventies van één of meerdere genres combineren
- Vb. Alien (1979, Ridley Scott) combineert sci-fi en horror
Bepaalde genres mixen gemakkelijker met andere genres
- Vb. Musical, komedie
Manier om te innoveren, zowel visueel, narratief als commercieel (publiek zoekt vernieuwing maar
binnen vertrouwde conventies)
- Vb. Cowboys & Aliens (2011, Jon Favreau): science-fiction en western
- Vb. Near dark (1987, Kathryn Bigelow): horror & western
Cross-culturele ontlening van genres
- Vb. Yojimbo (Akira Kurosawa) inspiratie voor A Fistful of Dollars (Sergio Leone)
- Vb. Hong Kong films jaren ‘80 inspiratie voor The Matrix en filmmakers als Tarantino
- Vb. Antonio das Mortes, Glauber Rocha, 1969 (zie Third Cinema)
Extra tekst
Genres analyseren (1):
Genres kunnen we analyseren aan de hand van hun conventies op niveau van verhaal, stijl en
iconografie
Verhaal
- Plotpatronen
- Vb. Gangsterfilms over opkomst en neergang van criminelen
- Vb. Biopic over cruciale episodes in iemands leven
- Terugkerende thema’s
- Vb. Martial arts films over trouw aan meester
- Vb. Gangsterfilms over de prijs van crimineel succes
- Vb. Melodrama over ware liefde
Stijl
- = het herkenbaar gebruik van filmtechnieken en filmtaal om het verhaal over te brengen
- Vb. Low-key en contrasterende belichting in horrorfilm en thriller
- Vb. Snelle montage in actiefilm
- Vb. Sentimentele muziek in drama
Iconografie:
- = Terugkerende symbolen die betekenis dragen
- Herkenbaarheid van bepaalde objecten, acteurs of decors
- Vb. Ruimteschepen in science-fiction, Jennifer Aniston
in romantische komedie, keving hart; comedy
Filmmakers kunnen ook innoveren door in te gaan tegen de conventies van iconografie
4