MEERKEUZEVRAGEN – STRAFRECHT
EXAMEN 2017
1. Dat een feit een drukpersmisdrijf uitmaakt heeft geen gevolgen voor:
a) de regels m.b.t. bevoegdheid van de feitenrechter.
b) de verjaringstermijn van de straf.
c) de regels m.b.t. de strafbare deelneming.
d) de verjaringstermijn van de strafvordering.
2. Bij voortgezet of collectief misdrijf:
a) kan de dader niet meer gestraft worden voor feiten, die hij voor zijn veroordeling voor het
collectief misdrijf heeft gepleegd, maar pas na die veroordeling aan het licht zijn gekomen en
die deel uitmaken van het collectief misdrijf waarvoor hij werd veroordeeld.
b) kan de dader niet gestraft worden voor feiten, die hij na zijn veroordeling voor het collectief
misdrijf heeft gepleegd, maar die een band van eenheid opzet, doel en verwezenlijking
vertonen met het collectief misdrijf, waarvoor hij reeds werd veroordeeld.
c) kan de dader wel gestraft worden voor feiten, die hij na zijn veroordeling voor het collectief
misdrijf heeft gepleegd en die een band van eenheid van opzet, doel en verwezenlijking
vertonen met het collectief misdrijf, waarvoor hij reeds werd veroordeeld, maar dan moet de
rechter rekening houden met de reeds uitgesproken straf: hij kan oordelen dat deze straf
voldoende is voor alle feiten, ofwel voor de nieuwe feiten een straf opleggen, waarbij het
geheel van de uitgesproken straffen het maximum van de zwaarste straf niet mag te boven
te gaan.
FOUT, omdat er staat feiten die “na” zijn veroordeling hebben plaatsgevonden. Indien
iemand werd veroordeeld voor een deel van de feiten en daarna komen er nog feiten aan
het licht die VOOR de veroordeling hebben plaatsgevonden maar die NA de veroordeling
werden vastgesteld bij de rechter en er eenheid van opzet is, kan de rechter ofwel bepalen
dat de straf voor het reeds veroordeelde deel volstaat, ofwel een extra straf opleggen
waarvan de opstel het maximum van het zwaarste feit niet mag overschrijden.
d) Noch a, noch b, noch c is juist.
Zie rn. 127
3. Is strafbaar:
a) De poging tot onopzettelijke slagen en verwondingen
Fout, onopzettelijke misdrijven
b) De poging tot opzettelijke slagen en verwondingen, toegebracht zonder het oogmerk om te
doden, maar die toch de dood tot gevolg hebben.
Fout, bij opzettelijke misdrijven die als bijkomend element een door de dader niet gewild
gevolg bevatten is de poging uitgesloten.
c) De poging tot schuldig hulpverzuim
Fout, poging tot onthoudingsmisdrijven is niet strafbaar
d) De poging tot een commissiedelict door omissie.
Juist: bij opzettelijke misdrijven die als bijkomend element een door de dader niet gewild
gevolg hebben is de poging uitgesloten.
, 4. Strafbare deelneming is niet mogelijk:
a) aan een misdrijf waarvan de hoofddader onbekend is gebleven.
Fout, als mededader of medeplichtige blijf je schuldig zelfs al kan de hoofddader niet
gestraft worden (bv. dood, onbekend, …)
b) door te verzaken aan een contractuele zorgplicht.
Fout, dit is een gekwalificeerde onthouding (=uitzonderingsregel). De onthouding kan dan
wel een vorm van deelneming zijn.
c) aan een misdrijf dat in een noodtoestand werd gepleegd
d) aan een gecontraventionaliseerd wanbedrijf
Fout, overtredingen komen niet in aanmerking bij strafbare deelneming. Het wanbedrijf is
een overtreding geworden, omdat het werd gecontraventionaliseerd.
5. Er is geen toestand van herhaling:
a) als de voorheen uitgesproken straf nog niet was ondergaan.
Fout, kan ook door verjaring
b) als voor het voorheen gepleegd misdrijf de opschorting werd toegestaan.
c) als de straf voor het voorheen gepleegd misdrijf werd uitgesproken door een strafgerecht
van een lidstaat van de Europese Unie.
Fout, mag zowel door een Belgisch strafgerecht worden uitgespreken als door een
strafgerecht van een Europese lidstaat
d) als de eerdere veroordeling nog vatbaar is voor verzet in de buitengewone termijn.
Fout i.t.t. “gewone” termijn
6. Welke zin m.b.t. de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen is juist:
a) Voor misdrijven waarvoor de onachtzaamheid volstaat, kan nooit een cumulatieve
veroordeling van rechtspersoon en natuurlijke persoon volgen.
b) De rechtspersoon is nooit strafrechtelijk verantwoordelijk voor misdrijven, waarvoor in de
incriminatie een wettelijke toerekening aan de zaakvoerder wordt opgenomen.
c) Niet alle openbare instellingen zijn strafrechtelijk verantwoordelijk.
d) Op de geldboeten, die door conversie overeenkomstig artikel 41bis, § 1 Sw. werden
berekend, dienen geen opdeciemen te worden toegepast.
Fout, artikel 41bis is toepassing van opdeciemen.
7. Voor misdaden strafbaar met opsluiting van 20 tot 30 jaar:
a) is de straf onder elektronisch toezicht mogelijk.
b) is de werkstraf mogelijk.
c) is de autonome probatiestraf mogelijk.
d) is geen van de hierboven vermelde consensuele straffen mogelijk.
8. Voor met toepassing van artikel 80 Sw. gecorrectionaliseerde misdaden:
a) is de straf van de afzetting mogelijk.
b) is de van de ontzetting facultatief.
c) kan de straf van de opsluiting worden opgelegd.
Fout, opsluiting is een criminele straf.
d) kan geen geldboete worden opgelegd.
Fout, geldboete kan wel worden opgelegd (art. 84 Sw.).