MENS EN LEREN
Inhoud
Herhaling................................................................................................................................................1
Agressie..................................................................................................................................................3
Ontwikkelingsstoornis ≠ ontwikkelingsprobleem...................................................................................6
Autismespectrumstoornis (ASS).............................................................................................................6
Volwassenen met ASS...........................................................................................................................12
Aandachtsdeficiëntie-hyperactiviteitsstoornis......................................................................................15
Volwassenen met ADHD.......................................................................................................................20
Gedragsstoornissen..............................................................................................................................22
Andere trauma en stressor gerelateerde stoornissen...........................................................................26
DSM 5 hechtingsstoornissen: Reactieve hechtingsstoornis en ontremd sociale contactstoornis.........28
Leerstoornissen....................................................................................................................................31
Coördinatie-ontwikkelingsstoornis – DCD.............................................................................................39
Ticstoornissen.......................................................................................................................................41
Spraak- en taalontwikkelingsstoornissen of communicatiestoornissen................................................43
Faalangst...............................................................................................................................................48
Selectief mutisme.................................................................................................................................51
Pesten en cyberpesten.........................................................................................................................52
Automutilatie........................................................................................................................................60
LEERDOELEN.........................................................................................................................................62
Herhaling
HGD = Handelingsgerichte diagnostiek = indicerende diagnostiek
‘Hoe kunnen we dit kind/deze jongere best begeleiden?’ (ondersteuningbehoeften, wat heeft cliënt
nodig?, concrete handvaten)
1. Intakefase
2. Strategiefase
3. Onderzoeksfase
4. Integratie- en aanbevlingsfase
5. Adviesfase
6. Interventie en evaluatie van interventie
HGW = Handelingsgerichtwerken
Faire diagnostiek = eerlijke diagnostiek: vertrouwensrelatie, positief kader, voldoende info, breed
kijken, toegankelijk taalgebruik, eigen waarden en vooroordelen onder ogen zien
1
,ICF: international classficiation of functioning disability and health
= ruimer dan DSM, aandacht voor context en omgeving, risico en protectieve factoren, info rond
aanpak
Zorgcontinuüm:
- Fase 0: brede basiszorg
- Fase 1: verhoogde zorg
- Fase 2: uitbreiding van de zorg
- Fase 3: IAC/OV4
1. Intakefase
- Belang van breed informatie verzamelen
- Belang van (soort) hulpvraag voor verdere verloop van het traject
o Voorbereiding
o Overzicht krijgen: problemen, wanneer, hoe vaak, wanneer loopt het goed, concrete
voorbeelden, breder functioneren, mogelijke verklaringen, ondernomen activiteiten,
voorgeschiedenis
o Hulpvraag
o Afstemmen
2. Strategiefase
- Clusteren van het functioneren van het kind binnen zijn context: wat weten we al?
- Diagnostisch traject kiezen
- Hypothesen en onderzoeksvragen formuleren
o Onderkennende: wat is er aan de hand, herkennen en definiëren van problemen
o Verklarende: waarom is het probleem ontstaan
o Indicerende: juiste aanpak, behandeling, interventie
- Betrokkenen informeren en afstemmen: leerling, ouders, school, anderen
3. Onderzoeksfase
4. Integratie- en aanbevelingsfase
- Integratief beeld schetsen
- Formuleren van doelen
- Formuleren van onderwijs- opvoedings- en ondersteuningsbehoeften en komen tot een
overzicht van aanbevelingen
- Aanbevelingen beoordelen
- Hypothese aannemen want gegronde redenen
- Hypothese verwerpen en nieuwe aannemen
- Hypothese verwerpen, toch aannemen (omwille van artificiële karakter)
Kunnen examen
- Primaire en secundaire kenmerken herkennen in een casus.
- Onderkennende hypothese kunnen stellen en MOTIVEREN op basis van:
o Kennis van primaire gedragskenmerken
o Elementen uit de casus
2
, - Bij begeleidingsvoorstellen breder kijken dan de diagnose. Wat heeft deze
kind/jongeren/ouder/leerkracht nodig?
Verschil aanbeveling en advies:
Aanbeveling:
- In de integratie- en aanbevelingsfase = denkfase
- Lijst op met mogelijke interventies (korte en lange termijn)
Advies:
- In de adviesfase = doe-fase
- Bespreken van de aanbevelingen met de cliënt(en)
- Samen komen tot een plan van aanpak
Formuleren van doelen:
- Waar willen we naartoe, wat willen/kunnen we veranderen, wat krijgt prioriteit?
- Korte en lange termijn
- KISS en SMART
- Waarom belangrijk? Overzicht houden, terugvallen op doel, ander doel = andere
aanbevelingen
Aanbevelingen formuleren:
- Wat kunnen we doen om doelen te behalen, concreet
- Gebruik bronnen
5. Adviesfase
- Informeren, overleggen en afspreken omtrent interventies
- Verslaggeving
Stappen:
- Cliënt verwelkomen + informeren over traject, doelen en aanbevelingen bespreken. Wat is
wenselijk/haalbaar? Samen tot plan van aanpak komen, afspraak over evaluatie
Agressie
Wat is agressie?
- Gedrag waarbij de ander schade wordt toegebracht
o Fysieke agressie: slaan, schoppen,…
o Psychische agressie: bedreigen, pesten, schelden,…
- Overtreden van bepaalde regels
o Formeel: bezittingen niet stukmaken, niet mishandelen
o Informeel: respect hebben, rekening houden met elkaar
- Iemands gedrag kan agressief zijn, ook al had de persoon niet de
intentie om leed toe te brengen aan de ander.
3
, Soorten
- Reactieve agressie
o Heetgebakerde kinderen die “ontploffen”
o Snel aangevallen, onmiddellijke reactie
o Impulsief, houdt geen rekening met consequenties
- Proactieve agressie
o Niet reactief, agressie om doelen na te streven
o Koelbloediger
o Weinig angst
- Relationele agressie (sociale agressie)
o Komt vaker voor dan fysieke agressie
o Manipulatie als motor
Roddels verspreiden
Niet uitnodigen voor verjaardagen
Kwaad spreken / leugens verspreiden
Anderen onder druk zetten
o Meer bij meisjes (zgn. Queen Bee)
o Risico op bagatellisering
Agressie en …
Verschillende stoornissen
- ADHD
- ODD/CD
- ASS
- Andere problematieken (vb. KOPP, echtscheiding,…)
Waarom?
Window of tolerance
Welk gevoel zit er achter je boosheid?
- Schaamte, pijn, jaloezie, teleurstelling, angst,
overprikkeling, moe, …
Hoe voorkomen?
- Op een rustige moment te praten met je kind. Stel de volgende vragen:
o “Hoe kon het gebeuren?”
o “Wat gebeurde er voordat je zo boos werd?”
o “Wat zou je een volgende keer anders kunnen doen?”
o “Hoe kan ik je helpen?”
o “Wat helpt je om rustig te worden?”
- Geen waarom-vragen. Want dan voelen kinderen zich vaak aangevallen. Ze klappen dicht of
schieten in de verdediging.
4