THEMA 4: DE FORMELE RECHTSBRONNEN EN DE HIËRARCHIE DER
RECHTSNORMEN
1) ENKELE PRINCIPES
A. De rechtsregels moeten kenbaar zijn
Nemo censetur ignorare legem = iedereen wordt geacht de wet (= het recht) te
kennen; je kan nooit zeggen dat je de wet niet kent = rechtsdwaling.
o MAAR: Je kan wel gedwaald zijn over de feiten (vb. theater en kogel, je wist
niet dat er een echte kogel in zat) je kan dan wel zeggen dat je er niet van
bewust was
o Soms aanvaard een rechter als je zegt dat je niet wist wat je juridisch moest
doen en krijgt advies van een advocaat (die fout is) = onoverkomelijke
dwaling
Ook al onrealiseerbaar dat iedereen alle regels kent, ze moeten kenbaar zijn. D.w.z.
gepubliceerd in gedrukte of digitale vorm. (anders niet geldig)
Je moet de wet toepassen zoals hij gepubliceerd wordt
o Publicatie NUTTIG voor alle rechtsbronnen
o Officiële publicatie VERPLICHT voor (materiële) wet = kracht, door overheid
Belgisch Staatsblad
Publicatieblad van de Europese Unie
Bestuursmemoriaal provincie
Gemeentelijke ‘aanplakking’
bv. verkeersplan van gemeente
o Officieuze publicatie = geen kracht, privékanalen
o Consolidatie = versie waar in de oorspronkelijke tekststukken zijn weggelaten,
bijgezet, constant tekst updaten
Gebeurt officieus
o Coördinatie = inhoud niet wijzigen, maar opnieuw ordenen ENKEL DOOR
OVERHEID), de wetgever zelf die volledige nieuwe vorm geeft aan de wetten
Gebeurt officieel
Vb. grondwet zodat ze logisch in elkaar zit
o Codificatie = van een bepaalde tak van het recht een volledig nieuw
basiswetboek maken = codex
vb. Burgerlijk Wetboek voor het burgerlijk recht
heel systematisch en zit logisch in elkaar met indelingen, ook
formeel exhaustief: uitputtend, je voorziet alle problemen die kunnen
voorkomen, (probleem is nog niet vermeld, want was nog niet bekend,
maar kan wel oplossing voorzien)
vb ingesloten erf tov de openbare weg -> moet minst belastend zijn
voor iedereen maar moet ook doorkunnen
vb homo’s en lesbiennes, vb basisprincipe huwelijk man en vrouw
(probleem; overspel, geweld etc) vb auto’s, vliegtuigen etc hij kon dit
niet weten, je kan niet altijd alles voorzien, daarom is dit exhaustief.
, B. De verschillende rechtsbronnen en hun onderlinge verhouding
Vele “normenmakers” kunnen elkaar tegenspreken
Hiërarchie van de formele rechtsbronnen
o Hierarchie: basisbegrip!!!
Historici kunnen pas dingen zeggen als dit gebaseerd is op een bron uit
het verleden
Een regelijk moet bestaan eer je ze kan toepassen
Waar komt ons recht vandaan?
o Inhoud: materiële rechtsbronnen / vorm: formele bronnen
o (Materiële) wet: is er een duidelijke wet van op toepassing? Niet verder
zoeken naar juridische oplossing. Indien geen duidelijke wet -> rechtspraak
o Rechtspraak: hoe beslechten rechtbanken doorgaans hetzelfde probleem
o Rechtsleer: juristen schrijven over het recht, maken zo constructies,
interpretaties etc
o Gewoonte: soms heeft een bepaalde regel altijd al bestaan, is een gewoonte
o Algemene rechtsbeginselen
g Volgorde is erg belangrijk, vb rechtspraak is belangrijker dan rechtsleer = hiërarchie
Hiërarchie binnen de formele rechtsbronnen
o Binnen de “wet”: afdwingbaar
C. Werking in de tijd
Principe van niet-retroactiviteit = je kan niet verwachten van iemand van 2015 de
normen die in 2020 gemaakt zijn kan toepassen, de wet beschikt alleen voor het
toekomende; zij heeft geen terugwerkende kracht, dwz je mag de wet niet toepassen
op feiten die al voorbij zijn
o Is echter niet vastgelegd in Belgische Grondwet
o Wel In BW, is een wettelijk principe d.w.z. dat wetgever hier tegenin kan
gaan; er zijn dus wel metten met retroactieve werking
o UITZONDERING! De zachtere strafwet (= iets was vroeger strafbaar en nu niet
meer, of vroeger 10 dagen zitten en nu boete) KAN NOOIT IN STRAFRECHT
(tenzij beter voor veroordeelde)
bv. te snel gereden in bebouwde kom, ze willen straf verhogen, nu 100 euro
-> tegen dat alles geregeld is voor wet 200, je moet wel nog altijd maar 100
betalen = hier kan dit zachtere strafwet wel
Begin geldigheid: vanaf publicatie (maar niet automatisch)
o Belgisch Staatsblad (10 dagen na publicatie, tenzij…)
o Publicatieblad van de EU (20 dagen)
o Bestuursmemoriaal (5 dagen)
o Aanplakking (5 dagen)
Einde: in principe nooit, tenzij
o Uitdrukkelijk tijdelijk (vb. scholen dicht door corona)
o Uitdrukkelijk “opgeheven”
o Stilzwijgend “overruled” (nieuwe wet die iets anders bepaalt; nieuwe wet
toepassen)