100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
samenvatting hoofdstuk 7 voortbeweging €2,99   In winkelwagen

Samenvatting

samenvatting hoofdstuk 7 voortbeweging

 38 keer bekeken  0 keer verkocht

samenvatting anatomie (svaa) hoofdstuk 7 voortbeweging

Voorbeeld 4 van de 38  pagina's

  • 26 augustus 2020
  • 38
  • 2018/2019
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (7)
avatar-seller
elisevandehaterd
Hoofdstuk 7: voortbeweging
1 Bewegingsintrumenten
1.1 Inleiding
Mechanismen voortbeweging gewervelde dieren in 2 grote groepen
 Axiale voortbeweging: via gecoördineerde beweging van de lichaamsas
o Aquatische levenswijze
 Appendiculaire elementen voor voortbeweging
o Vertebraten die zich over land verplaatsen

1.2 Ledematen bij Tetrapoda
1.2.1 Het lidmaat
Ontstaan: geëvolueerd uit de borst en buikvinnen binnen de lijn van de Sarcopterygii
 Homologe opbouw

Onderverdeling lidmaat
 Stylopodium: opgebouwd uit 1 enkel lang been
o Voorbeen: humerus
o Achterbeen: femur
 Zeugopodium: opgebouwd uit 2 parallelle lange beenderen
o Voorarm: radius & ulna
o Crus/ schenkel: tibia & fibula
 Over elkaar heen geschoven & laten toe om het lidmaat om de eigen as naar
binnen en buiten te draaien
 Autopodium: hand of voet
o Basipodium: verschillende rijen kleine beentjes
 Carpus: 2 rijen carpaalbeenderen= proximale antebrachiale rij &
metacarpale rij
 Tarsus: 3 rijen tersaalbeenderen = crurale rij & intertarsale rij & metatersale
rij
o Metapodium: metacarpalia of metatarsalia
 Grote huisdieren = pijp
o Acropodium: maximaal 5 digiti opgebouwd uit 3 phalanges
 Proximale falanx → grote huisdieren = kootbeen
 Middelste falanx → grote huisdieren = kroon been
 Distale falanx → paard = hoefbeen & andere = klauwbeen

1.2.2 De gordels
Bekkengordel:
 Os ilium = darmbeen: craniodorsaal gericht & maakt contact met sacrum
 Os pubis = schaambeen
 Os oschium = zitbeen
o Zitbeen & schaambeen versmelten met evenknieën en met elkaar
 Samenkomst van 3 beenderen: acetabulum = gewrichtskom → articuleert met femurkop
o Hond: aparte beenkern = os acetabulare

Schoudergordel:
 Scapula = schouderblad → spierig verbonden met wervelkolom
 Clavicula = sleutelbeen → contact met uiterst craniale punt borstbeen of met ravenbeksbeen
o Insereert hoger op scapula : acroniom
o Stut schoudergordel & beperkt beweging van schouders naar elkaar toe

,  Coracoid = ravenbeksbeen → kan met uitloper verbonden zijn met borstbeen
o Helpt scapula om glenoidaalholte te vormen → articuleert met humerus
 Coracoid bij zoogdieren verdwenen & niet allemaal een clavicula

1.2.3 Algemene bouw van een bot
Lange beenderen:
 Diafyse: ranke middenstuk
 Epifyse: poximale en distale uitlopers van diafyse → bekleed met gewrichtskraakbeen
 Apofysen: zware botuitsteeksels → aanhechting van spieren of pezen

Primair ossificatiecentrum: ossificatie start in diafyse
Secundaire ossificatiecentra: verbening in epifyse en apofysen
 Groeischijf: kraakbeenzone tussen de verschillende ossificatiecentra

Metafyse: rafelig uiteinde van de diafyse → groeikraakbeen sluit hier aan op de diafyse

Apofysaire groeischijven: verbinding apofysen en diafysen → verbenen later

Korte beenderen:
 Slechts 1 verbeningskern & vertonen geen groeischijven

Compact bot:
 Uitwendig bekleed met beenvlies = periost → zeer pijngevoelig & belangrijk voor dikte groei
en herstel
 Geen periost t.h.v. gewrichtskraakbeen

Spongieus of trabeculair bot
 Binnenzijde van het been
 Trabeculair netwerk van beenbalken
 Centraal volledig uitgehold voor beenmerg = mergholte

Beenmerg:
 Bij geboorte → rode beenmerg
o Rijkelijke doorbloeding, hematopoiese
 Geleidelijk → gele beenmerg
o Geen hematopoiese & rijk aan vetcellen

Foramen nutricium: ingang voor bloedvaten en zenuwen naar beenmerg

1.2.4 Algemene bouw van een gewricht
Synoviale gewrichten
Opgebouwd uit:
 Gewrichtskraakbeen
 Gewrichtskapsel Omsluiten gewrichtsholte met
 Gewrichtsbanden synoviaal gewrichtsvocht

Gewrichtskraakbeen:
 Ligging: epifysen van beide articulerende oppervlakken
 Uitzicht: glad en effen → niet bedekt met perichondrium
 Functie: schokbrekend effect & stevig vergroeid met onderliggend compacte beenweefsel

,Gewrichtskapsel:
 Uitzicht
o Buitenste laag: dichte bindweefsellaag → verstevigde verderzetting periost
o Binnenste laag = synoviaal vlies: losse bindweefsellaag rijk aan vetcellen
 Functie
o Verbind gewrichtskraakbenen & omsluit gewrichtsholte
o Produceert synoviaal vocht
 Kan plaatselijke plooien of vlokken vertonen

Gewrichtsholte:
 Uitzicht
o smalle spleetvormige virtuele spleet
o perifeer ruimer met uitzakkingen
 functie: uitzakkingen kunnen bij ontstekingen zwellen → voelbaar & bruikbaar voor toegang
tot gewrichtsholte

gewrichtsvocht/ synovia:
 samenstelling: kleverig, glibberig vocht
 uitzicht: helder en rekbaar
 functie: gewrichtsoppervlakken glad houden
 onderzoek: letten op hoeveelheid en kwaliteit

gewrichtsbanden:
 functie: houden beenuiteinden samen
 samenstelling: opgebouwd uit collageenvezels → sterk & niet uittrekbaar
 ligging: buiten het gewrichtskapsel of vergroeid

vorm gewrichtsoppervlak → bepaald beweeglijkheid
 bolronde kop past in gewrichtskom → ruime beweging in verschillende richtingen
 cilindervormig condyl rolt in overeenkomstig fovea → beweging in 1 enkel vlak
o crista op condyl → voorkomt minieme rotatie/ zijdelingse bewegingen
 katrolgewricht: trochlea (zware kammen) & cochlea (holle gewrichtsoppervlak)
→ voorkomen van iedere zijdelingse beweging

Buigen = verkleinen van de hoek
 buigzijde: zijde waarvan de hoek het kleinst kan worden

strekken is de tegenovergestelde beweging = diezelfde hoek vergroten

1.3 spieren als actieve mediator van de voortbeweging
1.3.1 inleiding
spier/ musculus: onder invloed van impulsen actief contraheren
 rode, dwarsgestreepte/ willekeurige spieren
o zitten met 1 en vaak beide uiteinden vast op bot
 witte spieren

, 1.3.2 spiercontracties
contractievormen
1) concentrische contractie: een krachtontwikkeling van de spier waardoor deze verkort
→ spier weer uitlengen door werking andere spier = antagonisten
o extensor ↔ flexor
o abductor (van middellijn weg bewegen) ↔ adductor (naar middellijn toe)
o pronator (naar binnen draaien) ↔ supinator (naar buiten draaien)
o dilatator (opener) ↔ sphincter (sluitspier)

2) excentrische contracties: de spier wordt uitgetrokken door een externe kracht en zal deze
willen verhinderen of dempen
 spieren die lichaamsgewicht opvangen

3) isometrische/ statische contracties: de spier verandert niet van lengte
 samentrekkende kracht van de spier = externe uitrekkende kracht op de spier
 spierspanning om in rust te staan

contractiesnelheid
1) type I/ slow-twitch
 zeer rijkelijk doorbloed
 rijkelijke aanvoer van zuurstof & nutriënten om via oxidatief metabolisme energie
op te wekken
o vormen een rem op actiesnelheid
o lang volgehouden worden
 diepe rode kleur
 tragere maar langdurige actie

2) type II/ fast-twitch
 grote glycogeenvoorraad
 energie uit anaerobe glycolyse
o zeer explosieve krachtontwikkeling
o minder efficiënt & voorraden geraken sneller uitgeput
 bleker van kleur
 eindproduct: melkzuur
 zeer snelle vezels die snel uitgeput geraken

contractielengte & contractiekracht
maximale inkorting: efficiënts tot 70% inkorting van de spier
 spieren voor zo groot mogelijke beweging = lange spoelvormige spierbuik

kracht: evenredig met het volume van de spier & de breedte van de aanhechting
 spieren die veel kracht moeten genereren eindigen in een peesplaat

compromis tussen kracht en gerichte beweging → V-vormig patroon
 gevederde spieren = musculus bipennatus/ multipennatus

1.3.3 pezen en ligamenten
uitzicht & samenstelling
beginpees: oorsprong van de spier (origo) → meest proximale aanhechtingspunt & beweegt niet bij
contractie
eindpees: komt overeen met het bewegende punt (insertio)

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper elisevandehaterd. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 73918 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€2,99
  • (0)
  Kopen