Politicologie
1. Politiek
Politiek heeft betrekkingen op het sturen van een samenleving. Wanneer mensen iets samen willen
doen, wordt het al snel noodzakelijk om een aantal duidelijke afspraken te maken, om dingen te
regelen, om de vrije keuze van mensen in te perken.
Het sturen van een samenleving – politiek dus – betekent ook altijd omgaan met verschillen en
conflicten. Elke samenleving kan in principe op veel verschillende manieren georganiseerd worden.
Er moeten altijd keuzes gemaakt worden.
Plato zag het bestuur liever in handen van een beperkte en zorgvuldig uitgekozen groep.
DEF.: Politiek is alles wat te maken heeft met het besturen van een samenleving.
1.2 Variaties in politiek
Politiek kan variëren. We kunnen het aantreffen in vele organisaties en verenigingen (scholen,
bedrijven…).
Als regels niet als dwingend ervaren worden, wil dat nog niet zeggen dat ze er niet zijn; er is meer
politiek dan we denken.
1.2.1 Politiek en territorium
TERRITORIUM. Wij associëren politiek met samenlevingen die verbonden zijn aan een territorium:
gemeenten, provincies, regio’s, landen, internationale organisaties van landen. Binnen de grenzen
van die samenleving ben je onderworpen aan de regels ervan, erbuiten niet.
STATEN. Vandaag is de sturing van een territorium de belangrijkste en meest omvattende vorm van
sturing; dit was echter niet altijd zo en zal dus ook niet altijd zo blijven. We concentreren ons (in dit
boek) op territoriale politiek.
Als politiek te maken heeft met de sturing van een samenleving, dan speelt politiek zich vandaag dus
vooral af in samenlevingen met een grondgebied, in staten. Politiek kan in principe heel ver gaan,
heel diep ingrijpen in het leven van de leden van de samenleving. Politiek kan ook variëren
naargelang de inhoud en de reikwijdte ervan.
1.2.2 De verschuivende culturele grenzen van de politiek
REIKWIJDTE VAN DE POLITIEK. Context: tot voor half 19e eeuw: politiek is erg beperkt, aantal
basisregels,bescherming grenzen, belastingen. Toen kwamen er vanuit de verschillende sectoren van
de samenleving de vraag om nieuwe aspecten van de samenleving door de staat te laten regelen.
Allerlei beschermende maatregelen die de gevolgen van het vrij economisch verkeer moesten
inperken. Nationale staten grijpen zeer diep in het economische verkeer en arbeidsverhoudingen.
Marshall stelt daarom dat burgerschap (vanaf 20 ste eeuw) een zaak is van burgerlijke en politieke
rechten, maar dat sociale rechten even belangrijk zijn.
, EVOLUTIE IN DE POLITIEKE CULTUUR. In het westen wordt veel belang gehecht aan het onderscheid tussen
privé (privéleven = politiek is/mag niet aanwezig zijn) en publiek, maar er is veel discussie over de
grens tussen beide sferen.
1.2.3 De vormen en structuren van de politiek
VORMEN. Politiek varieert naargelang de soort samenleving die bestuurd wordt (1). Politiek kan ook
een zeer verschillende inhoud hebben (2). Politiek kan zeer verschillende vormen aannemen (3).
REGIME. Classificaties van politieke vormen (ook: politieke systemen) kunnen worden gebouwd op de
vraag wat de grote principes zijn die ten grondslag liggen aan het functioneren van een bestel =
politiek regime. Om regimes van elkaar te onderscheiden: vragen m.b.t. politieke basisprincipes.
DEMOCRATISCHE EN AUTORITAIRE REGIMES. Democratische regimes zijn regimes waarbij de macht tijdelijk
is en verspreid over verschillende groepen. Vertegenwoordigers worden door de bevolking gekozen.
Een reeks fundamentele rechten wordt formeel erkend en beschermd.
UNITAIRE EN FEDERALE STATEN. Wordt het hele territorium vanuit één punt bestuurd, of hebben
deelgebieden hun eigen bestuur? Unitaire staten hebben een gecentraliseerd bestuur, federale
staten niet.
VARIATIE IN INSTELLINGEN EN PROCEDURES. In democratische regimes wordt het recht om te besturen
veroverd door verkiezingen. Maar hoe worden deze georganiseerd, wie mag er stemmen, wie mag
deelnemen, vormt één enkele partij of een coalitie de regering, parlement (een of twee kamers?)…
1.3 Politieke wetenschap
Voor sommige leden van de samenleving is het praten over politiek een professionele bezigheid (bv.
journalisten, kunstenaars). Maar de politieke wetenschap doet dat wel via haar regels. Die volgen uit
de doelstelling van de politieke wetenschap: politieke gebeurtenissen en instellingen proberen te
begrijpen en te verklaren; de politieke wetenschapper wil analyseren.
INTELLECTUELE DISTANTIE. Het is niet de bedoeling om als politicoloog aan het politiek debat deel te
nemen. De eigen inkleuring van de werkelijkheid, die eigen onuitgesproken voorkeur of bias (van de
politicoloog) kan perfect geïllustreerd worden door de keuze van onderwerpen die door hem/haar
behandeld worden.
WETENSCHAPPELIJKE METHODE. Die zijn heel breed en complex, geschikte methoden en technieken.
Politicologen gaan niet over één nacht ijs (waarom, wie was het doelwit…).
SYSTEMATIEK. De politieke wetenschap kan analyseren en duiding geven (bij bv. een bomaanslag); ze
onderzoekt immers voortdurend verschijnselen als regionalistische bewegingen en het gebruik van
geweld door belangenorganisaties. Ze verzamelt systematisch data (gegevens) over die
verschijnselen, die vergeleken en geclassificeerd (in soorten en varianten) kunnen worden. Een
bomaanslag is vaak een specifiek geval van een algemeen verschijnsel.
Manier van denken is niet nieuw. Plato en Aristoteles probeerden al d.m.v. vergelijking tot inzichten
te komen over de eigen samenleving. Om te vergelijken moet er bewust gezocht worden naar
gelijkaardige gevallen, naar cases die tot eenzelfde categorie behoorden. Ook in de galerij van