Academiejaar 2020 – 2021 lawstudentatvub@outlook.com Bachelor 1
Samenvatting – Politieke geschiedenis van België
vanaf HIV (eerste semester)
Hoofdstuk 4: Oorlog, economische depressie en contestatie van de democratie
(1914 – 1918)
1. Inleiding
Algemeen
P.155 – 156
Het belangrijkste voor dit hoofdstuk is dat het stemrecht verder wordt gedemocratiseerd.
We hebben gezien in hoofdstuk 3 algemeen meervoudig stemrecht, alle mannen boven de 25
hebben minstens 1 stem maar sommige mannen hebben meer stemmen dan andere omdat
ze geld hebben of omdat ze gestudeerd hebben. Algemeen enkelvoudig stemrecht betekent
1 man 1 vote. Dat is wat de socialisten en de progressieve liberalen altijd geëist hebben “le
suffrage universel” dat heeft natuurlijk gevolgen.
Want wie heeft er maar één stem en wordt daardoor nu de gelijke van meneer de baron,
meneer de fabriekseigenaar dat is de arbeider. Dat is ook de louter Nederlandstalige inwoner
van Vlaanderen. Wie gaat er daar doen stijgen in invloed; enerzijds de socialisten anderzijds
binnen de Katholieke partij de christendemocraat.
De Katholieke partij verliest absolute meerderheid en ze gaat in coalitie moeten gaan. Dat
betekent dat de katholieken altijd gaan moeten regeren met een niet - katholieke partij gevolg
de Katholieken gaan op levensbeschouwelijk vlak als het gaat over onderwijs bv.
compromissen moeten maken.
Gevolg: de ruzies die in de 19e eeuw tussen de Katholieke en de ongelovigen in het parlement
werden uitgevochten die gaan nu eerder het voorwerp zijn van discussie en dus ook van
pacificatie binnen de regering.
Een tweede gevolg: het zal niet alleen de zaak worden van het parlement om het land te
besturen, maar de sociale partners gaan ook meer macht krijgen en dat is logisch we hebben
gezien dat met de grote stakingen van 1886 en 1887 er al iets bestaat, namelijk adviserende
arbeids - en nijverheidsraden. Dat is een idee van de katholieken die vinden dat werkgevers
en werknemers samen in harmonie moeten kunnen overleggen met de intrede van de
socialisten in de regering. Later, in 1918 gaat dat worden geïnstitutionaliseerd.
Men gaat op Nationaal niveau of bedrijfstak afspraken maken waar iedereen ze gaan aan moet
houden. Die afspraken worden niet gestemd door het parlement, maar die worden door de
vertegenwoordigers van de werknemers en de werkgevers gestemd. Die schok van de
1
,Academiejaar 2020 – 2021 lawstudentatvub@outlook.com Bachelor 1
democratisering gaat ook ervoor zorgen dat er kritiek komt op het systeem want de
democratie werkt nog niet zo goed in de jaren 20 en 30 en men gaat allerlei problemen
hebben. Men zal de economische crisis van 1929 gaan toeschrijven aan de werking van een
politiek systeem.
Dat wil zeggen dat men zich gaat oriënteren op landen die autoritair werken en alle macht
gaat uit van de leider. Denk dan aan het fascisme in Italië, Nazie Duitsland, anderzijds gaat
men ook proberen om technocraten dus ingenieurs, werkgevers, vertegenwoordiger
werknemers om die meer macht te geven en het parlement te laten verliezen van zijn invloed.
Dat gaat uitmonden in extreemrechtse bewegingen en ook een autoriteit neigingen binnen de
traditionele partijen.
2. België in de Eerste Wereldoorlog
Wereldoorlog 1: politieke gevolgen
P.156 – 157
Op 4 augustus vallen de Duitsers binnen. Koning Albert trekt met zijn troepen eerst naar
onze nationale versterking in Antwerpen. Antwerpen denk aan de meetingpartij. Antwerpen
is wel degelijk serieus versterkt maar u weet ook waar Antwerpen ligt, aan de Schelde en de
Nederlanders controleren de Schelde. Nederland is neutraal vrijwillig dan, niet verplicht.
Nederland die sluiten de Schelde af want die vrezen dat de Duitsers anders Nederland de
oorlog gaan verklaren. Als de schelde gesloten is. Dan kan Antwerpen niet worden
bevoorraad en dan moet het Belgische leger verder trekken. Belgisch leger trekt verder naar
de Ijzer, dat is een riviertje in wat we noemen de Westhoeken uiterste Noord-Westen van
België.
De Dijken worden doorgestoken alles staat onder water en de Duitsers kunnen niet meer
verder. Op die tijd ziet u zijn er 1,4 mln landgenoten op de vlucht geslagen. 1 miljoen naar
Nederland 600 000 mensen blijven weg. De Belgen zitten in Nederland, Frankrijk en in Groot-
Brittannië weg van hun huis, soms weg van rest van de familie. Dat is op zich al een
dramatische situatie. De koning leidt de regering en die zit in een uitzonderlijke situatie want
als 90% van het grondgebied bezet is, is er geen parlement om de uitvoerende macht te
controleren.
Wat gaat er gebeuren? De Belgische regering neemt haar zetel in le Havre in Frankrijk in
Saint Adresse. Zij vindt dat zij het recht heeft tijdens de oorlog om nieuwe wetten te
stemmen, bestaande wetten te wijzigen of wetten op te heffen. Dat noemen we de
besluitwetten (= décrets-lois). Bv. de normen die men nodig heeft om de collaboratie te
bestraffen die zullen door de regering alleen worden gestemd zonder instemmingen van het
parlement. In principe is dat tegen de grondwet, maar de oorlog is een zodanig
uitzonderlijke situatie dat het Hof van Cassatie ons hoogste rechtscollege ermee akkoord
gaat dat die normen dezelfde rechtskracht hebben als een normale wet.
2
,Academiejaar 2020 – 2021 lawstudentatvub@outlook.com Bachelor 1
Wereldoorlog I: in bezet België
P.158
De oorlog is een grote ontwrichting van het Belgische systeem. Want voor de oorlog zijn wij
een internationale economie. Er worden grondstoffen geexporteert uit Congo. Grondstoffen
worden geimporteerd worden uiteraard verwerkt en weer geexporteerd. Dat is de kern van
onze holdingmaatschappijen die ook filialen hebben in het buitenland. Voor eten bv. gaan
wij ervan uit dat wij ook zakken kunnen invoeren. Probleem, in een oorlog gaat een normale
handel niet door. Als er een oorlog is tussen Duitsland en het Verenigd Koninkrijk, dan is er
een blokkade. De Britten hebben de grootste vloot van de wereld. Wat doen zij? Ze
blokkeren de kusten van Duitsland en een stuk van Europa dat de Duitsers bezet houden.
Het idee erachter dat is dat een blokkade een efficient manier is om u tegenstander op de
knieen te krijgen. Het probleem een blokkade betreft natuurlijk de burgerbevolking.
Verder kwam in de herfst van 1914 er een initiatief van de Amerikaanse ambassadeur in
Brussel Van Witlock samen met zijn Spaans collega die willen een comité opzetten om met
de neutrale landen1 voedsel te brengen naar de Belgische bevolking. Dat gaat leiden tot twee
instellingen; aan de kant van de neutralen van Amerikanen is dat de Commission For Relief in
Belgium, en aan de andere kant Société Générale (zie notities).
Zij geven onmiddellijk geld voor een organisatie die heel het land dekt, namelijk “Het
Nationaal hulp en Voedingscomité”. Zeer belangrijk voor WOI hebben we gezien dat de
katholieken op basis van het subsidiariteitsbeginsel het logisch vinden dat de gemeenten, de
sociaal organisaties en natuurlijk de vakbonden zelf de minieme sociale voorzieningen
organiseren. Dit wil zeggen dat de Duitsers binnenvallen en dat er in België geen nationaal
dekkend systeem is dat het bv. voor de voedselbevoorrading zorgt. Nood breekt wet en het
is niet de staat want parlement kan niet samenkomen. De regering zit in buitenland, maar
we zijn bezet. Maar het privéinitiatief dat zorgt eenmaal voor dat nationaal hulp en
voedselbevoorrading. “Nationaal hulp en voedingscomité” schakelt op de provincies en de
gemeente om het eten te verdelen vanuit Brussel coördinerend. In de lokale afdelingen, nl.
provinciaal en gemeentelijk, gaat men ook de socialisten inschakelen samen met de
liberalen. Bv. de liberaal Louis Franck zal een belangrijke functie hebben bij het nationale
hulp en voedingscomité. Ook de socialisten en syndicalisten kunnen daarin meehelpen. Dat
comité dat gaat zich richten op 3 activiteiten:
1. Dat gaat zich richten op werkloosheidssteun want de economie valt voor een groot
natuurlijk stil door het oorlog.
2. Op het lot van kinderen, ouders kunnen gevlucht zijn of overleden zijn.
3. Op het bezorgen van eten aan de bevolking
1
De landen die niet op conflict zitten.
3
, Academiejaar 2020 – 2021 lawstudentatvub@outlook.com Bachelor 1
Zeer belangrijk want de syndicalisten komen daar de werkgevers tegen en de katholieken de
niet katholieken tegen. Dat zijn de connecties die later in het interbellum ons land gaan
besturen.
De Duitsers gaan economisch zeer hard om met ons land. Er worden namelijk mensen
weggevoerd naar Duitsland voor een verplichte tewerkstelling. De Belgische bedrijven
worden voor een stuk ontmanteld. Dus machines worden afgevoerd naar Duitsland wat voor
een zware economische ramp in België zorgt.
Wereldoorlog 1: aan het front
P.158 – 159
Er is bezet België waar dus economisch moeilijk is en er grote donaties komen van de
Verenigde Staten. Voor eten is er een front achter het ijzer. In het stukje daarachter zit men
met een sociaal en taalkundig contrast in het leger.
Het is te zeggen wie wordt er opgetrommeld om naar het leger te gaan, natuurlijk waren dat
alle jongeren. Uiteraard is het evident gezien de mobilisatie er veel meer mensen uit de
Nederlandstalige streken van België uit Vlaanderen zijn ingelijfd in het leger. In principe
omwille van efficiëntie is ons leger alleen Franstalig. Opdat de instructies efficiënt moeten
worden kunnen gegeven, moet er een eenheid van actie zijn moet wanneer het leger
optreedt.
Achter het ijzer front creëert dat fricties tussen officieren en de gewone piotten. Die worden
aangedreven door de typische sociale groep die zich aangetrokken voelt door de Vlaamse
beweging. Dat zijn jonge intellectuelen bv. studenten. Als ze zien dat er in Ierland
ongenoegen bestaan dat het principe van beschikking opgang maakt in het internationaal.
Dan gaan ze ook proberen om dat te recupereren voor de Vlaamse taalkwestie. In de
frontbeweging start het pleidooi voor zelfbestuur. D.w.z. dat men in België een ander
systeem van bestuur zou moeten hebben voor Vlaanderen dan voor Wallonië. Dat betekent
dat men eigenlijk geen genoegen neemt met het centraal stemmen van taalwetten. Die bv.
het Frans en het Nederlands gelijk verklaren, ze willen verder gaan.
Ze doen dat wel in eerste instantie binnen de Belgisch kader. Probleem, de Koning en zijn
generaals die wijzen dat af. Die vinden niet dat er tijdens oorlog op kan ingegaan worden
want tijdens de oorlog mag er geen verdeeldheid zijn tegenover de vijand. Dat argument kun
je natuurlijk ook wel begrijpen. Maar door een afwijzing gaan ze natuurlijk het conflict doen
radicaliseren.
Bezet België: Flamenpolitiek
P.159 – 160
België wordt voor 90 procent van het grondgebied bestuurd door de Duitsers. De Duitsers
die hebben een idee over hoe Vlaanderen het beste zou passen in een plan na de oorlog. Ze
gaan ervan uit dat Duitsland de baas wordt in Europa. Dat er rond de Duitse rijk plaats is
voor verbroederde volkeren voor satellietjes. Wat gaat men doen? Men gaat beloven aan de
Vlaamse beweging om de taalwetgeving toe te passen en de Duitse bezetter gaat dat doen.
4