HOOFDSTUK 1: GRIEKENLAND
PREKLASSIEKE PERIODE
1. Homerus
2. Sappho
3. Aesopus
KLASSIEKE PERIODE
1. Plato
2. Aristoteles
3. Aeschylus
4. Sophocles
5. Euripides
6. Aristophanes
POSTKLASSIEKE PERIODE
1. Apollonius van Rhodos
2. Menander
,HOOFDSTUK 1: GRIEKENLAND Wat = welke werken
Wanneer = welke eeuw en wie eerst en wie na wie,
nt exacte data
PREKLASSIEKE PERIODE Hoe = bv. stijl
1. Homerus
Wie? Homerische kwestie
Heldendichten/ epos; bv. 'De Illias' (over de Trojaanse oorlog, held Achilles) en de
Wat?
'Odysseia' (omzwervingen van Odysseus naar huis)
Wanneer? Rond 800 v.C
Waar? Oude Griekenland (Ionië)
Hoe? Zie slides en notities. Homerische vergelijking, epitheton ornans
(standaardkarakterisering, bv. odysseus = man van vele listen,
'epische cyclus'(7werken van ontstaan godenrijk tot dood van Odysseus).
Kenmerken epos (bv. aiodos), formulaire uitdrukkingen en memotechnische
middeltjes.
2. Sappho
Wie? Vrouw
Wat? Lyrische poëzie. Monodische lyriek (solozang)
Wanneer? Einde 7de- begin 6de eeuw v.C.
Waar? Oude Griekenland (Lesbos)
Hoe? Zie slides en notities. Eenvoudige metrische patronen, onderwerpen uit de
persoonlijke leefsfeer, meedelende poëzie.
3. Aesopus
Wie? slaaf
Wat? Fabels (didactische poëzie); bv. de krekel en de mier/ de vos en de raaf
Wanneer? 6de eeuw v.Chr.
Waar? Oude Griekenland (Ionië)
Hoe? Zie slides en notities. Dieren in hoofdrol, fabels
,KLASSIEKE PERIODE
1. Plato
Wie? filosoof
Wat?
Wanneer? 5de- 4de eeuw v.C.
Waar? Oude Griekenland
Hoe? Negatieve mening over 'mimesis'.
2. Aristoteles
Wie? leerling van Plato
Wat?
Wanneer? 4de eeuw v.C.
Waar? Oude Griekenland
Hoe? Zie notities. Eenheid van 3 (één handeling in 24 uur op één plaats). Mimesis. Plotse
ommekeer: peripeteia. Centrale personage: fout = 'hamartia', komt tot inzicht =
'anagnorisis'. 'Catharsis'= 'emotionele loutering' of 'zuivering' van de toeschouwer
(vooral bij extreme emoties zoals medelijden en angst.) Door mimesis: wordt niet
als 'echt' beschouwd.
3. Aeschylus
Wie? Tragedieschrijver
De 'trilogie' Oresteia (gaat over Orestes). Schreef honderdtal tragedies, 7 bewaard.
Wat? 'De Perzen' is enige Griekse tragedie die geen mytholisch, maar historisch
onderwerp heeft.
Wanneer? 6de- 5de eeuw v.C.
Waar? Oude Griekenland
Hoe? Voert tweede acteur (antagonist) in. Wereldorde bepaald door de goden, 'hybris'
wordt gestraft.
, 4. Sophocles (toegevoegd, want uiteraard te kennen)
Wie?
Bekendste werk: Koning Oedipus (Oedipus zoekt moordenaar van Laos, hij blijkt
Wat? zelf de moordenaar te zijn. Door lot: vader vermoorden en moeder huwen. Schreef
130 tragedies, 7 bewaard.
Wanneer? 5de eeuw v.C
Waar?
Hoe? Voert derde acteur in, beperkt de rol van het koor. Wereldorde nog steeds bepaald
door goden. Tragische ironie (noodlot).
5. Euripides
Wie?
17 van zijn 92 tragedies bewaard. Bekenste: Medea (scherpe analyse van de
Wat? vrouwelijke psychè), Andromache, Iphigeneia in Aulis, Iphigeneia in Tauris en De
Bacchanten (over onder meer Dionysus).
Wanneer? 5de eeuw v.C.
Waar?
Hoe? Vermindert rol van het koor nog meer. Goden minder grote rol, geïnteresseerd in
irrationele klachten die het menselijke handelen bepalen. Vaste delen van de
Griekse tragedie (zie HB of notities).
6. Aristophanes
Wie? Komedieschrijver. Conservatief dichter die bekende Atheners op de korrel neemt.
11 stukken bewaard. 'De Wolken' (over Socrates), 'De Kikkers' (over Euripides),
Wat? bekendste stuk: 'Lysistrate' (over Atheense vrouwen die in seksstaking gaan opdat
hun mannen voor vrede zouden zorgen).
Wanneer? 5de- 4de eeuw v.C.
Waar?
Hoe? Bespotten van bekende figuren. Karakters worden types. Belang van het koor
vermindert. De parabis verdwijnt.