Vennootschaps- en rechtspersonenrecht
Samenvatting Van de BV en de NV
Hoofdstuk 1 - Inleiding
De BV en de NV treden in het rechtsverkeer op als rechtspersonen. Zij bestaan krachten hun interne, uit organen opgebouwde
organisatie. Deze organisatie kan nader worden aangeduid als rechtsbetrekking of deelrechtsorde.
De BV en de NV kunnen als rechtspersoon (ondernemer) een onderneming 'hebben', 'drijven' of 'in stand houden'. Deze zegswijzen
corresponderen met drie te onderscheiden benaderingen van het begrip 'onderneming' (zie hieronder).
Benaderingen van het begrip 'onderneming':
- de reële onderneming de onderneming als vermogensobject
- de instrumentele onderneming de onderneming als instrument
- de institutionele onderneming de onderneming als beslisorganisatie
De BV en de NV zijn echter niet alleen rechtspersoon, maar juist ook een rechtsbetrekking (deelrechtsorde, organisatie). De
rechtsbetrekking werd aanvankelijk gezien als een contract tussen de aandeelhouders. De institutionele opvatting heeft echter de
overhand gekregen. In deze institutionele opvatting wordt de vennootschap gezien als een van de aandeelhouders vrijstaand
(zelfstandig) instituut (organisatie) dat als zodanig kan functioneren krachtens een eigen beslismechanismen. De voorlopige conclusie
is dat er in het ondernemingsrecht telkens sprake is van een organisatie (BV of NV) die een andere organisatie (onderneming) 'heeft',
'drijft' of 'in stand houdt'.
Intussen worden de BV en de NV ook wel aangeduid als rechtsvorm van de onderneming. Als institutioneel gedachte deelrechtsorde
kan zij als zodanig functioneren. Of de beschouwing juist is, hangt af van hoe men enerzijds de grenzen van de
vennootschapsorganisatie en anderzijds die grenzen van de ondernemingsorganisatie afbakent.
De organisatie van de vennootschap is opgebouwd uit organen. De organen zijn functionele eenheden binnen de vennootschap die
door de wet of de statuten met beslissingsbevoegdheid zijn bekleed. Iedere vennootschap heeft een algemene vergadering van
aandeelhouders (AvA) en een bestuur. Sommige vennootschappen hebben ook nog andere organen. Bij de structuurvennootschap is
een Raad van Commissarissen (RvC) verplicht. De Ondernemingsraad (OR) kan vennootschappelijke bevoegdheden hebben. In de
conceptie van de wetgever is echter de OR een orgaan van de onderneming, welke daarbij als van de vennootschap afzonderlijke
organisaties is gedacht. De in art. 2:14 t/m art. 2:16 BW opgenomen regeling m.b.t. de vernietiging van besluiten van een orgaan is
niet van toepassing op besluiten van de OR.
De doelomschrijving in de statuten geeft het beoogede terrein van de werkzaamheden van de vennootschap aan. Zij geeft de grenzen
aan waarbinnen de vennootschap mag optreden. Afgezien hiervan moeten bestuur en commissarissen zich richten naar het belang
van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming. Dit belang is in de regel het belang bij een bestendig succes, maar
wordt mede bepaalde door de oogmerken die aandeelhouders met de vennootschap en haar onderneming hebben en de aard en
inhoud van hun samenwerking. Dit vennootschapsbelang moet onder omstandigheden worden afgewogen tegen relevante belangen
van overige bij de vennootschap en haar onderneming betrokkenen (HR. 4 april 2014 (Cancun)). Vennootschapsbelang en
Samenvatting Van de BV en de NV
Hoofdstuk 1 - Inleiding
De BV en de NV treden in het rechtsverkeer op als rechtspersonen. Zij bestaan krachten hun interne, uit organen opgebouwde
organisatie. Deze organisatie kan nader worden aangeduid als rechtsbetrekking of deelrechtsorde.
De BV en de NV kunnen als rechtspersoon (ondernemer) een onderneming 'hebben', 'drijven' of 'in stand houden'. Deze zegswijzen
corresponderen met drie te onderscheiden benaderingen van het begrip 'onderneming' (zie hieronder).
Benaderingen van het begrip 'onderneming':
- de reële onderneming de onderneming als vermogensobject
- de instrumentele onderneming de onderneming als instrument
- de institutionele onderneming de onderneming als beslisorganisatie
De BV en de NV zijn echter niet alleen rechtspersoon, maar juist ook een rechtsbetrekking (deelrechtsorde, organisatie). De
rechtsbetrekking werd aanvankelijk gezien als een contract tussen de aandeelhouders. De institutionele opvatting heeft echter de
overhand gekregen. In deze institutionele opvatting wordt de vennootschap gezien als een van de aandeelhouders vrijstaand
(zelfstandig) instituut (organisatie) dat als zodanig kan functioneren krachtens een eigen beslismechanismen. De voorlopige conclusie
is dat er in het ondernemingsrecht telkens sprake is van een organisatie (BV of NV) die een andere organisatie (onderneming) 'heeft',
'drijft' of 'in stand houdt'.
Intussen worden de BV en de NV ook wel aangeduid als rechtsvorm van de onderneming. Als institutioneel gedachte deelrechtsorde
kan zij als zodanig functioneren. Of de beschouwing juist is, hangt af van hoe men enerzijds de grenzen van de
vennootschapsorganisatie en anderzijds die grenzen van de ondernemingsorganisatie afbakent.
De organisatie van de vennootschap is opgebouwd uit organen. De organen zijn functionele eenheden binnen de vennootschap die
door de wet of de statuten met beslissingsbevoegdheid zijn bekleed. Iedere vennootschap heeft een algemene vergadering van
aandeelhouders (AvA) en een bestuur. Sommige vennootschappen hebben ook nog andere organen. Bij de structuurvennootschap is
een Raad van Commissarissen (RvC) verplicht. De Ondernemingsraad (OR) kan vennootschappelijke bevoegdheden hebben. In de
conceptie van de wetgever is echter de OR een orgaan van de onderneming, welke daarbij als van de vennootschap afzonderlijke
organisaties is gedacht. De in art. 2:14 t/m art. 2:16 BW opgenomen regeling m.b.t. de vernietiging van besluiten van een orgaan is
niet van toepassing op besluiten van de OR.
De doelomschrijving in de statuten geeft het beoogede terrein van de werkzaamheden van de vennootschap aan. Zij geeft de grenzen
aan waarbinnen de vennootschap mag optreden. Afgezien hiervan moeten bestuur en commissarissen zich richten naar het belang
van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming. Dit belang is in de regel het belang bij een bestendig succes, maar
wordt mede bepaalde door de oogmerken die aandeelhouders met de vennootschap en haar onderneming hebben en de aard en
inhoud van hun samenwerking. Dit vennootschapsbelang moet onder omstandigheden worden afgewogen tegen relevante belangen
van overige bij de vennootschap en haar onderneming betrokkenen (HR. 4 april 2014 (Cancun)). Vennootschapsbelang en