Dit is zo veel, dat het geen goede samenvatting is. Jammer.
Door: mylenenijp • 9 jaar geleden
Erg goede uitleg, alleen veel te uitgebreid. (Kan handig zijn, maar kostte mij daardoor te veel tijd om er doorheen te komen).
Antwoord: Respondent krijgt een test die op zijn of haar niveau is aangepast
5.
Betrouwbaarheid is de mate van herhaalbaarheid van metingen. Juist of onjuist?
Antwoord: Juist
6.
Herhaalbaarheid wordt niet bemoeilijkt door geheugeneffecten en leerprocessen. Juist of onjuist?
Antwoord: Onjuist
7.
Herhaalde afnemingen onder gelijkblijvende condities fluctueren niet. Juist of onjuist?
Antwoord: Onjuist, fluctueren wel vanwege onvoorspelbare/toevallige invloeden
8.
De acceptabele waarde van de betrouwbaarheid ligt tussen 0 en 1. Juist of onjuist?
Antwoord: Juist
9.
Indien men de test gebruikt in wetenschappelijk onderzoek, gaat het om uitspraken over groepen. Men kan dan >0,9 aanhouden. Juist of onjuist?
Antwoord: Onjuist, >0,7
10.
Indien de test voor individuele diagnostiek wordt gebruikt en er dus beslissingen over individuen gemaakt worden, dient de betrouwbaarheid meestal >0,9 te zijn. Juist of onjuist?
Antwoord: Juist
Voorbeeld van de inhoud
SAMENVATTING TESTTHEORIE
INLEIDING IN DE T HEO RIE VAN DE PSYCHOLOG ISCHE TEST EN ZIJ N
TOEPASSINGEN
Inhoud
Hoofdstuk 2: Definitie, kenmerken en toepassingen van de test .................................... 2
Hoofdstuk 3: Indelingen, onderscheidingen en begrippen ............................................... 7
Hoofdstuk 4: Constructie van items en kwantificering van reacties ........................... 17
Hoofdstuk 5: Afneming van tests en verwerking van testgegevens ............................ 23
Hoofdstuk 6: Betrouwbaarheid ................................................................................................ 27
Hoofdstuk 7: Nieuwe ontwikkelingen in testtheorie en testconstructie ................... 42
Hoofdstuk 8: Validiteit en betekenis ...................................................................................... 44
Hoofdstuk 9: De bijdrage van de test in het beslissingsproces ..................................... 64
, HOOFDSTUK 2: DEFINITIE, KENMERKEN EN TOEPASSINGEN VAN
DE TEST
2.1 Wat is een test?
2.1.1 Onderdelen van een test
- Testmateriaal: Het testmateriaal verschilt per test. Het kan bestaan uit een testboekje met
opgaven of bijv. uit bouwstenen of legpuzzels. Soms is er geen materiaal, bijv. wanneer de test
bestaat uit een vrije discussie.
- Testformulieren: Hierop worden de antwoorden, reacties of gedragsgegevens verzameld die het
materiaal vormen waaruit interpretaties of conclusies worden afgeleid. Bij schriftelijke
vaardigheidstests zijn het vaak aparte antwoordformulieren. Bij persoonlijkheidsvragenlijsten
zijn de vragen en antwoordmogelijkheden meestal op 1 formulier opgenomen. Bij observatietests
en projectieve technieken dienen deze formulieren voor registratie van observatiegegevens of
voor het aangeven van duidingscategorieën. Dit formulier wordt dan dus door de proefleider
ingevuld.
- Testhandleiding: Dit varieert van een uitvoerig boekwerk tot beknopte richtlijnen. In een goede
handleiding komen de volgende 4 onderwerpen voor;
1. Een exacte testinstructie. Dus de bespreking van de testprocedure, conditie voor een
goede testsituatie, woordelijke aanwijzingen, proefopgaven, volgorde van opgaven. Kortom, alles
wat betrekking heeft op de gang van zaken.
2. De verwerkingsprocedure. Dit bestaat voornamelijk uit de richtlijnen voor de
toekenning van numerieke scores en de antwoorden of reacties op de opgaven. Dmv de sleutels
kan men zien welke antwoorden goed en fout zijn of indicatief/contra-indicatief voor een bepaald
verschijnsel. Ook geeft dit aan hoe te scoren.
3. De normtabellen. De testprestatie wordt uitgedrukt in een numerieke testscore,
gewaardeerd en geïnterpreteerd tegen de achtergrond van de prestaties van anderen. De
mogelijkheid tot vergelijking vormt een voorwaarde vor een nadere interpretatie en evaluatie
van de testprestatie of het testgedrag.
4. Bespreking van wetenschappelijke kwaliteiten vd test. Het gaat om gegevens die een
indicatie geven van de betrouwbaarheid van de test (in hoeverre is de testprestatie haalbaar),
testbetekenis (welke psychologische eigenschap meet de test) en voor welke voorspellingen de
test gebruikt kan worden.
2.1.2 Eerste omschrijving
De bedoeling van het testonderzoek is het doen van een uitspraak die een voorspelling, classificatie of
beschrijving m.b.t. het individu behelst. Het gaat vrijwel altijd om een vergelijking met andere mensen. De
aard en de grootte van de vergelijkingsgroep hebben belangrijke gevolgen voor de draagwijdte van de
conclusie over de geteste persoon. Psychologische test: een systematisch onderzoek van gedrag m.b.v.
speciaal geselecteerde vragen of opgaven, met de bedoeling inzicht te krijgen in een psychologisch
kenmerk van de onderzochte in vergelijking met anderen.
2.1.3 Kenmerken van een test
Het gebruik van een test is gerechtvaardigd wanneer een test een juister beeld op levert dan het
wetenschappelijk oordeel, of een verbetering en aanvulling hierop kan betekenen en de kosten of ethische
bezwaren niet onoverkomelijk zijn. 6 kenmerken waarop een goede test in het voordeel is t.o.v. het
voorwetenschappelijk oordeel.
Efficiëntie Een intelligentietest is samengesteld om een schatting te maken van intelligentie.
Men is dan niet afhankelijk van het toevallig beschikbaar zijn van gelegenheden waarin intelligent gedrag
zich voordoet.
Samenvatting Testtheorie 2
, Standaardisatie Dit is 1 van de noodzakelijke voorwaarden voor de vergelijkbaarheid van testprestaties.
Om iets over de testprestatie te kunnen zeggen, moet een vergelijking kunnen worden gemaakt met
prestaties van anderen. Om te vergelijken moet men de betrokkenen in gelijke omstandigheden testen. De
situatie moet dus gestandaardiseerd worden. Bij een goede test wordt de vergelijkbaarheid van prestaties
bereikt door de condities en invloeden die op de testprestatie kunnen inwerken zo veel mogelijk te
standaardiseren: procedures van afname, testmateriaal, instructie vooraf etc. Standaardisatie-eis: norm
waaraan een test meer of minder kan beantwoorden. Bij volledige afwezigheid van standaardisatie is niet
meer sprake van een test.
Normering Men moet voor de vergelijkbaarheid van testprestaties, de afstand tussen
persoon A en B zo goed exact mogelijk inschatten. Vaststellen van grote verschillen is niet zo’n probleem,
het gaat om de kleine verschillen. Daarbij kan er onnauwkeurigheid zijn van de voorwetenschappelijke
schatting. Er is een gevoeliger instrument nodig dat niet uitgaat van de grove maatstaven die in het
lekenoordeel wordt gebruikt. Een genormeerde test is in staat aan deze eisen te voldoen. Er is een
rangorde vastgesteld van zeer goede tot zeer slechte prestaties. Dit is de eenvoudigste vorm van
normeren.
Zie figuur 2.1 blz 44. De Kolmogorov-smirnov-toets is ontwikkeld om vast te stellen of de
normaalverdeling wel redelijk is bij een bepaalde test. Wanneer dit redelijk is, kan er een geschikt
gemiddelde en een geschikte standaarddeviatie bij gevonden worden. De benadering met een
normaalverdeling doet met doorgaans als de steekproef uit een normaal verdeelde populatie komt en men
steekproeffouten wil ‘gladstrijken’. Het kiezen van nieuwe verdelingskenmerken (gemiddelde en
spreiding) doet men om een handige schaal te verkrijgen.
Beschikbaarheid van normen is meestal een noodzakelijke voorwaarde voor het gebruik van een test. In
een enkel geval kan men volstaan met een ongenormeerde test.
Objectiviteit Dit is de onafhankelijkheid van storende invloeden vanuit de persoon van de
waarnemer, beoordelaar of interpretator. Voor testinterpretatie houdt dit in dat men mag aannemen dat
het proces, beoordelingscategorie of classificatie, vrij is van aan de testleider gebonden invloeden. Dit
heeft twee gevolgen:
1. Het moet bij het objectieve testonderzoek voor de onderzochte niet uitmaken wie de beoordelaar
is.
2. Objectiviteit impliceert openheid en reproduceerbaarheid van de test- en evaluatieprocedure.
Maar de privé-introspecties en subjectieve manieren van observeren zijn niet objectief. Dit blijf je
houden in alle gevallen.
Ook suggereert objectiviteit een methode om in praktische situaties de mate van de objectiviteit te
bepalen. Onafhankelijkheid van de beoordelaars betekent dat zij niet overleggen of zelfs maar weet
hebben van elkaars oordelen. De mate van overeenstemming van hun resultaten is de
interbeoordelaarsbetrouwbaarheid. Dit geeft de mate van objectiviteit vd procedure aan.
Rangcorrelatie: wanneer 2 onafhankelijk van elkaar werkende beoordelaars beiden een rangorde
produceren, kan de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid worden uitgedrukt in een rangcorrelatie. Men kan
hiervoor Spearmans rancorrelatie of Kendalls tau gebruiken. Er zijn ook statistische methodes waarmee
de overeenstemming tussen grotere aantallen onafhankelijke beoordelaars gekwantificeerd kan worden.
Kendalls ‘coefficient of concordance’, W, is daar een voorbeeld van. Dit is voor de overeenstemming tussen
grotere aantallen beoordelaars die dezelfde stimuli hebben geordend naar dezelfde eigenschap of
personen naar de mate waarin zij tot samenwerking bereid zijn. Als de beoordelingen niet alleen een
rangorde vormen, maar de afstanden tussen de plaatsen in die rangorde een betekenis hebben, kan de
product-momentcorrelatie de mate van overeenstemming uitdrukken.
Zie boek blz. 47 t/m 49 voor voorbeelden waarbij de mate moet worden bepaald waarin 2 of meer
onafhankelijke beoordelaars tot dezelfde indeling komen (bijv: wanneer wordt iemand ingedeeld in de
categorie ‘dyslectisch’).
Objectiviteit bij observatietests en projectietests kan er een verantwoorde mate van objectiviteit bereikt
worden door de oordeelsvorming zo veel mogelijk te baseren op het direct waarneembare gedrag.
Subjectiviteit neemt toe wanneer men zich meer richt op verklaring en interpretatie dan op beschrijving
van gedrag. Het is de vaag of deze tests wel als volwaardige tests bestempeld kunnen worden.
Betrouwbaarheid Door rangordes met elkaar te vergelijken en bijv. uit te drukken in een
rangcorrelatie, beschikken we over een kwantitatieve maat voor deze betrouwbaarheid.
Intelligentiemeting is onbetrouwbaarder dan lengtemeting: zie blz 51 voor een voorbeeld.
Samenvatting Testtheorie 3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Lisa23. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.