Opdracht COPD – Blok 1
Meneer P., 75 jaar, vraat een huisartsvisite aan. Hij klaagt over kortademigheid en hoesten en heeft
sinds 2 dagen toename van de klachten; hij geeft groen sputum op en heeft koorts (39⁰C). Hij is bij de
huisarts bekend met een reed lang bestaande COPD.
Bij inspectie ziet de huisarts bij de patiënt blauwe lippen en zichtbare kortademigheid; de
ademfrequentie is ± 25/min. Bij auscultatie zijn een verlengde exspiratie en rhonchi te horen.
De huisarts stuurt de patiënt nog die zelfde dag door naar de longarts; deze verricht naast
bovenstaand onderzoek tevens en aanvullend onderzoek, onder andere sputum, X-thorax, ECG en
bloedonderzoek (Astrup) naar bloedgassen.
De vraag is of er sprake is van respiratoire insufficiëntie. Op het formulier wordt daartoe onder meer
aangekruist:
pO₂, pCO₂ (de hoeveelheid zuurstof en koolzuurgassen en PH.
De resultaten van het laboratoriumonderzoek zijn als volgt:
pO₂ = 60mmHg (normaal: 80-100mmHg)
pCO₂ = 66mmHg (normaal: 35-45mmHg)
PH = 7,25 (normaal 7,35-7,45)
Beantwoord onderstaande beweringen met waar of niet waar, motiveer je antwoord.
1. Astma bronchiale behoort tot de COPD.
Niet waar; tot COPD worden gerekend chronische bronchitis en longemfyseem, omdat deze
vaak samen voorkomen. Het is overigens wel zo dat zowel COPD als astma chronische
luchtwegaandoeningen zijn waarbij obstructie van de kleine luchtwegen optreedt. Astma
heeft echter een ander ontstaansmechanisme.
2. Bovenstaande patiënt heeft een normale ademfrequentie
Niet waar; een normale ademfrequentie is 12-20/min, ± 25/min is dus te hoog.
3. Verlengede exspiratie wil zeggen een langere duur van de inademing
Niet waar; verlengde exspiratie, betekent een uitademing die langer duurt
4. Verlengde exspiratie ontstaat door vernauwing van de kleien luchtwegen en
elasticiteitsverlies van de longblaasjes.
Waar; vernauwing van de kleine luchtwegen (bronchi en Bronchioli) door ontsteking en
elasticiteitsverlies van de longblaasjes leidt ertoe dat de ingeademde lucht niet goed kon
worden uitgeademd. Hierdoor hoor je een verlengde uitademing.
5. Bij bovenstaande patiënt is sprake van een respiratoire insufficiëntie.
Waar; het ademhalingsstel is niet langer in staat zuurstof- en koolzuurgasconcentratie van
het bloed binnen normale grenzen te handhaven: er ontstaat hypoxie (zuurstofgebrek in de
weefsels) en hypercapnie (ophoping van koolzuurgas) met als gevolg een daling van de pH
(acidose)
6. In geval van langer bestaande COPD kunnen er afwijkingen op het ECG die duiden op
hypertrofie van de rechter kamer van het hart.
Waar; het ECG is een weergave van elektrische activiteit van het hart. Door lang bestaande
COPD kunnen uiteindelijk veel longblaasjes en bloedvaten verloren gaan. Verlies van
longvaten betekent dat de rechter kant van het hart het bloed in een kleiner bloedvatstelsel
moet pompen, waardoor de bloeddruk in de kleine bloedsomloop (longslagaders) hoger
wordt. dit heet pulmonale hypertensie. Die hoge bloeddruk vereist van de rechter kamer een
grotere pompkracht en daardoor zal er hypertrofie (verdikking) van de hartspier kunnen
optreden. Dit is te zien op een ECG.
,7. Koorts en groen sputum duiden op een bacteriële luchtweginfectie.
Waar; een bacteriële longinfectie veroorzaakt een ontstekingsreactie doordat er weefsel
beschadigd raakt. De ontstekingsreactie heeft extra slijmproductie tot gevolg en bij een
infectie zullen witte bloedcellen (leukocyten) proberen bacteriën in het beschadigde weefsel
op te ruimen. De ontstane afvalproducten veroorzaken groen sputum (slijm). bepaalde
stoffen uit bacteriën en ontstoken weefsel prikkelen het temperatuurcentrum in de
hypothalamus, waardoor de lichaamstemperatuur stijgt.
8. Op de X-thorax van deze patiënt is waarschijnlijk duidelijk te zien dat de longen minder
lucht bevatten.
Niet waar; een X-thorax zal juist een verhoogde luchthoudenheid van de longen laten zien; er
blijft door de verminderde elasticiteit en beschadiging van de longblaasjes meer lucht in de
longen achter.
9. Kenmerkend aan COPD is, dat er tussen de aanvallen door weinig klachten zijn.
Niet waar; kenmerkend aan COPD is dat de klachten langdurig zijn en ook in de tijd steeds
erger worden. Vaak treden er tussentijds perioden op van verergering (exacerbatie), vooral
bij optreden van luchtweginfecties.
10. Waarschijnlijk lijdt de patiënt aan een status astmaticus.
Niet waar; status astmatische kan optreden als complicatie bij astma bronchiale: dit is een
zeer sterke astmatische aanval, waarbij de kleine luchtwegen zo sterk zijn vernauwd dat het
lichaam onvoldoende van zuurstof kan worden voorzien en er onvoldoende koolzuurgas kan
worden uitgeademd (respiratoire insufficiëntie).
11. Acuut behandelen met toediening van een hoge concentratie zuurstoof levert bij deze
patiënt weinig risico’s op.
Niet waar; behandeling met een hoge dosis zuurstof kan bij een COPD patiënt tot gevolgen
hebben dat de ademprikkel wegvalt en de ademhaling geremd wordt.
12. Behandeling met leukotriënen-antagonisten verdient in bovenstaande situatie de
voorkeur.
Niet waar; leukotriënen zijn stoffen die bij een ontstekingsreactie vrijkomen: leukotriënen-
antagonisten temmen de aanmaken leukotriënen en worden vooral bij de behandeling van
astma toegepast.
13. Blauwe verkleuring van de lippen zoals bij deze patiënt wordt cyanose genoemd.
Waar; cyanose is blauwe verkleuring van de huid en slijmvliezen. Dit ontstaat als de
hoeveelheid hemoglobine zonder zuurstof in het bloed is toegenomen. Dit heeft een
blauwpaars kleur. Hemoglobine waarin zuurstof is gekoppeld is helderrood. Blauwpaarse
lippen duiden bij deze patiënt waarschijnlijk op zuurstofgebrek.
14. Een allergie is de belangrijkste oorzaak voor het ontstaan van COPD.
Niet waar; in het ontstaan van COPD speelt vaak langdurige prikkeling van de luchtwegen
een rol, meestal door sigarettenrook. Een chronische ontsteking en obstructie van de kleine
luchtwegen is daarvan het gevolg; overgevoeligheid voor bepaalde stoffen kan de situatie
overigens verergeren.
15. Bij deze patiënt is er sprake van een acidose.
Waar: de pH is 7,25; dat is te laag, dus het vloed van de patiënt is te zuur. Dit wordt acidose
genoemd.
, Opdracht ziekte van Crohn en colitis ulcerosa – Blok 1
De ziekte van Crohn en colitis ulcerosa zijn afwijkingen waarbij chronische darmontstekingen
ontstaan.
Beantwoord de onderstaande vragen met behulp van het leerboek Klinische pathologie (4e druk)
en de kennisclips genoemd in het voorbereidingsadvies bij de werkgroep geneeskunde blok 1
1. Noem de overeenkomsten en verschillen tussen de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa.
Overeenkomsten:
Beide ziekten zijn inflammatoire darmziekten (IBD) = chronische darmontstekingen, waarbij
darmkrampen, diarree en gewichtsverlies gebruikelijke symptomen zijn. Vermoedelijk gaat
het om afweerreacties op micro-organismen. Het is echter onbekend welke combinatie van
genen en darmflora deze ziekten veroorzaakt. Vooral in de Westerse wereld (Europa en
Noord-Amerika).
Verschillen:
In 85% kan onderscheid worden gemaakt op basis van verschillen in darmveranderingen
(endoscopie en biopt) en op grond van klinische beeld. Ook kan bloedonderzoek naar
bepaalde antilichamen bijdragen aan het onderscheid tussen deze ziekten.
→Colitis ulcerosa: 45.000-50.000 mensen in Nederland lijden aan deze ziekte. Iets vaker bij
mannen dan bij vrouwen. De ontsteking zit in ieder geval in het rectum, maar kan zich over
het gehele colon uitbreiden, daardoor voornaamste klacht: diarree + bloed en
slijmbijmenging. Frequente aandrang, laag gelokaliseerde krampende buikpijn, m.n. vlak
voor de defecatie; tenesmi (krampen in de anus) + loze aandrang treden vaak op.
Ontstekingen van de wand van het colon begint meestal distaal (rectum of sigmoïd) en breidt
zich uit naar proximaal en kan de volle lengte van het colon aantasten.
In tegenstelling tot de ziekte van Crohn zijn bij colitis ulcerosa niet alle lagen van de
darmwand aangetast;
Soms ook klachten buiten darm: gewrichten, huid.
Roken beschermt enigszins tegen colitis ulcerosa.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ekmmarks. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.