Goederenrecht
Week 1
Inhoud week 1,2,3
Vermogen – schulden en goederen
Goederen – vermogensrechten – zaken – roerend en onroerend
Alle goederenrechtelijke rechten zijn absolute rechten, zijn in te roepen tegenover iedereen
Absoluut Exclusief goederenrechtelijk recht, ik mag zelf bepalen wat ik met een goed doe.
Zaaksgevolg – droit de suite, het recht blijft rusten op de zaak
(erfdienstbaarheid, droit de suite is gebonden aan de zaak waar het op blijft rusten)
Droit de priorité – prioriteit stellen van rechten, het oudste recht staat sterker in recht dus oud gaat
voor nieuw.
Droit de préference – (bijv privé lening verbintenisrecht) goederenrecht gaat voor verbintenisrecht
Soorten goederenrechtelijke rechten
Absolute rechten – volledig recht en beperkt recht
Volledig recht – eigendom en rechthebbende vermogensrecht art. 5:1 BW
Beperkte rechten – boek 3 en 5
De beperkte rechte in boek 3 kunnen op alles gevestigd worden
In boek 5 kunnen de beperkte rechten alleen op zaken gevestigd worden
ps. vergeet appartementsrecht
week 2
eigendomsrecht art. 5:1 BW
meest omvattend recht, een volledig recht, je mag alles beslissen wat er mee wordt gedaan.
Rechten – gebruiken en verbruiken, vervreemden of bezwaren, revindicatie
Bezwaren = een recht op je eigendom bezwaren
Revindicatie, art. 5:2 BW je eigendom terughalen
Beperkingen
Misbruik van recht, art. 3:13 BW
ander te schaden, gebruiken voor ander doel waarvoor het verleend is, belangen ander onevenredig
geschaad, resultaat schadevergoeding art. 6:162 BW
(bergendalse watertoren arrest, bouwt expres een watertoren in het zicht van de buurman, ook was
de watertoren niet aangesloten op de waterleiding en heeft dus geen functioneel doel. Is bij de hoge
raad geweest en nog steeds bewezen dat het doel is om een ander te schaden)
, hinder,
art. 6:162 BW
de ernst, aard en duur van de hinder en overige omstandigheden
vogelplaag arrest, hindervergunning betekent niet dat je nooit meer onrechtmatige kon handel
verrichten. Hinderlijke uitbouw van de buren staat meer aan de kant van de persoon die de hinder
veroorzaakt.
Hoe krijg je eigendomsrecht ?
Art. 3:80 BW
Algemene titel, erfgenaam, boedelmening, fusie , splitsing
Bijzondere titel ?
Orginaire eigendomsverkrijging – geen rechtsvoorganger
Verjaring> art. 3:99 BW
-Onafgebroken bezit hebben
-ten goede trouw zijn
-3 of 10 jaar ligt aan het goed
Art. 3:306
na 20 jaar eigenaar
bezit
geen goede trouw
20 jaar
Accupatio inbezitneming
Res nullius – inbezitnemen – eigendom
Een zaak die van niemand is neem je in bezit en wordt je eigenaar van.
Vinderschap
art. 5:5 tpt 5:12 onbeheerde zaak – onder je nemen, met bekwame spoed, mededelingsplicht
na 1 jaar wordt het eigendom van mij.
een beloningsloon art 5:10 BW
Schatvinding
art. 5:13 BW
Een zaak van waarde, zolang verborgen geweest, vinder 50% eigenaar en eigenaar van de grond 50%
Natrekking
Art: 3:4 BW
verkeersopvatting, zodanig met een andere zaak verbonden
lid 1 als het bij de hoofdzaak hoort, of lid 2 of als het zonder schaden verwijderd kan worden
Art. 5:3 BW, art. 5:14 BW
verkeersopvatting, hoogste waarde
Onroerende zaak ? art. 5:20 BW