Week 1: Elleboog, hand en pols
Onderzoek
Casuïstiek:
Versie 1: Vrouw, tennisser (top-)amateurs, 15 jaar, sinds zes weken klachten aan laterale zijde
van de elleboog. Begonnen met lichte pijn na het trainen die ook weer wegtrok. Nu is de pijn
continu aanwezig met uitstraling naar de bovenarm en in de onderarm. Trainen is niet meer
mogelijk zonder pijn. Bij extensie van de middelvinger tegen weerstand is er pijn (VAS 8/10).
Dorsaalflexie van de pols tegen weerstand is pijnlijk rond de laterale epicondylus (VAS 8/10).
Versie 2: Zelfde patiënte, incidenteel gevoel van slotklachten van de elleboog na val op de
arm tijdens training 6 week geleden.
Versie 3: Patiënt (man, 35 jaar), toptennisser geweest, nu trainer, heeft polsklachten met
pijnlijke crepitaties tijdens serveren. Hij geeft aan dat ‘de jaren beginnen te tellen’ en is
benieuwd wat jij voor hem kan doen.
Inspectie:
- Standsafwijkingen
- Contouren (hollingen of verdikkingen; prominentie processus styloideus, snuif box)
- Standsafwijking
- Rekbaarheid huid (zwelling)
- Atrofie/ hypertrofie
- Autonome verschijnselen (nagels, zweten, doorbloeding, kleur)
Normale stand van de elleboog is 5-15 graden valgus
Normale stand van de pols is lichte ulnaire deviatie
Palpatie:
- Gewrichtsspleet radiocarpale gewricht, radio-ulnaire gewricht, carpalia
- Laterale en mediale epicondyle
- Spiertonus flexoren, extensoren
- Stabiliteit polsgewricht (schuifbewegingen)
Bewegingsonderzoek:
- Uitvoeren in zit op de bank voor meer bewegingsmogelijkheid
- Letten op pijn, ROM en eindgevoel
- Valgus/ varus, pronatie en supinatie
Beweging Uitslag Eindgevoel
Flexie 140-150 graden Weefsel limitatie
Extensie 0-10 graden (hyperextensie) Hard eindgevoel
Pronatie 80-90 graden Weefsel rek
Supinatie 90 graden Weefsel rek
,Specifieke testen:
Test van Cozen: Laat de hand van de patient rusten op de behandeltafel en palpeer het
laterale epicondyle. Laat de patient een vuist maken en geef weerstand tegen de extensie in.
Een positieve test duidt op plotselinge pijn rond het laterale epicondyle.
Test van Maudsley: Laat de hand van de patient rusten op de behandeltafel en palpeer het
laterale epicondyle. Zorg ervoor dat de pols van de patient in pronatie is en geef weerstand
op de phalanges distales van digitus 3. Een positieve test duidt op plotselinge pijn rond het
laterale epicondyle.
Test van Mills: Laat de patient staan en fixeer de humurus terwijl je het laterale epicondyle
palpeert. Maak een flexie van de elleboog, pronatie, flexie van de pols en strek de elleboog.
Een positieve test duidt op plotselinge pijn rond het laterale epicondyle.
Mediale epicondylitis test: Laat de patient staan en fixeer de humurus terwijl je het mediale
epicondyle palpeert. Maak een flexie van de elleboog, supinatie, extensie van de pols en
elleboog. De test is positief als de patient plotselinge pijn ervaart bij het mediale epicondyle.
Test van phalen: De patient houdt de dorsale zijde van beide handen 1 minuut lang tegen
elkaar aan. De test is positief als de patient tintelingen/ doofheid ervaart in het huidgebied
van de nervus medianus. (Sensitiviteit 85% en specificiteit 95%)
Varus/ valgus stress test: Voer de test uit in 20 graden flexie. Er zal weinig beweging mogelijk
zijn in het ellebooggewricht. De fysiotherapeut houdt zijn of haar hand onder de elleboog,
met de andere hand beweegt de fysio zijn haar elleboog heen en weer.
Differentiaal diagnostiek:
Instabiliteit elleboog: Bij een instabiele elleboog is er sprake van te veel bewegingsruimte in
het gewricht. Oorzaken zijn: overbelasting of een trauma. Er zijn verschillende types
instabiliteit: PLRI (posterolaterale rotatoire instabiliteit), valgus instabiliteit en varus
instabiliteit. PLRI is de meest voorkomende vorm van acute elleboog instabiliteit. Vaak gaat
er een trauma aan vooraf; bvb een val op een gestrekte arm. Valgus instabiliteit ontstaat
meestal als gevolg van een chronische overbelasting, bijvoorbeeld bij bovenhandse werpers.
Varus instabiliteit gaat vaak gepaard met een coronoideus fractuur. Symptomen zijn: pijn,
klikkend geluid, verhoogde mobiliteit, instabiliteit (gevoel van uit te kom schieten) en
slotklachten
Tenniselleboog: Overbelasting blessure van de extensoren van de elleboog veroorzaakt door
herhaalde microtrauma’s. Dit lijdt tot degeneratie van de peesstructuur. Degeneratie
ontstaat als de pees niet meer in staat is om te herstellen na een microtrauma. Om de
diagnose te stellen is het belangrijk dat andere opties ook worden uitgesloten zoals een
cervicale neuropathie, stugge carpalia of nervus ulnaris letsel. Symptomen zijn: (uitstralende)
pijn rond het laterale epicondyle, drukpijn, krachtverlies extensoren, pijnprovocatie bij
aanspannen extensoren van de vingers/ pols/ elleboog, hoge tonus van de extensoren.
, Golferselleboog: Overbelasting blessure van de flexoren van de elleboog veroorzaakt door
herhaalde microtrauma’s. Dit lijdt tot degeneratie van de peesstructuur. Degeneratie
ontstaat als de pees niet meer in staat is om te herstellen na een microtrauma. De oorzaak is
vaak overbelasting door repeterende bewegingen (wringen, klimmers). Symptomen zijn:
zeurende/ stekende (druk)pijn rond het mediale epicondyle, pijn bij het maken van een vuist
of tillen, uitstralende pijn naar de onderarm
Mediale apofysitis: Er is sprake van overbelasting van de van de groeischijf van het mediale
epicondyle. Tijdens het werpen kan er bij jonge sporters extreme valgus stress op de
elleboog komen te staan. Symptomen zijn: Zeurende pijn die langzamer erger wordt bij het
gooien van een bal aan de binnenkant van de elleboog, gevoeligheid en zwelling aan de
binnenkant van de elleboog, onvermogen om een bal met goede snelheid te werpen, verlies
van grijpkracht, spierkrampen, verlies mobiliteit en ongemak bij dagelijkse dingen (deurklink
draaien, tillen).
Ziekte van Panner: Een onschuldige aandoening waarbij er sprake is van osteochondrose van
het capitellum. Osteochondrose is een aandoening waarbij groeistoornissen van het bot en
kraakbeen plaatsvinden, velen denken dat het probleem primaire met de bloedvoorziening
samenhangt. De aandoening komt veel voor bij jonge sporters tussen de 5 en 10 jaar (vaker
jongens). Symptomen zijn: wisselende pijn en stijfheid in de elleboog gedurende enkele
maanden, symptomen worden erger bij inspanning en nemen af tijdens rust.
Osteochondritis dissecans: Een zeldzame aandoening waarbij een stuk kraakbeen samen met
het eronder gelegen bot loslaat van het gewrichtsoppervlak. Het komt voor bij kinderen
tussen de 9 en 15 jaar). De aandoening treft in 6% van alle OD-haarden de elleboog. Het
herstel duurt vaak ¾ tot 1 jaar. Symptomen zijn: pijn tijdens het belasten van het gewricht,
zwelling, slotklachten, instabiel gevoel en een bewegingsbeperking.
Ziekte van Quervain: Iedere pees is omgeven door een slijm houdende buis die het mogelijk
maakt dat bewegingen zonder wrijving verlopen en beschadiging voorkomt. Een peesschede
ontsteking is een ontstekingsreactie van de zogenaamde peesschede. De meest
voorkomende oorzaak is overbelasting door herhaaldelijk uitvoeren van een beweging.
Symptomen zijn: pijn bij het buigen en strekken van de duim, pijn rondom de snuifdoos,
zwelling, roodheid, functieverlies en warmte.
TFCC-letsel: Degeneratie of schade aan de TFCC. De TFCC verbindt de ulna met de radius en
het triquetrum. Het geheel bestaat uit een kraakbeenachtige discus die samen met
verschillende banden de open ruimte in de pols opvult. De functie van het TFCC is het
stabiliseren van het Radioulnare gewricht en het opvangen van krachten op de pols
(stootkussen). Oorzaken zijn: overbelasting, fracturen, val op gestrekte hand of een hevige
verdraaiing. Symptomen zijn: pijn aan de ulnaire zijde van de pols, belasting op het gewricht
en draaibewegingen zijn pijnlijk, instabiliteit en krachtverlies.
Zenuw entrapment: Bij zenuwbeknelling is er een verstoorde Impulsgeleiding van de zenuw.
De nervus Medianus kan op 2 plekken bekneld raken: in de carpale tunnel of door de M.
pronator teres. Beide entrapment neuropathieën geven sensorische en/of motorische