Week 1 Inleiding algemeen
Het materiele belastingrecht: De inhoudelijke regels die het bestaan en de omvang van de
belasting bepalen. Het vloeit rechtsreeks voort uit de wet, maar kan nog niet worden
afgedwongen.
Het formele belastingrecht: De regels voor de formalisering en de betaling van de
belastingschuld. Het gaat over de vraag HOE de belastingschuld geformaliseerd en betaald
moet worden.
- Waarom formeel?
1. Zonder formeel heeft de fiscus niets aan het materiele.
2. Er is geen rechtszekerheid voor de burger.
- Wat is formalisering/Heffing? De vaststelling van de materiele belastingschuld door
middel van het opleggen van een belastingaanslag. Hierdoor wordt de schuld rechtens
afdwingbaar en kan deze worden geïncasseerd. Verder kan de belastingplichtige door de
formalisering in rechte tegen opkomen.
Heffing: het vaststellen van de belastingschuld door het opleggen van een
belastingaanslag AWR.
Invordering: het doen betalen van het bedrag van die belastingaanslag
Invorderingswet.
Art. 5 AWR: Inspecteur legt de belastingaanslag vast.
Art. 3 AWR: Bevoegdheid van een inspecteur is niet gebaseerd op geografische indeling.
Art. 11 AWR: vaststelling definitieve aanslag.
Art. 13 AWR: voorlopige aanslag.
Formeel te hoog? Toch betalen, bezwaar en beroep, vermindering.
Formeel te laag? Materiele belastingschuld blijft bestaan, navordering art. 16 AWR,
naheffing art. 20 AWR, natuurlijke verbintenis.
Art. 4 AWR: Fiscale woonplaats. Waar iemand woont en waar een lichaam gevestigd is,
wordt naar de omstandigheden beoordeeld. Geen doorslaggevende omstandigheden en er is
geen rangorde!
Naar de omstandigheden:
Natuurlijke personen: Duurzame band van persoonlijke aard, zoals feitelijk
verblijf, financiële zaken, werk en gezin.
Rechtspersonen: Plaats van feitelijke leiding.
Art. 19 AWR: Voldoening of afdracht op aangifte.
- Art. 20 AWR: Naheffing
Art. 8 lid 1 AWR: Uitnodiging. Geen uitnodiging = geen verplichting = geen ‘’vereiste
aangifte’’ = geen sancties.
- Spontane aangifte = Met ingang van 2020 toch sancties mogelijk bij spontane aangiftes.
- Art. 6:3 AWR jo. art. 2 en 3 UR AWR: wel verplicht te verzoeken om uitnodiging, mits
waarschijnlijk belastingschuld ontstaan.
- Eenmaal uitgenodigd, moet je altijd aangifte doen, ook als er geen belastingschuld
bestaat.
Art. 4a UR AWR jo. art. 6 lid 1 AWR jo. 20 UR AWR: Vorm van aangifte.
- Art. 3a lid 1 AWR: Hoofdregel = alles digitaal, echter lid 3 = kan ook op papier.
Niet de vereiste aangifte Omkering van de bewijslast, art. 25 lid 3 jo. art. 27 e AWR.
1. Wel uitgenodigd, maar toch geen aangifte gedaan
Bij aanslagbelasting: eerst aanmaning, art. 9 lid 3 AWR. Aanmaning ook vereist bij
voor art. 67d-boete.
, 2. Wel gedaan, maar formeel onjuist Art. 8 AWR (Vorm) en art. 9/10 AWR (tijdig)
3. Wel gedaan, maar inhoudelijk onjuist:
De belastingschuld of de aangifte is t.o.v. de materiele belastingschuld, zowel
absoluut als relatief te laag EN geobjectiveerde bewustheid.
Ook bij spontane aangiftes, maar geldt alleen voor AANSLAGbelastingen, art. 9 lid 4
AWR.
Art. 9 lid 1 en art. 10 lid 2 AWR: aangiftetermijnen.
Week 2A Informatieverplichtingen
Art. 47 AWR: Informatieverplichting van de belastingplichtige. Ieder, op verzoek van de
inspecteur, van belang kunnen zijn, voor de belastingheffing te zijnen aanzien (Van belang
kunnen zijn/ fiscaal relevant kunnen zijn).
Lid 1 a: Inlichtingenplicht = actieve informatieplicht. Jij moet antwoord geven op de
vragen en gegevens/inlichtingen verstrekken.
Lid 1 b: Inzageplicht = Passieve informatieplicht. De inspecteur mag langskomen. Jij
moet boeken en andere gegevensdragers beschikbaar stellen.
Art. 49 lid 1 AWR: Wijze van voldoen aan de inlichtingenplicht. Duidelijk, stellig en zonder
voorbehoud.
Art. 49 lid 2 AWR: Toelaten dat kopieën of uittreksels worden gemaakt.
Art. 10a AWR: Spontane informatieverplichting, bijv. art. 15 UBOB.
Art. 53 lid 1 AWR: Informatieverplichting t.a.v. derden. Geldt alleen voor
administratieplichtigen, art. 52 AWR.
Art. 53 lid 2 AWR: Renseignering = Verzoek niet nodig (eigener beweging) voor bepaalde
aangewezen administratieplichtigen zoals een bank. Er zijn twee groepen:
inhoudingsplichtigen en collectieve beheersorganisaties.
Art. 52 AWR: De administratieplicht
Lid 2: Geldt alleen voor administratieplichtigen.
Lid 1 en 3: fiscaal relevante gegevens
Lid 1 en 6: inrichting administratie/wijze van bewaren.
Wat behoort tot de administratie? Afhankelijk van de aard en de omvang van de
onderneming = naar de eisen van het bedrijf.
1. Administratieplicht = Wat er moet zijn (geweest)
2. Bewaarplicht = Wat er nog steeds moet zijn
3. Inzageplicht = Wat je moet geven
Voor particulieren is er geen bewaarplicht, want geen administratieplicht. Maar als je hebt
bewaard, moet je het desgevraagd wel geven.
Beperkingen van de informatieplicht:
1. Algemene beginselen van procesrecht: Gelijkheid van procespartijen tijdens de
beroepsfase voor de onafhankelijke rechter. Art. 47 AWR is niet toegestaan, maar art. 53
AWR is wel toegestaan want dit gaat niet over die eigen informatie over de zaak.
2. Verschoningsrecht, art. 53a AWR: Nooit met betrekking tot de eigen belastingplicht.
Geldt voor advocaten, notarissen etc.
Let op! Informatie die de advocaat niet mag geven vanwege zijn verschoningsrecht hoeft
de client ook niet af te geven vanwege zijn afgeleide verschoningsrecht, want anders kon
de inspecteur gewoon naar de client toegaan om de informatie alsnog te ontvangen.
, Accountants/belastingadviseurs kunnen wel beroepen op een informeel
verschoningsrecht zoals genoemd in het Fair-play arrest.
Arrest Fair-play: Inzage wel mogelijk in verslagen van management- en
commissarissenvergaderingen, maar geen inzage in due diligencerrapporten. Alles wat
beoogt te adviseren over fiscaal advies hoeft geen inzage in te worden gegeven.
Art. 67 AWR: Geheimhoudingsplicht. Een ieder die betrokken is bij uitvoering van de
belastingwet, MAAR niet adviseurs.
Omkering bewijslast: Twee gronden, art. 25 lid 3 jo. 27 lid 1 e AWR
1. Niet doen van de vereiste aangifte
2. Onherroepelijk geworden informatiebeschikking (en dus schending art. 47 AWR)
Art. 52a: Informatiebeschikking. Geldt alleen om je eigen verplichtingen en dus
kun je niet krijgen bij derdenonderzoek.
Sancties niet-nakomen informatieverplichtingen:
- Omkering van de bewijslast, maar niet bij schending art. 53 AWR.
- Strafrechtelijke vervolging, art. 68 AWR, bij opzet 69 AWR.
- Civiele procedure met dwangsom of gijzeling.
Week 2A Aangifte- en aanslagbelastingen
- Vormvereisten: Naam van de belastingschuldige (tenaamstelling), bedrag van de aanslag,
betalingstermijnen en de betalingswijze.
Tenaamstelling onjuist? De formele belastingschuld WEL betalen en daarna
bezwaar en beroep tegen de aanslag. Fouten die de kenbaarheid niet raken,
leiden niet tot nietigheid of vernietigbaarheid. Wel kunnen zulke fouten de
bekendmaking raken:
1. Aanslagtermijn wellicht overschreden
2. Bezwaartermijn begint misschien later te lopen
3. Overschrijding bezwaartermijn is wellicht verschoonbaar.
- De dagtekening is van belang voor:
Einde aanslagtermijn: Art. 11 lid 3 AWR: Bevoegdheid tot vaststellen van een
aanslag vervalt na drie jaar. Art. 11 lid 4 AWR: Na afloop van het tijdvak
waarover de belasting wordt geheven.
Art 11 lid 3 AWR: Verleend uitstel = rechtsgevolg van uitstel is dat het termijn
waarop de inspecteur de aanslag kan opleggen ook wordt verlengd met de duur
van dit uitstel. De aanslagtermijn wordt ook verlengd met uitstel dat is verleend
nadat de aangifte al binnen was (zinloos uitstel).
Art. 52a lid 2 AWR: periode die met de procedure van een informatiebeschikking
te maken heeft verlengt de aanslagtermijn.
Art. 9 lid 4 AWR: Spontane aangifte = binnen 6 maand voor einde
aanslagtermijn, dan wordt de termijn met 6 maanden verlengd.
Aanvang betalingstermijn
Aanvang bezwaartermijn: 6 weken na de dagtekening.
Tijdvakbelastingen vs. Tijdstipbelastingen:
- Beginpunt bij tijdstipbelastingen is het tijdstip, art. 11 lid 3 AWR.