Kennistoets 1 Stage Ouderen 65+
Klinisch redeneren
3.1. Proactiv Nursing 1
Doelen
1. Aan de hand van de methodiek van Bakker inzichtelijk maken welke klinische problematek er
speelt bij de zorgvrager.
2. Op basis van de klinische problematek beredeneren welke zorg er nodig is.
3. Bij een zorgvrager het klinisch verloop op korte en lange termijn inschaten.
4. Evalueren en refecteren op de gebeurtenissen in het zorgtraject.
5. Bij de verschillende stappen van het redeneerproces bepalen welke redeneerhulpen ingezet
moeten worden bij een zorgvrager.
6. Bepalen welke factoren en vaardigheden een rol spelen bij het nemen van besluiten.
Klinisch redeneren: gebruiken van kennis in de praktjk link tussen kennis en vaardigheden en
handelen of professioneel gedrag in praktjk
Contnue kritsch na- en meedenken over situate patiënt + kleineggrote beslissingen
voortvloeiende daaruit genomen moeten worden m.b.t. bestaande en de te verwachten
problematek en zorg
Kennis organiseert zodanig dat je (een combinate van) signalen of symptomen veel sneller
kunt verbinden aan een patiëntprobleem
Klinische intuïte: na 5g6 jaar ervaring, niet-pluisgevoel
Bevordert analytsch, associatef, probleemoplossend, abstraherend denken en klinisch
meedenken
Leercirkel van David Kolb: momenten bewustwording over ervaring belangrijk
o Concrete ervaringen opdoen observeren en refecteren vormen en formuleren
van abstracte begrippen experimenteren en actef toetsen
3 O’s: observeren, ordenen, oordelen
o Observeren: mogelijke feiten die je waarneemt
o Ordenen: gedachten ordenen aan de hand van observates
o Oordelen: diagnostceren, constateren of vaststellen
Rood: stop, signaleren van acuut probleem acte ondernemen
Oranje: waarschuwing, signaleert verhoogd risico of bedreigde functe
Groen: veilig, geen probleemgdisfuncte
o Overdenken: drukt heen-en-weer denken uit geef aan dat redeneren cyclisch
denkproces is juistheid feitengveranderingen
o Maakt het bewust (klinisch) denken en beroepsmatg nemen van beslissingen,
inzichtelijk, controleerbaar en bespreekbaar voor studenten en opleiders
o Zes-stappen-methodiek: redeneren op gestructureerde manier laten verlopen
Essentie stap Redeneerhulp
1. Oriëntatie op situatiee/linische beeld -SBAR-methode (communicate en
Beoordeel situatie op grond van /linisch informatevergaring)
beeldevoorgeschiedenis en geef je aanbeveling -EWS-score (duiding urgente)
-SIRS-criteria (beoordeling evt. sepsis)
2. Klinische probleemstellingen -Zorgthema’s ProActve ursing-model
, Beredeneer problematie/ en prioriteiten
3. Aanvullend /linisch onderzoe/
Beredeneer wel/e informatie nodig is
4. Klinisch beleid
Beredeneer hoe problematie/ efectief
aangepa/t /an worden
5. Klinisch verloop -Zorgthema’s ProActve ursing-model, vooral
Beschrijf verloop voor /orte en lange termijn Zorgthema Actviteiten en Partcipate
6. Nabeschouwing -VMS-thema’s patiëntveiligheid
Beschouw de zorg en jouw aandeel daarin en -Kwaliteit van beroepsuitoefening
wat je geleerd hebt -Principlistsch model ethiek
Zes-stappen-methodie/
1. Oriiëntate op situate: actuele gezondheidssituate in kaart brengen klinisch beeld: zo
nauwkeurig mogelijke beschrijving hoe ziektegaandoening zich op dat moment openbaart
ondersteunt door concrete observates en metngen (klinische blik) referentepunt andere
stappen zien dat er iets aan de hand is
SBAR-methode: zelf benodigde informate verzamelen en informate kort, bondig en
concreet weergeven richtng aan verzamelen, ordenen en interpreteren
informate en volgorde communicate informatevergaring en communicate
o S: mentale en fysieke gezondheidstoestand
o B: bestaande of eerder doorgemaakt ziekten, allergieiën, behandeling,
zwangerschap, huidige behandeling c.q. medicatebeleid, evt.
behandelingsbeperking
o A: meetgegevens, observates, bloedwaarden; mogelijke oorzaken
(werkdiagnose); urgente van situate
o R: jouw aanbevelingen ten aanzien van consultate, aanvullend onderzoek,
aanpassingen klinisch beleid en eventuele plaatsing patiënt
EWS-score
SIRS-criteria
2. Klinische problematek inzichtelijk: zien wat er mis is, goede biomedische kennis nodig
duidelijk maken wat gevolgen van ziekte of aandoening voor functoneren van patiënt zijn
Zorgthema’s: vertegenwoordigen fysieke, mentale of levensfuncte van mens
mentaal functoneren, stem en spraak, ademhaling, circulate geïnspireerd op ICF-
classifcate van WHO
Inventarisate betrokken zorgthema’s + duidelijke prioriteiten stellen
Volgorde betrokken zorgthema’s bepalen: principe oorzaak en gevolg of ABCDE-
methodiek bij acute zorg
Volgorde door primaire problematek en hoe deze als domino-efecten gevolgen
bepalen meer zicht op onderlinge verbanden, bij ABCDE ‘treat frst that kills frst’
Analytsche vaardigheden en groot probleeminzicht nodig oefening en ervaring
zicht krijgen op onderlinge verbanden verschil functonele compensate en
werkelijke stoornissen duidelijker
Redeneervaardigheden: beredeneren welke zorgthema’s betrokken zijn; wat
bestaande of te verwachten problematek is; wat de prioriteiten zijn richten op
, onderlinge verbanden tussen verstoorde zorgthema’s, over punten goed
communiceren en samenwerken met disciplines
Stoplichtensysteem
o Rood: actueel probleem c.q. actepunt
o Oranje: verhoogd risico, bedreiging
o Groen: geen probleem
Levert toestandsdiagnose op geef inzicht in actuele functoneren en verwachte
problematek
3. Aanvullend onderzoek: nodig om oorzaakggevolgen van ziektegaandoening te tonen
Als verpleegkundige strekking van vraagstelling aangeven en verduidelijken
meedenken over onderzoeken die gedaan moeten worden voor ontbrekende
informate
Gericht op bevestgen van diagnose, uitsluiten van diferentaal diagnosen en
(dis)functoneren van organen en orgaansystemen
Aanvullend klinisch onderzoek
o Anamnese: interview verkregen informate over ontstaan klachten en
symptomen ALTIS-methode
A: aard van klacht, L: locate, T: tjd, I: intensiteit, S: samenhang
o Lichamelijk onderzoek: algemenegspecifeke onderzoek naar werking
orgaansystemen en symptomen ziekte
o Laboratoriumonderzoek: microbiologisch, serologisch, anatomisch,
pathologisch etc.
o Beeldvormend onderzoek: beeld inwendige anatomie lichaam of organen
echo, röntgenologisch, MRI-scintgrafe, CT-scan etc.
o Fysiologisch functeonderzoek: onderzoeken waarbij fysische parameters
worden gebruikt biopsie, puncte, scopie, drukmetng, ECG, EEG, EMG,
longfunctetest etc.
Redeneervaardigheden: welke vormen van aanvullend onderzoek van belang isgzijn
en wat er uitgezocht moet worden; wat verwachte uitkomsten zijn en wanneer
uitkomsten urgentgernstg zijn
Verpleegkundigen: sleutelrol in observate en bewaken van vitale en andere
fysiologische functes, actef meedenken in opstellen diferentiële diagnose, patiënt
begeleiden tjdens onderzoeken, voorlichtng geven
Hoe veronderstelde ziektegaandoeninggstoornissen bevestgd kunnen worden
4. Klinische beleid: beredeneerd welke zorg nodig is
Zorg: geheel aan interventes om gezondheid van zorgvrager in stand te houden of in
goede condite of zo goed mogelijk te doen zijn of te maken interventes
somatsche, psychosociaal en zelfzorgfunctes
Redeneervaardigheden: proactef meedenken, beredeneren: welke interventes en
protocollen nodig zijn; wie er geconsulteerd moet worden; hoe patiënt begeleid
moet worden; hoe zelfzorgfunctes benaderd worden; wat volgorde handelen is
Overwegingen uitvoering:
o Behandelingscode? Hoe intensief behandeling mag zijngworden
o Wetelijkgethische bezwaren? Sterk beïnvloed door cultuurgreligie
o Specifek protocol? Omschreven beleid in klinisch pad, protocol, fowchart of
specifeke procedure
Invulling moet logisch vervolg zijn op informate uit stap 1,2,3
, 5. Klinisch verloop: kans restschade ziekte, complicates, ongewenste efecten beleid en fouten
Redeneervaardigheden: wat gewenste verloop van casus op korteglange termijn kan
zijn, prognose daarvan; wat ongewenste verloop op korteglange termijn kan zijn,
complicates, risico’s van behandeling en prognose daarvan
Verwachte verloop ziekte kennen bewaken in gang gezete zorgproces
6. abeschouwing: kijken door middel van evaluate en refecte naar gebeurtenissen 4
specifeke onderwerpen beschouwen
Essente: situate, zorg en jouw aandeel daarin beschouwen
Redeneervaardighedengbeschouwen: waar en wanneer patiëntveiligheid niet
optmaal is; waar en wanneer kwaliteit beroepsuitoefening niet optmaal was; waar
en wanneer er sprake was van een ethisch dilemma; wat je van casus geleerd hebt
Patiëntveiligheid: ontbreken van (de kans op) aan de patiënt toegebrachte schade,
die is ontstaan door het niet volgens professionele standaard handelen van
hulpverlenersgdoor tekortkoming van het zorgsysteem
Kijken naar kwaliteit zorgverlening
Ethisch dilemma: situate waarbij er verschillende keuzen tot handelen zijn die
volgens gezond verstand, uitmonden in ethisch onwenselijke situates
Refecte: om situate te begrijpen, volgende keer te herkennen + ander gedrag te
vertonen
Methoden, modellen en technie/en
Redeneerhulpen: hulp bieden bij redeneren op professionele manier analyseren,
verduidelijken, benoemen, in te delen of op te lossen tools geen doel opzich
4 eisen redeneerhulp
o Concrete aandachtpunten om probleemsituates te doorzien geven
o Bijbehorende objecteve meetnstrumenten
o Inzicht in specifek probleemgebied
o Is gevalideerdgevidence based en liefst klinisch geaccepteerd (multdisciplinair
internatonaal)
IJsberg-model: topje slechts voorbode of klein deel van groter (onzichtbaar) geheel
symptomen en klachten is topje, onderwatergedeelte betref ziekte of aandoening, ogelijke
disfunctes, stoornissen en beperkingen die bij ziekte passen
o Topje: SBAR, EWS en SIRS
o Onderwatergedeelte: SCEGS en zorgthema’s ProaActve ursing model
SBAR-methode: informatevergaring en communicate
o Krachtg framework voor eenduidig communiceren over patiëntsituate ontwikkeld
door Amerikaanse marine om efectef te communiceren in stressvolle situates
inzicht in urgente situates, gezamenlijk denkkader
o Geef duidelijkheid over soort informate en helpt to the point te komen
bevordert wederzijds begrip
o Situaton, Background, Assessment, Recommendaton + Readback (herhalen
afspraken en noteren in dossier)
o Sneller en beter inzicht in situate krijgen en informate beter onthouden
efecteve interprofessionele, multdisciplinaire communicate en samenwerking
o Als methode van verslaglegging c.q. dienstrapportage
o Recommendaton: aanbeveling