Samenvatting PPOB
Pedagogische Wetenschappen jaar 2 2023 – 2024
,Inhoud
Week 1: Inleiding pedagogische praktijkontwikkeling, onderzoek en beleid............................3
Hoorcollege.............................................................................................................................3
Brug H1...................................................................................................................................3
Week 2: Gezondheid, gezondheidsvoorlichting en gedragsbeïnvloeding..................................7
Hoorcollege.............................................................................................................................7
Brug H4...................................................................................................................................8
Brug H5.................................................................................................................................15
Brug H6.................................................................................................................................17
Brug H7.................................................................................................................................23
Leesvragen............................................................................................................................27
Week 3: Algemeen methodische voorwaarden voor effectiviteit.............................................28
Hoorcollege...........................................................................................................................28
Baar.......................................................................................................................................30
Brug H8.................................................................................................................................31
Leesvragen............................................................................................................................33
Week 4: De Vreedzame Wijk...................................................................................................33
Hoorcollege...........................................................................................................................33
Leesvragen............................................................................................................................34
,Week 1: Inleiding pedagogische praktijkontwikkeling, onderzoek en
beleid
Hoorcollege
Belangrijk
- Manier van denken over implementatie, evaluatie van interventieprogramma’s
- Kritische houding t.o.v. onderzoeksgegevens en de rapportage ervan
Casus aanpak pestgedrag OCW
- Ontwikkeling evidence-based antipestprogramma’s om scholen te helpen te kiezen
voor programma’s die werken voor een veilig schoolklimaat
Ontwikkeling van programma’s
- Curatief: problemen oplossen
- Preventief: problemen voorkomen
- Door middel van niche-assessment onderzoek kunnen criteria en indicatoren
vastgesteld worden + je zorgt voor draagvlak bij de betrokkenen
Criteria + indicatoren
Criterium 1: het programma is theoretisch goed onderbouwd
- Onderzoek begint bij het definiëren van de concepten > in het pestvoorbeeld: jouw
visie op pesten, beïnvloedt jouw handelen
- Idee hebben waarom je programma zou werken en hoe de doelen bereikt worden
Criterium 2: het programma is empirisch adequaat onderbouwd
- Voldoende opgedane praktijkervaring + resultaten van empirisch effectonderzoek
- Causaliteit > significant verschil t.o.v. controlegroep met een voor- en nameting
- Hoe streng wil je toetsen?
- De psychometrische eigenschappen zijn bekend
- De effectgroottes zijn bekend
- De steekproef is groot genoeg > statistische power
Criterium 3: randvoorwaarden om het programma uit te voeren zijn duidelijk
- Procesevaluatie
- Programma-integriteit: uitvoering zoals bedoeld
Kwantificeren en inschatten van de effectiviteitspotentie door te kijken naar de aanwezigheid
van de indicatoren onder de criteria
Brug H1
Begrippen
Primaire preventie: voorkomen van een gezondheidsprobleem of categorie van aandoeningen
> wegnemen van oorzaken of risicofactoren voor aandoeningen.
Secundaire preventie/vroege opsporing: identificeren van mensen met een voorstadium of
vroeg stadium van een aandoening, zodat gerichte vroeg behandeling mogelijk is om erger te
voorkomen.
Tertiaire preventie: gericht op mensen met een ziekte of beperking, waarbij het doel is om zo
goed mogelijk te leven met en het beheersen van een beperking of ziekte om verdergaande
invalidering te voorkomen, om kwaliteit van leven te behouden of te vergroten.
, Universele preventie: gericht op de totale bevolking of grote groepen daarbinnen, op mensen
die geen speciaal verhoogd risico hebben. Doel = om bij alle mensen de gezondheid te
verbeteren en kans op ziekte te verminderen
Selectieve preventie: gericht op bevolkingsgroepen met een verhoogd risico. Doel =
gezondheid van specifieke risicogroepen verbeteren. Vorm van hoogrisicobenadering.
Geïndiceerde preventie: gericht op individuen die nog geen gediagnosticeerde ziekte hebben,
maar wel beginnende klachten of symptomen. Doel = het ontstaan van ziekte of verdere
gezondheidsschade voorkomen. Vorm van hoogrisicobenadering en is secundaire preventie.
Zorggerelateerde preventie: gericht op individuen met een ziekte. Doel = ziektelast reduceren
en complicaties of comorbiditeit voorkomen. Vergelijkbaar met tertiaire preventie.
Gezondheidsvoorlichting: combinatie van leerervaringen ontwikkeld en ontworpen om
mensen en gemeenschappen te helpen gezondheid te bevorderen > vakterm voor een breed
scala aan activiteiten waarbij er sprake is van een vorm van educatie/informatieoverdracht om
te stimuleren dat mensen zich gezonder willen, kunnen en gaan gedragen.
- Faciliterend: informatieoverdracht > informeren, stimuleren, bewustmaken
- Intentioneel: gericht op verandering > verbeteren, adviseren, veranderen
Voorzieningen: proberen om gezond gedrag gemakkelijker, beter beschikbaar en beter
bereikbaar te maken
Regelgeving, controle en sancties: proberen om gezond gedrag af te dwingen. Hierbij wordt
ervanuit gegaan dat veel mensen het gezonde gedrag niet uit zichzelf vertonen, en dat daarom
een vorm van dwang of drang nodig is.
Gezondheidsbevordering: combinatie van voorlichting en omgevingsveranderingen die
gezond gedrag en gezonde leefomstandigheden stimuleert. Ook gericht op het begrijpen en
veranderen van de fysieke, sociaal-culturele, economische en politieke omgeving.
Gezondheidsbevordering
Doelen: primair, secundair, tertiair
Doelgroepen en preventie: populatiebenadering of hoogrisicobenadering
- Hoogrisicobenadering: identificeren risicogroep, gericht op beperkt aantal mensen met
een hoog relatief risico op het probleem waar de interventie op gericht is
- Populatiebenadering: hele bevolking of een grote deelgroep daaruit benaderd, gericht
op veel mensen met een beperkt verhoogd risico.
- Tegenwoordig vaker onderscheid in universeel, selectief, geïndiceerd en
zorggerelateerd.
Middelen: voorlichting, voorzieningen, regelgeving, controle & sancties
Vijf niveaus doelgroepen met daarin de personen die beslissingen nemen:
- Individueel niveau: personen die risico lopen, risicogedrag vertonen of patiënten
- Interpersoonlijk/groepsniveau: ouders, vrienden, leerkrachten, hulpverleners
- Organisatieniveau: directeuren van scholen, managers in bedrijven
- Lokaal niveau: opinieleiders in wijken of dorpen, redacteuren van lokale kranten,
lokale of regionale politici en beleidsmakers
- Samenlevingsniveau: landelijke politici en ambtenaren, besturen van vakbonden of
werkgeversorganisaties
Model voor Planmatige Gezondheidsvoorlichting en Gedragsverandering