100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Circulatie en respiratie €6,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Circulatie en respiratie

 5 keer bekeken  0 keer verkocht

Samenvatting van alle hoorcolleges, een aantal werkcolleges, practica en e-modules. Daarnaast een samenvatting van het ziekteleerboek van circulatie en respiratie.

Voorbeeld 4 van de 40  pagina's

  • 27 juni 2024
  • 40
  • 2023/2024
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (1)
avatar-seller
jetslobbe
Circulatie en respiratie

HOORCOLLEGE 1 – INLEIDING
Respiratoire sinusaritmie: bij inademen neemt de hartfrequentie toe, bij uitademen neemt de
hartfrequentie af; alleen bij een stimulatie door het parasympatisch zenuwstelsel.
Links-rechts shunt: volume overload voor de aorta.
Rechts-links shunt: pressure overload voor de pulmonaal arterie.

HOORCOLLEGE 2 – FYSIOLOGIE ADEMHALING I
Convectie: lucht zo snel mogelijk over een grote afstand verplaatsen  longen naar alveoli
of andersom. Diffusie is voor de korte afstanden: gassen van alveoli naar capillairen of
andersom. Voor convectie en diffusie is beiden een pomp nodig. Er wordt een drukverschil
gecreëerd, waardoor lucht (of bijvoorbeeld bloed) gaat stromen. Ook weerstand speelt nog
mee.
Doel: percentage zuurstof in het arteriële bloed op peil houden. Wat bepaalt hoeveel zuurstof
er in je bloed zit?
- De compositie van de lucht die je inademt
- De alveolaire ventilatie (dat de lucht in de alveoli terechtkomt)
- Zuurstofdiffusie tussen alveoli en bloed
- Hoog genoeg hemoglobinegehalte in je bloed
Het in- en uitademen is om de lucht in je alveoli te verversen. We kijken dus naar puntje
twee. Hierbij zijn luchtwegweerstand en de elastische eigenschappen van de longen
(compliantie  hoe makkelijk geeft de long mee; hoe hoger, hoe rekbaarder) belangrijk.
De skeletspieren leveren de arbeid die nodig is om te dealen met luchtwegweerstand en
compliantie.
Luchtwegweerstand.
Luchtwegweerstand is het drukverschil tussen de mond en de alveoli, gedeeld door de
luchtstroom.


1 atm = 100 kPa = 760 mmHg, maar in dit geval 0 mm Hg als referentie.
De alveolaire druk is dus ten opzichte van de buitenwereld, maar de buitenwereld staat op 0.
Inademing:
- Borstkas wordt groter
- Longvolume neemt toe
- Druk in de alveoli daalt tot onder de buitendruk
- Lucht stroomt in de longen
Uitademing:
- Borstkas wordt kleiner
- Longvolume neemt af
- Alveolaire druk neemt toe tot boven de buitendruk
- Lucht stroomt uit de longen
Boyle’s law:

 niet op formuleblad
Als je in een afgesloten ruimte de druk twee keer zo groot maakt, wordt het volume twee
keer zo klein. Bij het einde van een uitademing zijn de alveoli op zijn kleinst. Bij een
inademing worden de alveoli groter, maar hetzelfde aantal luchtmoleculen zit erin  kleinere
druk, -1  er stroomt lucht door de luchtwegweerstand naar binnen  druk 0. De borstkas
wordt kleiner  kleiner volume  hogere druk, +1 mmHg  lucht door luchtwegweerstand
naar buiten. De alveolaire druk schommelt dus altijd rond de 0, omdat 0 de buitendruk is.
Eronder  lucht erin; erboven  lucht eruit.
Poiseuille’s law:

,Luchtviscositeit is niet zo belangrijk  lucht is nooit stroperig. De lengte van de luchtwegen
is wel van grote waarde. De straal kan fysiologisch worden aangepast door
bronchoconstrictie of bronchodilatatie. Elke verandering in straal heeft door ^4 enorme
impact op de luchtwegweerstand. Als je r verdubbelt, neemt de weerstand met een factor 16
af (2^4).
De bronchiolen zijn omgeven door gladde spiercellen. Bronchodilatatie: adrenaline dat in het
bloed rondzwermt met bèta-2 receptoren (calcium neemt af). Bronchoconstrictie:
acetylcholine van de nervus vagus aan muscarinereceptoren (calcium neemt toe).
Compliantie.
Hoge elastic recoil: de longen willen heel graag klein worden  lage compliantie (de long
geeft niet makkelijk mee als je hem groter wil maken). Lage elastic recoil  de longen laten
zich makkelijk uitrekken. Inademen tegen de elastic recoil in kost energie; uitademen kan
passief, door de er ingestoken energie weer te gebruiken.
Je longen zitten vastgeplakt met een visceraal blad en een pariëtaal blad, en hiermee aan de
borstkas. Tussen de twee bladen zit de intrapleurale ruimte. De longen willen zich continu
kleiner maken, en trekken dus steeds de hele ribwand naar binnen toe. De ribben hebben
juist een elastic recoil die naar buiten wijst, en zij willen de longen dus juist naar buiten
hebben. Er wordt aan twee kanten aan de intrapleurale ruimte getrokken  de druk tussen
de pleura is altijd negatief  onderdruk (Pip  de intrapleurale druk). Aan het einde van een
passieve uitademing zijn alle krachten in balans, maar zelfs dan is er nog een negatieve
druk, omdat de longen liever nog kleiner willen, en de ribwand weer groter.
Tijdens een inademing wordt de Pip steeds negatiever, omdat de elastic recoil steeds harder
naar binnen gaat trekken.
De druk in de slokdarm is een afspiegeling van de intrapleurale druk. Deze is meetbaar.
Door trauma een gat in je pleura: lucht stroomt de pleura in. Het viscerale blad laat los van
het pariëtale blad  de longen kunnen doen wat ze willen, en worden veel kleiner. De ribben
gaan naar buiten staan volgens hun elastic recoil.
Spieren tijdens inademen:
- Diafragma  aanspannen is afplatten  grotere borstkas
- Externe intercostaal spieren
- Thorax wordt groter, dus de longen volgen
Spieren tijdens uitademen:
- Normaliter passief (behalve het paard: in rust gebruikt het paard de buikspieren om
uit te ademen)
- Als je actief uit moet ademen: buikspieren en interne intercostaal spieren
Normaal ademhalingspatroon: costo-abdominaal  op hetzelfde moment dat je thorax groter
wordt, wordt je buik een beetje groter  het diafragma zet uit, dus er is minder ruimte in je
buik en het zet uit.
Componenten van de elastic recoil:
- Anatomische component: elastine en collageen vezels rond de alveoli  deze laten
zich niet zomaar uitrekken
- Oppervlaktespanning (belangrijkste component): de alveoli hebben een heel dun
laagje water aan de binnenkant van de epitheelcellen; watermoleculen duiken diep in
het laagje; het tekort aan watermoleculen aan het oppervlak, zorgt voor
oppervlaktespanning  de alveolus wil eigenlijk kleiner worden, dus de
oppervlaktespanning trekt de alveoli naar binnen toe  elastic recoil

,De oppervlaktespanning moet een beetje verlaagd worden, zodat een baby zijn longen open
kan maken, en zodat wij normaal kunnen ademen. Dit wordt gedaan met het molecuul
surfactant. Dit gaat aan de bovenkant van dat dunne laagje water zitten. (Atelectase:
onvoldoende ontplooiing van de alveoli.)




Surfactant helpt ook om de druk gelijk te krijgen in alveoli van verschillende groottes. Anders
krijgen de kleine alveoli natuurlijk heel veel druk  die geven al hun lucht aan de grote
alveoli  je houdt er maar een paar over  niet gunstig voor de diffusie. Als de alveolus
kleiner wordt, neemt de concentratie surfactant toe  nog lagere oppervlaktespanning =
lagere druk.
Maat voor longcompliantie:
- Longen vullen met lucht  longvolume uitzetten tegen de transpulmonaal druk
- Hoe negatiever Pip wordt, hoe verder je je longen kunt uitrekken
- De steilheid van deze helling is de compliantie



De kracht waarmee je aan de longen trekt, is het verschil tussen de alveolaire druk en Pip.
Dit drukverschil heet de transpulmonaal druk  de druk over de wand van de longen  de
druk in de alveoli ten opzichte van de druk in de intrapleuraal ruimte.




 niet op formuleblad

, Als je in de formule voor compliantie Pip invult voor Ptp, moet je Pip gebruiken op het
moment dat deze 0 is. Dan zijn ze namelijk gelijk aan elkaar.
Pip = Ptp + Palv.
Luchtweerstand is een dynamisch proces, compliantie is een statisch proces.
Restrictieve luchtwegaandoeningen: de longen laten zich niet uitrekken.
Obstructieve luchtwegaandoeningen: er zit obstructie ergens in de luchtwegen (verlaagde
luchtweerstand).

HOORCOLLEGE 3 – FYSIOLOGIE ADEMHALING II
Lucht is een samenstelling van verschillende gassen. De gasuitwisseling vindt plaats op het
grensvlak van de longcapillairen met de alveoli. Zuurstof uit longen naar arterieel bloed.
Koolstofdioxide van veneus bloed naar longen. Verschillen in partiële druk zorgen voor
diffusie. Dalton’s law: de totale druk van een mengsel van gassen is gelijk aan de som van
de partiële drukken van al de gassen. 21% van de moleculen in lucht zijn zuurstofmoleculen.
Zuurstof is dus verantwoordelijk voor 0,21 atm van de druk. Percentage = partiële druk =
volumeaandeel.
Zodra je gaat inademen, daalt de partiële zuurstofspanning direct vanaf 160 mmHg. Dit komt
omdat er vocht aan wordt toegevoegd. De waterdampspanning (50 mmHg) moet afgehaald
worden van de atmosferische druk. In de alveoli is de zuurstofspanning gedaald naar 100
mmHg, en de koolstofdioxidespanning opgelopen naar 40 mmHg. Dit komt omdat er continu
zuurstof wordt onttrokken aan de alveolaire lucht, en koolstofdioxide aan toegevoegd.
Dode ruimte lucht: lucht met veel koolstofdioxide en weinig zuurstof.
Het veneuze bloed heeft een zuurstofspanning van 40 mmHg. Na het langskomen bij de
alveoli is het weer op 100 mmHg  de diffusie was dus succesvol. Veneus bloed heeft een
koolstofdioxidespanning van 46 mmHg. Na langskomen bij de alveoli is het op 40 mmHg. Er
is voldoende tijd voor diffusie. Voor diffusie is eigenlijk niet eens de hele lengte van de
capillair nodig. Toch heb je deze lengte (saturatie tijdens inspanning verzekeren), omdat,
wanneer je sport, het bloed drie keer zo snel stroomt. Maar dan is de diffusie nog steeds
goed genoeg om evenwicht te bereiken.
Fick’s law voor diffusie:




V puntje = volume per tijd  stroming.
A = oppervlakte alveoli; T = dikte barrière.
Hypoxemie: te weinig zuurstof in het bloed:
- Emfyseem: oppervlak van de alveolus is kleiner geworden; de longen rekken teveel
uit  geen energieopslag bij inademen  actief uitademen  kost energie
- Longfibrose: de longen laten zich niet uitrekken  dikte barrière verandert
- Oedeem: diffusieafstand te hoog
- Astma: bronchiolen constrictie
De long zorgt automatisch voor vasoconstrictie, in die delen waar geen ventilatie plaatsvindt
 hypoxische vasoconstrictie in de capillairen die rondom de alveoli liggen. Zo wordt al het
bloed gevuld met zuurstof.
Henry’s law:

 niet op formuleblad
Hoeveel vrij zuurstof in het plasma bevat een liter bloed.
Hemoglobine in de rode bloedcellen vangt veel meer zuurstof op. Het moet ongeveer 200
mL/L zijn. Bij een partiële druk van 100 mmHg is hemoglobine maximaal verzadigd.
In de weefsels is de zuurstofspanning 40 mmHg. Dan is de hemoglobine nog steeds voor
75% verzadigd. Het gaat dan terug naar de longen om weer opgeladen te worden. Tijdens

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jetslobbe. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 76669 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,49
  • (0)
  Kopen