Samenvatting AFP MBRT jaar 1
Periode 1
Meeste inclusief zelfstudietaken
Thema 1
Anatomie, Fysiologie en Pathologie
Inleiding in de anatomie
Anatomie (ana temnein) = uiteen snijden
Pathologie betekent dat er iets niet in orde is met de anatomie.
Menselijke (humane) anatomie vs. Dierlijke anatomie (zoötomie)
Medische geschiedenis:
Hippocrates is ‘vader’ van de geneeskunde
- Diagnose op basis van lichamelijke symptonen
Claudius Galenus; koppelde leer der humores aan vier grondkwaliteiten, nl warm, koude, vochtig en
droog. Hechtte waarde aan waarnemingen
Andreas Vesalius; onderzoek aan misdadigers en eerste anatomische theater opgericht (Padua, 1594)
Moderne geneeskunde:
- Evidence based medicine (EBM): bewijzen gaan zoeken voor een bepaalde diagnostiek of
een bepaalde behandeling.
- Evidence based practise (EBP)
- wetenschappelijk bewijs
- rationalisatie
- Medische beeldvorming belangrijk hulpmiddel bij vaststellen van juiste (rationele) diagnose
- Kennis van anatomie (anatomische mens), fysiologie (bewegende mens) en pathologie is
noodzakelijk voor zowel beeldvorming als radiotherapie
Tractus = aooaratus = systema = (orgaan)stelsel
Hoofd Caput
Hals Collum, cervix
Borst Thorax
Buik Abdomen
Bekken Pelvis
Bovenbeen Femur
Knie Genu
Onderbeen Crus
Voet Pes
Oksel Axilla
Bovenarm Brachium
Elleboog Cubitus
Onderarm Antebrachium
Hand Manus
,Arteria (slagader)
Vena (ader)
Nervus (zenuw)
Musculus (spier)
Articulatio (gewricht)
Ligamentum (band)
Lateraal is buiten
Mediaal is binnen
Distaal is ver weg gelegen
Proximaal is dichtbij gelegen
Superior is bovenkant
Inferior is onderkant
Craniaal (richting hoofd/hersenen) en caudaal (richting het stuitje) is alleen in de romp
Ventraal/anterior is voorkant
Dorsaal/posterior is achterkant
Pathologie = ergens aan lijden, ziekte, rede & kennis
Ziekte = verstoring van de homeostase, verschillende oorzaken (etiologie) m.b.t. draaglast en
draagkracht
, Opdracht medische terminologie
An- Zonder
Acro- Top
Anti- Tegen
Bi- Twee
-cyt- Cel
Dys- Niet, verkeerd
Endo- In, binnen
Epi- Op, boven
Ex- Uit, weg van, ontdaan van, aan de buitenzijde
Hyper- Boven, overmatig, over
Hypo- Onder, te weinig, te kort
Infra- Onder, beneden
Inter- Tussen
Intra- Binnen, in het inwendige
-itis m.b.t. een ontsteking
Neo- Nieuw
Oligo- Weinig
Peri- Er omheen
Poly- Veel
Post- Na, achter
Pre- Voor
Pro- Voor
Sub- Onder
Supra- Boven, over
Anurie Geen urinelozing
Anemie Bloedarmoede
Acromion Schouderdak
Acrofobie Hoogtevrees
Anticonceptie Tegengaan van conceptie
Antidepressiva Tegengaan van depressie
Biceps (tweehoofdige) bovenarmspier
Bilateraal Tweezijdig
Cytologie Celleer
Leukocyt Witte bloedcel
Dyspnoe Kortademigheid
Dysplasie Misvorming
Endotheel Binnenbekleding bloedvaten
Endorotatie Naar binnen draaien
Epitheel Dekweefsel
Epiduraal Op of buiten hersenvlies
Excisie Uitsnijding
Extracellulair Buiten de cel
Hypertensie Verhoogde bloeddruk
Hypertoon Verhoogde druk
Hypoglykemie (te) lage bloedsuikerspiegel